Over de strofen in Ovidius’ Metamorphosen, vertaald door Harrie Geelen
28 november 2022Harrie Geelen vertaalde Ovidius’ Metamorphoses. Op ons verzoek licht hij zijn vertaling toe, en de strofe-opbouw. Plus: lees de eerste hexameters uit zijn vertaling.
N.B. Roel Salemink koos Ovidius - zo kort op elkaar door twee vertalers opnieuw geïnterpreteerd - als Auteur van de Maand, en vergeleek de openingen van Pyramus en Thisbe. Lees op onze site ook Piet Schrijvers’ vertalerstoelichting bij de Metamorfosen, een fragment uit Marietje d’Hane Scheltema’s vertaling, de mythe Apollo en Daphne met illustratie van Floris Tilanus, een snipper van Ovidius’ liefdesadvies in Liefdesgedichten (D’Hane Scheltema) en de eerste pagina’s uit d’Hane Scheltema’s Alles altijd anders. Over Ovidius.
Hoeveel ruimte heb je?
Of ik nu tekende of schreef, filmde of animeerde, ik had geleerd de ruimte op te meten die ik tot mijn beschikking had. Ruimte in de ruimste zin van het woord: hoe groot is de pagina, hoe gaat de melodie, wat kun je aan tekst kwijt in 15 of 20 seconden?
Wat snappen jonge kinderen, en wat niet, en is het eigenlijk niet zo dat ze sowieso altijd een eigen interpretatie zullen hebben?
Hoeveel beelden precies duurt elke lettergreep als je lipsynchroon animeert?
Wat illustreer ik van het verhaal?
Hoe ver kan ik gaan als ik teken wat niet per se in de tekst staat?
Wat kan alleen maar in taal gesuggereerd worden als een aflevering van een tv–serie van drie kwartier in twee normale werkdagen moet worden opgenomen in een met zetstukken volgepropte, niet erg grote studio.
De afgeronde strofevorm
Ik leef ruim tweeduizend jaar later dan Publius Ovidius Naso en er is nogal wat veranderd. Maar ik zocht manieren om trouw te blijven aan de vorm die hij had gekozen, en waar hij zo eigenzinnig mee speelde. Het is immers niet prettig als een buitenlandse collega iets anders doet met je tekst waar je ooit hard aan gewerkt hebt.
De boekdrukkunst was nog lang niet uitgevonden. En onze interpunctie ook niet. Punten dienden als spatie tussen de woorden. Romeinen kenden de tekst vaak dankzij opvoeringen en niet al te veel rijke burgers zullen zelf thuis een handgeschreven kopie van het originele manuscript gehad hebben. Toch was Publius Ovidius Naso beroemd. Hij schijnt goed voorgedragen te hebben, scheef ook een toneelstuk. Medea, dat zoekgeraakt is.
Misschien was het gebruik van witregels wel zonde van de papyrus.
Een origineel handschrift uit Ovidius’ tijd is er niet.
Maar ik ontdekte vrijwel meteen (als liedschrijver) dat die afgeronde strofevorm van de aanhef (vier hele hexameters) consequent doorgevoerd wordt. Strofen zijn niet altijd even lang - het duurt soms meer dan tien regels voordat er weer een punt aan het eind van een versregel staat – maar alleen al de orde in die aanpak is stilistisch van wezenlijk belang.
Ik heb er dan ook koppig voor gezorgd dat je het Latijn naast de vertaling kunt blijven leggen en witregels in het origineel op precies dezelfde plaats kunnen worden toegevoegd.
Ovidius heeft het herhaaldelijk over zang bij de lier. Orpheus neemt in een bepaald boek zelfs de rol als verteller over. Als ik nu nog zelf voorstellingen zou maken, wist ik het wel. Het is muziektheater.
Harrie Geelen is dichter, animator, illustrator (Gouden Penseel 1995, Woutertje Pieterseprijs 2006, samen met Imme Dros), regisseur, (scenario)schrijver (twee Edison Musical Awards), stemacteur en vertaler van Disneyfilms, Sesamstraat-sketches en operateksten.
De eerste strofen
in nova fert animus mutatas dicere formas |
Over hoe lichamen zomaar ineens in iets nieuws zijn veranderd |
Ante mare et terras et quod tegit omnia caelum |
Voordat er zee was en grond met daarboven de stolp van de hemel |
nullus adhuc mundo praebebat lumina Titan, |
Want geen titanenzoon zorgde toen nog voor licht op de wereld. |
utque erat et tellus illic et pontus et aer, |
Zee, lucht en land hadden geen eigen plek. Eén pot nat was het. Daardoor |
obstabatque aliis aliud, quia corpore in uno |
Alles botste met alles, daardoor ging in één lichaam |
nam caelo terras et terris abscidit undas |
Híj blies de Lucht weg bij Aarde, suste de kusten en golven, |
ignea convexi vis et sine pondere caeli |
Vuur dat geweldig fel oplaait, niets weegt maar aan zwerken toch vaak voor |
Sic ubi dispositam quisquis fuit ille deorum |
Zo wist die godheid, wie Hij ook is, alles netjes te scheiden. |
iussit et extendi campos, subsidere valles, |
Velden beval hij languit te gaan liggen, valleien te glooien, |
nix tegit alta duas; totidem inter utramque locavit |
Die in het midden is heet, in die hitte valt echt niet te wonen. |
His quoque non passim mundi fabricator habendum |
Winden kregen niet écht vrij spel in het luchtruim van Hem die |
Eurus ad Auroram Nabataeaque regna recessit |
Eurus trok bij de Dageraad in, in Nabataea, waar zij de |
vesper et occiduo quae litora sole tepescunt, |
's Avonds, op stranden, lauw van een zon die al zachtjes in zee glijdt, |
horrifer invasit Boreas; contraria tellus |
Daar heerst de bullebak Boreas. Pal tegenover hem valt uit |
Vix ita limitibus dissaepserat omnia certis, |
Mét dat alles zijn plaats wist, alles zijn plekje had, zwermden |
Sanctius his animal mentisque capacius altae |
Iets van een hogere orde ontbrak nog een beest met gevoel voor |
quam satus Iapeto, mixtam pluvialibus undis, |
Hoe dan ook, Iapetus' zoon, Prometheus, mengde dit zaad met |