Recensie: Žižek vraagt zich in Surplus-Enjoyment af: kunnen we aan onze verslaving aan genot ontkomen?

Slavoj Žižek heet een soort rockster onder filosofen te zijn, maar dat klinkt eigenlijk veel te gezellig. Als je hem hoort praten, denk je: wat leuk, wat spannend, ik begrijp dit. Maar als je ’m dan gaat lezen, kom je al heel snel bij Hegel uit. Hij versimpelt niet. Loopt niet weg voor complexiteit. Ik vind dat fijn. Soms is het goed om je kiezen in iets pittigs te zetten en dat kan dus heel goed bij Žižek. Ik kijk uit naar Surplus-Enjoyment omdat hij aan de slag gaat met een heel actueel onderwerp, dat ons op alle essentiële vlakken in de problemen brengt, politiek, klimaat-technisch maar ook persoonlijk.

N.B. Dit is het eerste filosofieboek van de maand. Meer filosofie? Bezoek onze categoriepagina. Lees fragmenten op onze site uit Als een dief op klaarlichte dag, Het jaar van het gevaarlijke dromen en Eerst als tragedie, dan als klucht, en Harm ten Napels bespreking van zijn Pandemie.

We leven in een tijd van teveel. En toch hebben we steeds het gevoel dat we te weinig hebben. En dat gevoel van te weinig bestrijden we met… meer. Meer spullen. Meer ervaringen. Dat een groot denker als Žižek met zo’n fundamenteel probleem aan de slag gaat, is interessant. Wat ik lees over dit boek, maakt me nieuwsgierig. Hij koppelt onze verslaving aan meer meer meer aan de impasse waarin de politiek zich in steeds meer landen bevindt. En hij vraagt zich af: kunnen we aan onze verslaving aan genot ontkomen?

Helen Westerik is rubrieksbeheerder Filosofie bij Athenaeum Boekhandel Spui.