Recensie: Een affaire met de leraar

30 juli 2013 , door Janneke van de Griendt
| | |

Heimelijk verliefd worden op je leraar; het kan ieder pubermeisje overkomen. Zo ook het hoofdpersonage in de debuutroman van Shira Keller, M. Het is een luchtig geschreven werk met tegelijkertijd aandacht voor complexe gevoelens als kwetsbaarheid en zelfvertrouwen. Een waardig debuut. Door janneke van de griendt.

Zelfportret

In M. krijgt kunstenares Leah Rosenberg de opdracht een zelfportret te boetseren, iets dat haar maar niet lukt. Haar gedachten dwalen namelijk steeds af naar het verleden, naar de tijd op de middelbare school waar ze verliefd werd op haar leraar Klassieke Talen: Markus Prins. Zij spreken dagelijks bij de Oude Kerk af, tot hij op een dag een punt achter de heimelijke affaire zet.

Leah probeert door middel van gesprekken met haar spiegelbeeld inzicht te krijgen in haar doen en laten. Keller speelt hierdoor op inventieve wijze met het aantal personages in haar boek. Tevens illustreert ze hier mooi de diversiteit van gevoelens: enerzijds is er het kwetsbare, onzekere meisje in de spiegel, anderzijds de zelfverzekerde jongedame die haar zinnen op de leraar heeft gezet.

Onbenullige gesprekjes

Keller heeft de ongebruikelijke affaire typerend geschetst. Er is een gebrek aan wil om een einde te maken aan het samenzijn, maar tegelijkertijd is de ongemakkelijkheid zichtbaar aanwezig in de onbenullige gesprekjes tussen de geliefden.

'Met zijn handen op zijn bovenbenen liet hij zich op het bankje zakken. Ik volgde zijn voorbeeld.
"Mooi hier, eigenlijk," merkte hij op.
Ik staarde naar de oever aan de overkant, die deels werd opgeslokt in de mist. In het kabbelende water plonsde iets.
Markus Prins sprong op, het bankje kraakte. "Moet je zien, een vis!"
"Is aan het doodgaan," hoorde ik mezelf zeggen, al had ik geen benul van vissen, laat staan ooit een vis zien sterven.
Hij teleurgesteld: "Nee, echt?"'

Keller heeft bovendien een fijne schrijfstijl: luchtig, zonder teveel poespas, maar wel aangevuld met sprekende vergelijkingen: 'Breekbaar als een ongekookte spaghettistengel staat mijn moeder op de wc-rand, op haar sokken.'

Geen goeie kop

De centrale vraag is natuurlijk: waarom lukt het Leah niet om een portret van zichzelf te maken? 'Ik heb gewoon geen goeie kop', is het antwoord in de roman. Een meer voor de hand liggende reden is het verlangen de confrontatie met jezelf, inherent aan de opdracht, uit de weg te gaan. Bij het boetseren van een zelfportret kun je jezelf niet ontlopen, en het is exact datgene wat Leah door haar roerige verleden niet kan opbrengen. Vreemd is dan dat ze zichzelf in de spiegel wel onder ogen kan komen. En daarmee belanden we weer bij de verklaring die Leah zelf geeft: haar hoofd is simpelweg geen geschikt materiaal. Maar wat was dan Kellers reden om het niet te boetseren zelfportret in verband te brengen met het roerige verleden van haar hoofdpersoon? Jammer dat dit verband niet sterker en eenduidiger uitgewerkt is. Afgezien daarvan is M. namelijk een geslaagde debuutroman.

Janneke van de Griendt studeert Taal & Communicatie aan de Universiteit van Amsterdam. Daarnaast is ze recensent voor Recensieweb, waar deze recensie ook zal verschijnen.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum