Recensie: De mysterieuze alledaagsheid van Dirk Braeckman

30 november 2015 , door Fabian Takx
| | |

Over de fotografie van de Belgische kunstenaar Dirk Braeckman kun je van alles beweren, maar je zult er nooit vat op krijgen, ook niet gevat in dit overzichtswerk. Misschien is het dat wat zijn werk zo’n kracht geeft. Als een raadsel waarvan de oplossing voor het grijpen lijkt te liggen, maar dat toch steeds terugwijkt, verleidelijk en gesloten tegelijk. Maar goed, nu begin ik mezelf te verliezen in quasi-literair gebazel in een poging er vat op te krijgen. En ik ben niet de enige. Door fabian takx.

De feiten

De feiten, laten we daarbij blijven. De uitgever van dit prachtige boek is Roma Publications uit Amsterdam, een kleine, onafhankelijke uitgeverij die in 1998 is opgericht door kunstenaar Mark Manders en grafisch vormgever Roger Willems. Ze weten steeds weer bijzonder mooie kunstboeken uit te geven waar de liefde voor het vak en het onderwerp vanaf spat. Boeken die steeds ontstaan in nauwe samenwerking met de kunstenaar. Op hun site staat dat de oplagen variëren ‘van 2 tot 150.000’. Alleen al om deze eigenzinnige uitgeverij te laten voortbestaan, zou je dit boek moeten kopen.

Dirk Braeckman (1958, Eeklo) is in Nederland niet erg bekend, maar in België en internationaal is hij een absolute grootheid. Hij heeft als thuisbasis Gent, maar hij reist veel. Na een carriere van zo’n vijfentwintig jaar wordt hij geëerd met een overzichtswerk van 384 pagina’s, à raison de 55 euro, dat in samenwerking met het Museum M in Leuven is ontstaan. Met behalve de vele, schitterend afgedrukte foto’s op groot formaat essays van Martin Germann en Dirk Lauwaert, een overzicht van leven en werk, een bibliografie en een toelichting op zijn ‘site-specifieke’ werken. Alles in het Nederlands en in het Engels.

De essays

De begeleidende essays zijn buitengewoon scherpzinnig. Ze geven het werk van de kunstenaar cachet en voegen hem in de kunstcanon. Maar ze ‘verhelderen’ evenveel als ze blokkeren, omdat ze Braeckmans werk niet ‘gerust laten’, om het op zijn Vlaams te zeggen. Je kunt ze dan ook het beste overslaan. Of je moet trek hebben in zinnen als: ‘Wat deze beelden met het lage contrast, krappe kader en korrelige karakter gemeen hebben, is een soort sluier, een filter die elk verder beeldonderzoek verhindert en de notie van een “impressie” versterkt.’ (Germann) of ‘Het zwart van Braeckman beweegt. Het kruipt log en zuchtend als een kreupele, naar iets dat ontzwart werd.’ (Lauwaert). Om log en zuchtend van weg te kruipen, dit proza.

Braeckmans werk wordt door Germann vergeleken met dat van Larry Sultan (heeft het he-le-maal niets mee te maken), Henri Cartier-Bresson (bij Braeckman gaat het juist niet om het ‘beslissende moment’, stelt Germann vast) en Walker Evans, en bepoteld met citaten uit Heidegger, W.G. Sebald, Walter Benjamin en Sartre. Lauwaert komt met een curieuze stoet van kunstenaars op de proppen: William Turner, Brassaï, Eugene Smith, Robert Frank, Bill Brandt, Georges Seurat, Max Beckmann, Odilon Redon, Victor Hugo, Kazimir Malewitsj, Frank Miller, Walker Evans, Félix Valloton, Pierre Bonnard, Frans Masereel, Hiëronymus Bosch, Graigie Horsfield en iedereen die ik nog vergeten ben.

De eigen woorden

Dan heb je meer aan een interview uit 1998 met de kunstenaar uit diens monografie z.Z(t). Het is afgenomen door Braeckmans in 2006 overleden assistent Erik Eelbode, aan wie het boek is opgedragen. In dit tweegesprek doet Braeckman enorm zijn best om zichzelf van het toneel te laten verdwijnen, met uitspraken als: ‘Elk beeld is in zichzelf besloten. Het staat, tot op zekere hoogte, alleen.’ Maar het maakt wel iets van zijn werkwijze duidelijk: ‘Ik print mijn werk zo uniform mogelijk, los van de intenties van een bepaald beeld.’ In zijn – uiteraard korte – voorwoord zegt Braeckman: ‘Om diverse redenen heb ik altijd terughoudend gestaan tegenover het idee om een publicatie te maken. [...] Een boek poneert iets, het zet dingen zwart op wit, terwijl ik mijn werk zo vluchtig en open mogelijk wil houden.’

Braeckman fotografeert zijn naaste omgeving in duister zwart, van naakte jonge meisjes in suggestieve houdingen tot beddenspreien, goedkoop behang en vettige gordijnen in verlaten kamers. Ze maken het banale mooi met hun knalharde flitslicht, ze laten zien dat zelfs een afgrijselijke tweezitsbank met een afgetrapt tapijt prachtig kan zijn. Soms zijn het bijna abstracte beelden, zo close en met zo weinig diepte zijn ze vastgelegd. Braeckman werkt niet chronologisch; hij bewaart alles en diept af en toe een negatief uit zijn archief op dat hij met zorg afdrukt. De foto’s hebben titels als ‘H.O.-R.O.-97’, ‘A.D.F.-B.N.-03’ of ’Nadezgda-06’ (het achterhoofd van een jonge vrouw, hierboven). Het ouderwets ambachtelijke dokawerk zie je eraan af. Intiem, schijnbaar voyeuristisch, maar ook ongrijpbaar en afstandelijk. Maar iedereen zal er wat anders in zien. Een boek om vele, vele keren te bekijken.

Fabian Takx is freelance journalist en auteur.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum