Recensie: Een schepnet voor gedichten

16 juni 2011 , door Lodewijk Brunt
| |

Of het Poetry International Festival geslaagd is, hangt af van de dichters. Nogal wiedes. Maar wie moet je uitnodigen? De bedoeling van het festival is om het publiek te informeren over ‘wat er wereldwijd in de poëzie gebeurt’. Wordt dit doel beter gediend door Armando, Doina Ioanid of Serheij Zhadan? Poetry International 2011 heeft dichters uit landen als Syrië, Duitsland, Uruguay, de Verenigde Staten, Australië, Groot-Brittannië en Nederland. In de bundel van het festival is per dichter een werkstuk opgenomen, plus een Nederlandse vertaling - voor zover van toepassing. Het veelkleurige gezelschap laat zien dat er in de poëzie van alles gaande is. Het zal desondanks nog niet meevallen om vast te stellen wat dat nou eigenlijk is.

‘Alles wat ik ben vergeten, puin, sintels, resten/vormen eigenlijk de werkelijkheid’’, luiden de eerste regels van een fraai gedicht van de Roemeen Ion Muresan. Poetry International is ook een feest van de vertalers - dichters kunnen nog zo prachtig voordragen, als je niet weet wat ze zeggen, zul je het met klanken moeten doen. Deze regels lijken me prima vertaald, maar of ze in het Roemeens net zo sterk zijn, kan ik onmogelijk beoordelen; ik spreek of leesgeen woord Roemeens. Hebben we het oorspronkelijke gedicht van Muresan voor ons of een gedicht van vertaler Jan H. Mysjkin, geïnspireerd door Muresan? Als cadeau bij de bundel is een cd ingesloten waarop opnamen staan van dichters die in het verleden bij Poetry International hebben opgetreden. De teksten en hun vertalingen zijn als bijlage opgenomen. Met geluid erbij is de verwarring nog groter. Als ik Mahmoud Darwish zijn gedicht hoor voordragen, val ik bijna in katzwijm voor zijn sonore stem en het intrigerende Arabisch, maar zijn gedicht bevalt me in feite matig. Bij Jo Shapcott zwicht ik eerder voor haar gedicht, mede door de vertaling van Jan Eijkelboom; hetzelfde geldt voor Michel Deguy en het kunstige vertaalwerk van Theo Sontrop - Deguy staat trouwens niet op de cd.

Volgens de inleider van de bundel, festivaldirecteur Bas Kwakman, moet Poetry International zorgen voor de bevordering van de ‘internationale poëzie’. Wat internationale poëzie is, weet ik niet. Zoals me ook ontgaat wat de verzamelde dichters buiten hun schrijverschap gemeen hebben. In Rotterdam zijn dichters uitgenodigd met een paar regeltjes, met meer dan twintig coupletten, prozagedichten, politieke gedichten, fantasiegedichten en beschrijvende gedichten. De Italiaan Neri beschrijft een zoetwatervis: ‘Een lavarello is in Lombardije een vis die op de bodem van het meer leeft’; Yan Jun schrijft een gedicht op het zestigjarige bestaan van de Chinese Volksrepubliek: ‘Op dit moment is Peking aan het veranderen’; Robert Hass houdt zich bezig met ‘tijd en materialen’: ‘striemen, schrammen, smeren, strepen, bevlekken, bekladden, gutsen, schrapen’. Ik zie uitsluitend hoogstpersoonlijke gedichten - de aller-individueelste expressie van de aller-individueelste emotie, om het nog maar eens met een geheid cliché uit te drukken.

Het thema van het festival van dit jaar is ‘chaos en orde’, maar ik ben er niet in geslaagd dit thema in de verzamelde gedichten terug te vinden. ‘Hij hoort het waaien van de modder, hij ziet/ de wrede groei,/de leegloop der rivieren./Hij wankelt en gaat liggen’, schrijft Armando. Het zou kunnen dat zulke regels het thema uitdrukken, maar dan drukken ze net zo goed een ander thema uit: water en vuur, bijvoorbeeld, beweging en stilstand, geboorte en dood. De pretentieuze inleiding in de bundel maakt het er niet beter op; veel internet, economie, mobiele telefoons, klimaat, wetenschap en technologie, maar in feite geen woord over de uitgenodigde dichters of wat hen bindt.

Ach, misschien doet dat er ook niet toe; je gaat naar het festival om dichters te zien en te horen en wie weet zit er een verrassing bij die je zal bijblijven. Ik kreeg kippenvel van Truong Tran, Eugène Savitzkaya, Yan Jun en Giampino Neri. Je zou willen dat er meer van zulke dichters werden uitgenodigd en dat er in de bundel tien van hun gedichten stonden in plaats van slechts één. Poetry Festival is een schepnet, daar worden soms schatten mee uit de oceaan gevist.

Lodewijk Brunt is stadssocioloog.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum