Recensie: De wereld is niet goed

17 juli 2017 , door Daan Stoffelsen
| | |

De meeste indruk in Yolanda Entius' vijfde roman Abdoel en Akil - een van de Zomerboeken van Athenaeum Boekhandel aan het Spui - maakte het beeld van twee meisjes, elk vergezeld door een donkere jongen, meters van elkaar op een stijgend pad langs het bos. Het is heel warm, de hemel is fel blauw, het is stil. Nola heeft een rood shirt aan. De scène gaat vooraf aan de verkrachting van de twee meisjes door twee Tunesiërs, en het is de overgang van de paradijselijke sepia foto's van drie naakte meisjes in een Frans riviertje, naar alles daarna: de rechtsgang, hoe ze elkaar al snel niet meer spreken, liefdesrelaties, hoe ze ouder worden en zich ieder voor zich tot dat moment blijven verhouden. De manier waarop Entius die ervaring en de levenslange nasleep beschrijft, doet recht aan universele thema's en belangrijke onderwerpen in deze tijd - en is geweldig goed geschreven.

Ondramatisch schrijven

Die blauwe lucht komt pas later in het verhaal, het is mijn reconstructie. (Dat is een van de oppervlakkiger attracties van dit boek: de reconstructie is pas klaar op de laatste pagina.) Dit is wat Entius schrijft:

'Daar lopen ze, samen met Abdoel en Akil, op de Montée du Château, een stoffig pad dat rond de heuvel omhoog cirkelt. Eerst met hun vieren, nu twee aan twee. Nola en Abdoel voorop. Achter hen Akil en Doris. De zon schijnt ongenadig op Nola's rode schouders. Horzels hebben het op haar knieholtes voorzien. Zweet gutst over haar rug, haar handpalmen plakken, donker stof koekt aan in de lijnen van haar hand. Een ervan - de levenslijn? - is verontrustend kort. Het is de brandende zon, maar ook de angst. De weg maakt een bocht. Abdoel werpt een schuine blik op haar, op haar blote armen en haar decolleté. Quasi nonchalant stopt ze haar handen in haar zakken en probeert, voorzichtig, op te schuiven naar de schaduwkant. Abdoel houdt haar subtiel, maar onmiskenbaar, tegen.'

Is 'ongenadig' niet een cliché als het om zonneschijn gaat? Maar die zinnen na die levenslijn lopen surrealistisch in elkaar over. Wat is de brandende zon en ook de angst? Ligt die weg in het verlengde van de levenslijn? De schuine blik in lijn met de bocht? Dat opschuiven ertegenin? Entius creëert met zeer feitelijke zinnen meer sfeer dan dat ze echt beschrijft. Entius' schrijven is ondramatisch effectief, hoe vreselijk de gebeurtenissen ook zijn. Abdoel en Akil gaat over de keuzes die de meisjes maakten, een voortzetting van de naïviteit van de naaktfoto's. Later bedenkt Nola zich:

'Het zou niet in haar hoofd zijn opgekomen om met vreemden mee te gaan, maar omdat ze André [de man met wie ze bij het riviertje kampeerden - DS] had vertrouwd was ze het aan Abdoel en Akil verplicht geweest hen ook te vertrouwen, omdat ze goed wilde zijn, omdat de wereld goed moest zijn, omdat de vrouw in de Tabac hen had gewaarschuwd, omdat haar nee tegenover mannen met donkere krulletjes en ogen, bezoedeld zou zijn geweest.'

De wereld moest goed zijn

Dus ja, Abdoel en Akil werden veroordeeld, maar de meisjes hadden ook schuld, bedenkt een oudere Nola zich: ze hadden gewoon nee moeten zeggen. Heel indringend, hoe ze haar slachtofferschap en de impact van de verkrachting daar relativeert. Maar inderdaad: de wereld is niet goed, en onwillekeurig blijf je dat denken bij de wederwaardigheden van de twee meisjes. Het derde meisje, Gaby, duikt weer in Doris' leven op, met een kind, maar we volgen vooral Nola. Haar studentenleven, onbevredigende liefdesrelaties, een abortus, en de herinnering aan de aangifte, arrestatie, rechtszaak. Treffende scènes die werelden oproepen - terwijl dit boek maar 152 pagina's telt.

Als in het tweede deel Doris aan het woord komt, begrijpen we nog meer van die ongenadig warme middag, maar ook hoeveel duisterder die voortduurt in haar leven: 'Er druipt zwarte olie uit Doris' ogen, uit haar oren, neus en kut. [...] En dan het besef dat de nacht overal is: binnen, achter haar gesloten oogleden; buiten, voor de deur.' Marokkaanse jongens op een bankje voor haar huis jagen haar angst aan. Maar er is ook een geweldige scène waarin ze met een van die bankzitters in gesprek raakt. Dit tweede deel heet 'Angst', maar eindigt met een loutering. In het derde deel ten slotte verschuift de schuldvraag - wie heeft de meisjes verkeerd op weg geholpen? En ontdekken we hoe ze elkaar ooit ontmoetten.

Ik spel het verhaal zo uit omdat de titels van de drie delen - 'Schuld', 'Angst', 'Schaamte' - heel treffend én universeel zijn, en omdat de levensgebeurtenissen ná die ene vakantie in Frankrijk heel gebruikelijk zijn: relaties, zwangerschappen, abortus - of een kind. Dat zijn heel normale levens, overschaduwd maar niet per se bepaald door één ervaring. 40 procent van jonge vrouwen heeft een onvrijwillige seksuele ervaring gehad, werd twee jaar geleden nog eens in een analyse in PLOS One vastgesteld - die schaduw is dus bepaald niet particulier.

Met de twijfels van Nola en de angsten van Doris trekt Entius het verhaal bovendien in de discussie van culturele tolerantie versus vrees voor anderen die de cultuuroorlogen in de Verenigde Staten en Europa besmet heeft. In het rijtje Zomerboeken van dit jaar, met drie zeer politiek en sociaal betrokken vertaalde romans, past Entius' roman dan ook uitstekend. Stilistisch, technisch bijna perfect, maar met een maatschappelijke reikwijdte die menige dikkere contemporaine roman overstijgt. Lees Abdoel en Akil.

Daan Stoffelsen is webboekverkoper bij Athenaeum Boekhandel, recensent en redacteur van de Revisor.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum