Recensie: Flaubert als weekdier

24 februari 2020 , door Arjen van Meijgaard
| | |

Met impressionistische weergaven van de zee, het strand en badende mensen schetst Alexandre Postel in Un automne de Flaubert twee moeizame maanden uit het leven van Gustave Flaubert. De grote schrijver is begin vijftig en min of meer op. De herfst in de titel duidt niet alleen op het seizoen waarin de schrijver zich terugtrekt aan de zuidkust van Bretagne, maar wellicht ook op diens staat van zijn. Het schrijversbloed stroomt niet meer.

Bovendien kampt hij met grote financiële zorgen omdat de man van zijn nichtje, van wie hij financieel afhankelijk is, failliet dreigt te gaan. Dan zou hij, om nog voldoende inkomsten te hebben, zijn huis moeten verkopen.

Twijfel

Schrijven lukt zolang je inspiratie hebt en niet afgeleid wordt door allerlei aardse zorgen, maar Flaubert twijfelt aan zijn kunnen en onderneemt daarom een lange reis naar Bretagne, waar zijn vriend Pouchet zijn werkzaamheden als bioloog zeer serieus neemt. Deze Pouchet onderzoekt en ontleedt in zijn bassins en marinestation allerlei zeedieren. De beschrijvingen daarvan zijn soms erg uitvoerig, maar leiden uiteindelijk wel ergens toe, zo wordt later in het boek duidelijk. Flaubert zoekt afleiding in het gezelschap van deze vriend. Met een derde vriend nemen ze elke middag een bad in zee, ze eten vaak samen en Flaubert volgt nauwgezet het werk in het marinestation.

Maar als hij op zijn kamer is, in een kleine herberg waarbij hij zich alleen al ergert aan het gehoest van de man in de kamer naast hem, wordt hij teruggeworpen op zichzelf en komt de twijfel op. Voor hem is zich ongelukkig voelen helaas geen bron van inspiratie.

'Flaubert ne voit pas dans le malheur une occasion d'élever son âme ou d'exercer la fortitude de son esprit. Pour lui, le malheur avilit  et c'est tout.'

Allereerst wacht hij op een telegram van zijn nichtje of spelt hij de krant op berichten over faillissementen. Maar hij wordt lang in het ongewisse gelaten. Ten tweede tast hij wanhopig zijn schrijverstalenten af op zoek naar een ingang om de pen weer op papier te nemen. Veel meer dan af en toe een brief komt er niet uit.

Worstelen

Alexandre Postel streeft geen actie na, er is geen duidelijke plot, behalve de vraag of Flaubert financieel in zwaar weer terecht zal komen. Het zijn de beschrijvingen en de gedachtes van Flaubert die het verhaal vormen. Je ziet hem worstelen met zijn gevoelens, met zijn grote lijf, met wat hij nu moet in het leven. Zelfs onder het wandelen gaat het niet gemakkelijk:

'Son pas est lent, son souffle court, et son esprit, loin de s'ouvrir aux forces et aux flux du monde, se resserre sur les menus accidents du chemin, une racine glissante, une roche instable, une ronce à écarter.'

Zijn vriend Pouchet beweegt zich natuurlijk veel makkelijker over de gladde en bochtige paden.

Postel verweeft de wereld om Flaubert heen met zijn onbestemde gevoel en onzekerheid vanbinnen. Ook het contrast met de wetenschappers die niet alleen vol enthousiasme hun taken uitvoeren, maar in zijn ogen succesvol zijn en iets bereikt hebben, zet Postel licht aan, tot Flaubert het zelf eveneens constateert.

Eerste zinnen

Maar gelukkig begint er langzaam iets te broeien. Flaubert denkt terug aan een oude legende en neemt zich voor die te gaan uitschrijven, er een verhaal van te maken. Al was het alleen maar om te bewijzen dat hij nog kan schrijven. Het is een lugubere legende over een jongen, Julien, die er genoegen in schept onschuldige dieren op een wrede manier te doden. Misschien dat het ontleden van de zeedieren waar hij getuige van was hem op het spoor heeft gezet. Stapje voor stapje lijkt het te lukken. Postel laat mooi zien hoe Flaubert draalt bij het kiezen van de juiste woorden, schaaft en schuurt aan de eerste zinnen.

George Sand schrijft hem dat hij best een voorbeeld aan een weekdier kan nemen, dat zijn begaafdere dieren dan men denkt. In deze aansporing zou ook gelezen kunnen worden dat Sand vindt dat hij zich als een watje gedraagt en niet moet zeuren. Ze raadt hem aan wat langer aan de kust te blijven. Als in een schilderij komen er steeds meer zinnen op papier en ontstaat het verhaal dat Flaubert wil schrijven.

Feit of fictie

Het is lastig om in het hoofd te kruipen van een van de bekendste schrijvers van Frankrijk en een deel van zijn leven te romantiseren of fictionaliseren. Af en toe kon ik niet nalaten me af te vragen of de schrijver van Madame Bovary en Salammbô werkelijk op die manier leed onder zijn writer’s block: als een Oblomov op bed liggend, uit het raam starend, gesprekken voerend met het schuchtere kamermeisje. Voor liefhebbers van Flaubert zal dat minder uitmaken, waarschijnlijk is dit verhaal weer een puzzelstukje dat het grotere geheel van het leven van de schrijver aanvult. Maar los van de vraag wat feit en wat fictie is, weet Alexandre Postel de sfeer aan de afgelegen kust van Bretagne en de tijdgeest van 1875 zeer treffend te beschrijven en geeft hij een prachtige karakterschets van hoe Flaubert daar en toen mogelijk geworsteld heeft met zijn schrijverschap.

Arjen van Meijgaard schrijft korte verhalen en bespreekt Nederlandse en Franse fictie, voor onder andere NBD/Biblion en zijn eigen blog.

pro-mbooks1 : athenaeum