Recensie: Twee kaatseballen, uien en een meisje uit Cádiz

30 oktober 2020 , door Daan Stoffelsen
| | |

Wat vierden ze twee millennia geleden in december? De Saturnalia, een feest voor de god Saturnus waarbij Romeinen hun relaties cadeautjes gaven. En wat lazen ze? Martialis' Xenia en Apophoreta, nu gebundeld in het mooie cadeauboek Feest in het oude Rome. Geschenken voor de Saturnaliën. Eerder bleven ze 'onvertaald en onbesproken', schrijft vertaler Vincent Hunink, en dat was niet onbegrijpelijk maar wel jammer: deze ultrakorte gedichten zijn veel leuker dan Sinterklaasrijmpjes en spontaner dan gedichten in opdracht maar ze missen nog Martialis’ latere hardheid en scherpe humor. Ze gaan over de geschenken voor die eindejaarsfeesten - gevogelte en wijn, speelballen en toga's, perkamenten en slaven - en laten de Romeinen op hun alledaagst en meest luxe zien. Maar wie alleen maar denkt: rare jongens die Romeinen, die dient door te denken.

Jongeheer

Het onvergenoegde 'onvertaald en onbesproken' verwijst overigens naar de vertaling van Piet Schrijvers, Verzamelde epigrammen (Schrijvers lichtte die uitgave ook toe op Athenaeum.nl), waarin deze twee boeken ontbreken. Die Athenaeum—Polak & Van Gennep-uitgave was al een prachtig cadeau, gebonden en dus bijna volledig. Martialis' gedichten in Huninks selectie zijn bijzonder kort, ook in zijn vertaling, maar met een uitgebreide inleiding (in PDF te lezen op VincentHunink.nl, mét dertien gedichten), verhelderende noten over de materiële wereld en de mythologie én mooie foto's van Jona Lendering ter illustratie, is deze gebonden uitgave een mooi extra geschenk.

Dat zit hem ook in de bizarre inkijkjes in een andere wereld. In Xenia, door Hunink vertaald als 'Aan tafel. Eten en drinken' is het 34ste gedicht gewijd aan uien. Hiervoor kwamen dadels, vijgen, pruimen en kazen, hierna worstjes en olijven: dit lijkt onze borreltafel wel.

Bulbi

Cum sit anus coniunx et sint tibi mortua membra,
nil aliud bulbis quam satur esse potes.

Uien

Je echtgenote is een oude
vrouw, je jongeheer is dood.
Alleen met uien kun je nog
verzadiging bereiken.

Uien, merkt Hunink op, zijn natuurlijk gewoon voedzaam, maar de Romeinen dichtten ze ook een zinnenprikkelende werking toe. Dat leidt tot een in deze reeks zeldzame seksuele toespeling (terwijl Martialis er elders wel pap van lust. De Lucanische worstjes, gedicht 35, gaan trouwens goed samen met pap). Hunink maakt van die wat vlakke 'mortua membra' een in het Nederlands wat ritmischer jongeheer.

Leenwoorden

Hoewel dat in 'Aan tafel' niet altijd evident is, wisselt Martialis doodgewone met hyperluxe cadeaus af, wat een komisch effect geeft. In het tweede deel 'Om mee te nemen. Presentjes voor thuis', is het sterker. Er is een geweldige afdeling boeken (die geven wij ook nog steeds!) met bijvoorbeeld de gedichten 185, over Culex, ‘de mug’, een klein, humoristisch epos in 414 regels dat aan Vergilius werd toegeschreven, en 186 met 'de hele Maro, / echt gigantisch…'. Hunink: 'Overigens is Vergilius’ volledig werk bij lange na niet zo omvangrijk als Ilias en Odyssee tezamen.'

Informatief en onderkoeld commentaar. Huninks vertalingen zijn soepel, en zijn keuze om Griekse leenwoorden met Engelse te vertalen werkt goed. Zo staat in 'Worstelaar', een duur cadeau: 'Niet dat hij wint vind ik zo fijn, / maar dat hij zich zo willig schikt / en beter is geworden in / the art of bed-wrestling.' Zo blijft in deze vertaalde context ook de vreemde taal bewaard.

Raar?

Maar hoe vreemd zijn deze gedichten? Hoe raar zijn de Romeinen? De Saturnalia doen aan carnaval denken (in enkele eeuwen van één naar vijf dagen feest, omgedraaide rollenpatronen, met slaven de baas), Sinterklaas en kerst (nuttige en mooie cadeautjes) en de kerstpakkettraditie. Alleen stopten Romeinen naast kaas en wijn dus ook uier en baarmoeder in het kerstpakket. En oh, kom er eens kijken: ze legden onder de boom of in de schoen niet alleen sokken, kaatseballen en een zweepje voor een tol, maar ook een meisje uit Cádiz dat 'zelfs Hippolytus / een rukker maken zou'. (Hunink: 'Het hier gebruikte woord, masturbator, klinkt vertrouwd maar is feitelijk in het Latijn heel zeldzaam.') Wat niet anders is, dat de een enorm uitpakt, crisis of niet, en de ander het bij kleine cadeaus uit een goed hart houdt.

En de gedichten? Dat zijn in ieder geval niet slechts Sinterklaasrijmpjes, betoogt Hunink in zijn inleiding. 'Martialis was als dichter nét te zelfbewust om alleen een soort praktische grabbelton voor zijn lezers te produceren.' Martialis merkt nog wel eens op dat ze in plaats van de cadeaus gegeven kunnen worden, maar dat lijkt ook een grap. Nee: de poëzie is het geschenk. Dus, met Martialis en Hunink: geef dit jaar een gedicht, of een bundel cadeau. Dat is alledaags én luxe, en met een beetje geluk kan die ander er twee millennia mee vooruit.

Daan Stoffelsen is webboekverkoper bij Athenaeum Boekhandel, recensent en hoofdredacteur van De Revisor.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum