Leesfragment: Bewegend doel

27 november 2015 , door Micha Hamel

17 januari verschijnt de nieuwe dichtbundel van Micha Hamel, Bewegend doelVrijdag 1 februari wordt de bundel bij Athenaeum gepresenteerd. Wij publiceren voor: 'En terwijl wij retronauten het kompas in onze broekzakken / koesteren zweren wij torenhoog samen ten gunste van een / betere wereld, een onaffe roman of het oude vermoeden dat // elke gesloten gekromde ruimte die homotoop is met een sfeer, er ook / homeomorf mee is. (bron: Wikipedia)'

In Bewegend doel wisselt de dichter onophoudelijk van rol. Hij is kunstenaar en burgerman, en laat zich in deze hoedanigheden schoonmaker of psychonaut noemen. Hij zoekt in zijn huis naar het goud en vindt zichzelf terug als blinde stumper die met bloedend tandvlees langs de deuren gaat om zijn liederen te slijten. Maar ook is hij popster, rechter en acteur, en onderzoekt hij hoe deze personages hem vervormen. Zoals gewoonlijk in het werk van Hamel wordt er een waaier aan thema's aangeroerd. Er is een gedicht over depressie, over een Egyptische godin, over het woordje zwoel en over de Italiaanse volksaard. Er is zelfs een gedicht over ideeënarmoede, want zoals er emotietelevisie en ervaringstheater bestaat, zo bestaat er ook bekentenispoëzie, latexallergie, scheurbuik en donkere materie.

Micha Hamel (1970) is componist, dichter en  dirigent. Hij componeerde orkest werken, liederen, en kamermuziek voor de concertzaal en muziek voor dans en theater. Zijn tragische operette Snow White (2008) was een landelijk succes. In 2012 was hij 'componist in focus' op het Holland Festival. Hamel publiceerde de bundels Alle enen opgeteld (Van der Hoogtprijs 2005), Luchtwortels en Nu je het vraagt [leesfragment].

 

De club

Mannen zijn wel gevoelsmensen
die lijden aan de roep van tijdvrij
schijnzijn met kompanen en bier.

Minstens een keer per week moet ons dikke
bloed aangelengd, gestaag, tot er saturnische
helden uit haar vermiljoenen rivieren opstaan.

Mijn club heet De Geleefde Uitzondering en elke
donderdagavond zink ik in het drijfzand waarin

En terwijl wij retronauten het kompas in onze broekzakken
koesteren zweren wij torenhoog samen ten gunste van een
betere wereld, een onaffe roman of het oude vermoeden dat

elke gesloten gekromde ruimte die homotoop is met een sfeer, er ook
homeomorf mee is. (bron: Wikipedia)

Ideeën, hypotheses en oplossingen worden verteerd als
eikels in het imaginaire kampvuur en terwijl de woorden
tegen de wanden opspatten word ik een oscillatie tussen

de boven- en onderwereld gewaar die mij dermate lief is
dat ik aan haar afsta twee maal twee stonden van mijn slaap.

alle conversaties hun bestemming vinden.

Ongeneeslijk levend zal ik
ook morgen weer strijdlustig

door de dag, met een knar van
zand, de gang van een stramme

en de hartstocht van een faun.

 

 

 

yeah

Ik ben zwoel yeah
zwoel

niet koel
niet cool

nee zwoel yeah
da’s zo’n beetje

een soort van

zoel
        wat?
zoel
        hoe?

zoel is zowat
zwoel is zo
wat zoel

niet cool
niet koel

zwoel yeah

 

 

 

Redding

Een jonge vrouw, een kasplantje eigenlijk, ligt – witte pleisters
trekken haar neusvleugels open – aan de beademing en kijkt

met dierenogen naar binnen of anders voorbij de bomen naar
buiten. Haar zus denkt zus haar moeder zo en Frederik, haar

vader, denkt het zijne. Als ze sterft zucht men van verlichting.

*

Frederik fantaseert als ik inadem hoeveel dataverkeer
neem ik dan met mijn teug mee naar beneden. Hoeveel

deviaties produceer ik in telefonades nu ik ferm tegen
de wind in fiets terwijl mijn hondstrouwe hersenen hard

bezig zijn om alle mogelijke gebruikerssporen te wissen?

*

De moeder wappert het echtelijk dekbed uit op haar balkon en
denkt aan haar schatje die elf kilometer verder in de airco van zijn

kantoor zit te zwoegen op statistieken en rapporten. Ze dagdroomt
als ik nu de lucht kus merk jij dan dat de koelte die door jouw kamer

trekt heel eventjes je wang aait, misschien wel zo teder dat je opkijkt?

*

De zus komt met haar – een dondersteen, tjonge – drukke dochtertje
net van de begraafplaats en ze puft poeh poeh we moeten er even uit

we maken er een gezellige middag van. Een uurtje later ligt ze op haar
handdoek met haar hoofd op haar badtas en gaat haar hartslag steeds

trager in de middagzon totdat haar boekje uit haar vingers glijdt, ploef.

*

Haar vriend moet vandaag een lezing houden, inspecteert dus adem en
glimlach, strikt zijn stropdas en loopt met gretige tred door het applaus

heen richting het katheder. De zaallichten doven en de projectie toont de
juiste kiezelwoestijn. Een kolossale wolk van stilte groeit boven de hoofden

van het publiek en zijn tong krimpt als een in lijmlucht stikkende naaktslak.

*

De kleuter wordt uit het zwembad gevist, slap op de kant
gelegd en beademd tot ze onbeschadigd opent haar gezicht.

De badmeester deinst terug en dankt in een soort dankhouding,
of scherper gezegd: hij maakt groot en vlug een lief onhandig

dankgebaar. Omstanders lachen en huilen en lachen en huilen.

 

Copyright © 2013 Micha Hamel en uitgeverij Augustus

Uitgeverij Atlas Contact

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum