Leesfragment: Ik ga naar de schapen

11 april 2024 , door Marieke de Maré
|

Nu in onze boekhandels: de geweldige tweede roman van Marieke de Maré, Ik ga naar de schapen. Lees bij ons een fragment!

Dit is een verhaal over vaders, moeders, en kinderen, maar bovenal en in het bijzonder over vijf mensen.

Een van hen gaat vaak naar de schapen, een ander bestrijdt insecten, nog een ander maakt beelden van was. Iemand legt doden af en nog iemand anders kijkt naar niets.

In alles wat ze doen duikt een vraag op die nooit hardop wordt gesteld. Waarom voelen zij zich zo onlosmakelijk met elkaar verbonden, en willen zij het liefst aan anderen kunnen vertellen: ‘Met ons gaat alles goed.’



 

Een schapenstal.
Bij benadering in het midden van een uitgestrekte weide.

Het is de bijzondere plek waar Andrej, Simone, Tove en Rocco allemaal wel eens zitten. Soms samen. Meestal alleen.
In de schapenstal wordt weinig tot niets gezegd. Dat ligt vermoedelijk aan de schapen die altijd in de meerderheid zijn en de bezoekers onbeschaamd en indringend aankijken. Hun leider is een oude dikke ooi die met haar grote mooie blauwe ogen iedereen het zwijgen kan opleggen.

Zwijgen in de schapenstal is iets anders dan zwijgen op eender welke andere plek. Daar zijn ze allen op een uiteenlopend moment in het leven achter gekomen.

De schapenstal werd lang geleden gebouwd door de vader van Simone. Gelukkig is hij er niet meer. Al is hij er wel nog, want op zijn rouwkaart staat: ‘Sinds je bij ons wegging, ben je overal.’

Verder is er ook nog Siti.
Zij leeft nog en is de moeder van Simone, maar dat laatste was ze, op een doordeweekse dinsdag, plots vergeten.

Aan het einde van het verhaal, als er twee weken zijn verstreken, gaat Siti dood.
Je zou dat om een of meerdere redenen jammer kunnen vinden. Net zoals ik. Vaak heb ik mij afgevraagd of ik opnieuw kon beginnen om dit verhaal anders te laten eindigen.

Neen.
Dat kon niet.

 

Andrej en Simone.
Twee mensen als twee woelmuizen, die één keer in het leven kiezen met wie ze voor altijd samen zullen blijven.

Andrej en Simone wonen in een oud huis aan de rand van een klein dorp. Zo klein dat de rand zich heel dicht bij het midden bevindt. In het dorp staat een romaanse kerk, er is een plein met daaromheen een aantal huizen, een uitvaartcentrum en een klein industrieel museum over de geschiedenis van kookpannen en koffiemachines. Tussen het oude pastoriegebouw en de romaanse kerk loopt een grindweg, waarlangs een begraafplaats ligt, die leidt naar het huis van Andrej en Simone. Vanuit hun woonkamer kijken ze uit op een grote open grasvlakte. Ergens in het midden van de weide bevindt zich hun schapenstal, die voor de helft op de grens met een ander dorp staat.
Andrej vertelt dat aan iedereen die hen bezoekt.
‘De schapen grazen hier en slapen ginder.’
In het midden van de stal staat een klein nagemaakt verkeersbord waarop hij de naam van het andere dorp geschilderd heeft.
Voor Andrej is het een vrolijke gedachte dat zijn schapen voortdurend een grens oversteken, hoewel Simone hem al vaak heeft gezegd dat er eigenlijk weinig bijzonders aan is.

Andrej houdt van zijn schapen.

Exact een week nadat hij en Simone verhuisden naar haar ouderlijke huis met uitzicht op een lege schapenstal, kocht hij twee dikke boeken: Schapen houden als liefhebberij en Waarom schiep God het schaap?
Na een paar dagen lezen en een bezoek aan een kleine schapenhouderij deelde hij Simone mee dat hij vier ooien op het oog had. Andrej kon niet wachten om de oude schapenstal te verbouwen. Muren afbreken, muren bouwen, schuren, verven, voederbakken plaatsen, drinktonnen monteren. Hij installeerde een aparte ruimte in de stal voor alle materiaal dat hij in een keer kocht. Alles van hetzelfde merk, alles in dezelfde kleur: een schapenhoefschaar, een klauwmes, een schapenschoen, een rubberen nekkoord, een vitamine- injector, een dektuig, dekpoeder, een scheermachine, een tondeuse, scheermesjes, olie voor de scheermachine, een lammerensonde, een lamverloskoord, een naveldip, een beademingspomp, een spantang, een schedeband, adoptiespray, een maatbeker voor de lammetjesmelk, een garde, vier lammerflessen, lammerspenen, een flessenrek, een lammeremmer en, om te beginnen, vier grote zakken krachtvoer.

Toen hij alles had uitgestald, stond hij er de rest van de dag naar te kijken. De ene keer stond hij helemaal links in de weide, de andere keer helemaal rechts, dan weer in de opening van de stal en ook eens achter het raam in de woonkamer.
De ooien konden komen, want Andrej zag dat niets ontbrak.

Behalve misschien het genoegen van Simone.

 

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum