De lading bedekt: Sam Garrett over het vertalen van Arnon Grunbergs Good men

01 mei 2023
| | | |

Sam Garrett vertaalde Arnon Grunbergs roman Goede mannen als Good Men (Open Letter Books, 2023). Op ons verzoek licht hij zijn vertaling toe. Lees over het vertalen van misverstanden in de taal, wat een ‘prank’ is, en wat ‘comfort’.

N.B. Lees op onze site ook Garretts toelichting op zijn vertaling van Tirza en een fragment uit Goede mannen. Lees ook fragmenten uit De dood in Taormina, Bezette gebieden, De joodse messias, MoedervlekkenHet bestand, Apocalyps en Huid en haar, en onze besprekingen van Aan nederlagen geen gebrekDe man zonder ziekte en Brieven aan Esther

Meestal wordt het als aanbeveling gezien, als aanprijzing voor een toepasselijke beschrijving, een gevatte opmerking, soms ook voor een vertaling: ‘Dat dekt de lading helemaal!’ Maar wat als het consequent niet-dekken-van-de-lading ook de lading blijkt te dekken? Sterker nog, wat als de lading alléén gedekt kan worden met taal die volledig de plank misslaat?

De kunst van de non sequitur, van het pathetische misverstand, van goede en slechte bedoelingen gecamoufleerd door een deken van taal: Grunbergs Goede mannen is een aaneenrijging van dit alles. Niet voor niets is het terugkerende refrein van Yulia, aanstaande import-bruid van brandweerman Geniek: ‘Maybe language is a problem? Maybe?’ Het karakteristieke antwoord van Geniek liegt er niet om: ‘No, language is never a problem. Language is just language.’ Maar wat de hoofdpersoon ook mag beweren: nooit in mijn vertaalcarrière is er zo’n beroep gedaan op mijn vermogen om ergens de verkeerde taal voor te vinden.

Een geintje, a prank, troost, comfort of is het consolation?

De brandweercollega’s van Geniek ‘De Pool’ Janowski zijn, zo leren we gaandeweg, bruut, reactionair, racistisch, en toch noemt Geniek ze ‘goede mannen’; hij ziet ze als familie, terwijl hij ook in stilte wordt verscheurd tussen wat hij weet en wat hij van zichzelf (en anderen) erover mag zeggen. Deze ‘goede mannen’ houden ook van ‘een geintje’, ‘a prank’, een vrij onschuldig woord dat alles verhult wat misplaatst is, van een slinkse kopstoot tijdens een potje volleybal en het wegpesten van een vrouwelijke collega tot een weerzinwekkend misdrijf. Veel vertalingen van ‘geintje’ (practical joke, bijvoorbeeld, of kidding around of goofing around) boden zich aan, maar de uitspraak van ‘prank’ (zoals we straks zullen zien) met zijn harde klinker gaf mijns inziens de duidelijkste aanleiding tot de broodnodige misverstanden.

Als Geniek in de lappenmand zit na de dood van een familielid, komt hij terecht bij de vrouw van een van die collega’s. Wat volgt is een ongemakkelijke zoektocht naar wat het betekent om ‘te troosten’ en ‘getroost te worden’. Maar hoe vertaal je dat? Is troost ‘comfort’ of is het ‘consolation’? Een bakje supermarktiramisu, ja, dat zou je mogelijkerwijs aan iemand kunnen geven bij wijze van ‘consolation’. Maar een winterpeen in Genieks anus, voor hem een volstrekt uncomfortable handeling, geldt dat - zelfs in het perverse universum van deze roman - als ‘consolation’? Nee, de juiste verkeerde keuze in dit geval kan alleen ‘comfort’ zijn.

Zijn eigen vrouw hoopt hun manke huwelijk nieuw leven in te blazen met behulp van een DVD met beelden van de juiste manier om cunnilingus te plegen. Geniek kijkt mee, hij wil zich verdienstelijk maken, maar zodra hij zijn mond open doet slaat hij de plank weer volkomen mis: hij vindt het Engels van de commentator/ seksuoloog moeilijk te volgen en beklaagt zich daarover.

‘“Does she speak Scottish English, maybe?” he asked.
“Try to lose yourself in your arousal,” his wife said, and he promised he would do that, that he would stop wondering what the woman was speaking, whether it was Irish English, Scottish English, Australian English, or maybe not even English at all.’

Communicate with so much passion

Zelfs non-verbale communicatie heeft in deze roman iets vervreemdends en absurds. Op het erf waar ze een pony hebben gestald gaan de Pool en zijn vrouw op bezoek bij de boer, wiens eigen vrouw vastgebonden in bed ligt op de eerste verdieping. Daar krijgen ze van een eigenaardige hulpverlener (‘the people-hand’) te horen: ‘Ze communiceren met elkaar door tegen de muren te kloppen. Ze hebben een heel eigen taal ontwikkeld. Heb je dat nooit gemerkt? […] Soms klopt hij op de muur. Klopt hij één keer dan betekent dat: ik hou van je, twee keer kloppen betekent: ik haat je. Soms haat je je vrouw, soms hou je van haar. Niet?’
Kort na deze merkwaardige constatering komt de duistere, grunbergiaanse punchline. In mijn vertaling luidt dat:

‘While the departure ritual was taking place, the farmer turned his wheelchair around again and knocked loudly, twice, on the wall. The people-hand […] looked at the farmer with endearment. “It’s so lovely” he said, “when people that age communicate with so much passion.”’

Gescheiden door een gemeenschappelijke taal

Ondanks het onvermogen van vrijwel alle personages in Goede mannen om ware gevoelens en verlangens aan anderen kenbaar te maken, lijkt het tijdens de laatste, derde deel van de roman alsof alles misschien, heel misschien, goed gaat komen. Geniek ontmoet Yulia en raakt verliefd op haar tijdens een georganiseerde ‘reis naar de liefde’ in Kiev, en laat haar naar Limburg overkomen. Maar Geniek en zijn Oekraïense verloofde zijn ‘gescheiden door een gemeenschappelijke taal’: ze proberen om een soort global English met elkaar te spreken, en lijden mede daardoor onder een dubbele-taalbarrière waarin wat men zegt en wat men wil vaker dan niet mijlen ver uit elkaar liggen. Tijdens Yulia’s inburgering blijkt taal alweer een hellend vlak, de weg naar de hel die geplaveid is met goede bedoelingen.

Het allerlaatste ‘geintje’ van de mannen van C-ploeg is gericht tegen het nieuwe stel en dooft op monsterlijke wijze het laatste sprankje hoop in Geniek zijn leven. Nadien vraagt Yulia haar verloofde om uitleg.

‘“Prink, what’s that?”
“A prank,” the Polack said. “Pr-a-nk. A prank. It’s, how can I explain it? A joke. A little joke.”
“A joke. So I am a joke?”
“No. Not to me.”
[…]
“We can go to the police. Tomorrow. They will call me a fink, but that’s fine.”
“What’s a vink?”  she asked.
“Fink. Betrayer. That’s a betrayer. They were my friends. They were my family. They were my men.” He said: “What happened tonight is bad, I can’t call it anything else, but in principle they’re good men, Yulia. Believe me, I was one of them. I was always one of them.”’

De taal in Good Men, net als in Goede mannen, verhult veel, zo niet alles. De schijn regeert, de schijn baart zijn hoektanden en klampt zich vast aan de macht, met tragische afloop.

Sam Garrett vertaalde boeken van Tommy Wieringa, Tim Krabbé, Arnon Grunberg, Gerard Reve, Geert Mak en Herman Koch. Hij is de enige vertaler die de British Society of Authors’ Vondel Prize voor Nederlands-Engelse vertaling tweemaal won.

De lading bedekt: Sam Garrett over het vertalen van Arnon Grunbergs Good men

Delen op

€ 15,00
€ 25,99
€ 27,99
€ 28,99
€ 15,00
€ 29,99
€ 7,49
€ 10,99
€ 13,99
€ 7,99
€ 10,99
€ 17,50
€ 9,99
€ 17,50
€ 9,99
€ 39,99
€ 18,99
€ 13,99
€ 9,49
€ 10,99
€ 15,99
€ 10,99
pro-mbooks1 : athenaeum