Leesfragment: Bijna niets gebeurt toevallig

|

Een van onze cadeautips voor de komende feestmaand: de Mediameiden, Tamar Bot en Fanny van de Reijt, met Bijna niets gebeurt toevallig. Lees een fragment & bestel!

  • ‘Wat kunnen die meiden schrijven. Scherp én grappig.’ - Aaf Brandt Corstius
  • ‘Sappig!’ - Paul de Leeuw
  • ‘Fanny en Tamar kunnen niet alleen goed praten, ze kunnen ook fantastisch schrijven. Ze schetsen een bij vlagen onthutsend beeld, maar nooit zonder humor of zelfspot te verliezen.’ - Maartje Wortel

Tamar Bot en Fanny van de Reijt schrijven openhartig en met humor over hun ervaringen achter de schermen van de dagelijkse talkshow. In een tijd waarin er steeds meer kritiek is op de werkcultuur in de tv-wereld, doen deze doorgewinterde redacteuren van binnenuit verslag van de Hilversumse slangenkuil.

Hoe laat je BN'ers leveren? Wat zeg je tegen Geert Mak als je hem moet afbellen omdat hij is vervangen door een bever? Wat doe je als Pieter Omtzigt je om half 12 's avonds belt terwijl je net op een bungalowpark de derde fles rosé opentrekt? En kun je eigenlijk wel een toekomst opbouwen met contracten van zes weken?

In  Bijna niets gebeurt toevallig komt het allemaal samen: the good, the bad, the glam.

 

De bever is terug [fanny]

Ik had een gigantische kater en nul onderwerpen voor de maandagochtendvergadering.
'Ach, jij laat het zitten,’ had mijn Duitse vriendin me gisteren overtuigd, terwijl ze mij nog eens bijschonk. ‘Jouw werk moet begrijpen, het is goed voor jou om af en toe vrij te zijn.’ Zelf werkte ze niet in de media, dus ze had geen idee van wat er voor mij op het spel stond.
Om halfnegen zat ik op de redactie met een kaascroissant. Ik ging alle sites af: anp, The Guardian, The New York Times en ik scande ook de cultuurkaternen van de Nederlandse kranten. Alles wat ik tegenkwam was al afgeschoten. Ik las een interview met Geert Mak, maar hij was al geboekt, hij zou donderdag komen.
Het was inmiddels tien voor negen.
Ten einde raad pakte ik Trouw. Een krant waar nooit iets in staat, maar dat kon nu in mijn voordeel werken. Elke branche heeft zijn geheime schatten. Ooit leerde ik van mijn collega Anne-Will dat de geheime schat van de media pagina 13 van Trouw is. Mijn oog viel direct op de kop: bever in opmars. ‘Het gaat goed met de bever’, las ik. ‘Het dier werd dertig jaar geleden geïntroduceerd in de Biesbosch en is met name de laatste jaren met een flinke opmars bezig. In 2011 waren er nog zo’n 1000 bevers, nu zijn dat er een stuk of 3500.’
Mijn hart begon sneller te kloppen. Dit was het. ‘Auke-Florian’ noteerde ik. In mijn telefoon zocht ik naar een boswachter die ik ooit had voorbereid toen ik nog bij de commerciëlen werkte. Een knappe blonde vrouw, die van pr-werk naar de boswachtersindustrie was geswitcht. Ze had daar een stuk of acht interviews over gegeven, waarschijnlijk vanwege de fascinatie van redacteuren voor mensen die wél het lef hebben om zichzelf te laten omscholen. Hoe heette ze ook alweer? Hanne Tersmette noteerde ik.
De redactievergadering was inmiddels begonnen, ik zocht snel nog wat laatste dingen op. Ik had vreselijke nadorst.
Ik vroeg me af of het dat seizoen gewoon mode was of dat we massaal de feminist in ons hoogtij lieten vieren nu we bij een feministisch programma werkten, maar feit was dat we onszelf deze ochtend weer allemaal in tuinbroek hadden gehesen. De producent van het programma klaagde soms tegen de eindredacteur dat we een kliekje waren. Iets dat we hevig ontkenden. Ik zag een bever voor me in een tuinbroekje, er ontschoot me een lach.
‘Deze laten we even gaan,’ zei de eindredacteur op het idee van mijn voorganger. ‘Fanny, ik zie dat jij een leuk idee hebt.’
Iedereen keek me verwachtingsvol aan.
‘Fanny?’
Er zat niks anders op. Bluffen, opblazen, groots pitchen. ‘Jongens, ik heb ontzettend groot nieuws,’ zei ik. ‘The beaver is back.
‘Waaaat?’ reageerden mijn collega’s.
‘Ja, het gaat dus ontzettend goed met de bever. Daar staan we misschien niet genoeg bij stil. Maar in de jaren tachtig was hij bijna uitgestorven.’ Ik liet een dramatische pauze vallen. ‘Op sterven na dood,’ voegde ik eraan toe. ‘Wisten jullie dat er inmiddels in Nederland 3500 bevers zijn?’
Mijn collega’s veerden op.
‘Zou het niet leuk zijn om de bever vanavond te vieren?’ Ik koos het woord dat altijd goed valt bij talkshows om zeven uur. ‘Om een ode aan de bever te brengen. Paar schattige beverfilmpjes. Paar leuke boswachters. Opgezette bever op tafel en klaar ben je. Een ouderwetse smultafel.’
‘Geweldig, dit zijn de ideeën,’ riep de eindredacteur.
‘Wie had je in gedachten?’
‘Nou, ik ken een ontzettend leuke boswachter.’ Ik wist nu dat ik goud in handen had. ‘Hanne Tersmette. Ze was ooit pr-vrouw maar heeft zich om laten scholen.’
‘Wat geestig,’ riep mijn collega die eruitzag als een klm-stewardess.
‘Nu boeken!’ De eindredacteur ontplofte bijna.
De stewardess zette haar leesbril op en scande driftig door haar telefoon. Ze ging al jaren mee en had als enige een ingenieus systeem, waarbij ze bn’ers en deskundigen aan de hand van trefwoorden opsloeg. Elke keer als het systeem bleek te werken, was ze zelf opnieuw verrast. ‘Ik sprak ooit Mathiska van de Beveren- otterwerkgroep,’ zei ze.
‘Bellen!’ zei de eindredacteur.
Het was inmiddels tien uur, er was geen tijd meer om mijn ‘andere ideeën’ te pitchen. ‘Ik zet ze wel even op de mail,’ zei ik opgelucht en ik moest aan mijn Duitse vriendin denken. Het was inderdaad goed om af en toe vrij te zijn.

 

De bever is niet terug [tamar]

‘We zijn rond!’ hoorde ik vanuit het hok. ‘Radicalisering op de één, de bever op de twee, en de jaren negentig op de drie. Tamar, bel jij Geert Mak even af?’
Godverdomme, dacht ik terwijl ik naar mijn dossier keek. Ik had pagina’s volgepend over de nieuwe serie In Europa; Geert Mak zou langskomen vanwege de aflevering over gele hesjes in Frankrijk. Ik had hem aan de telefoon honderduit laten vertellen, want het onderwerp zou zeker doorgaan.
Ik liep het hok in waar de eindredacteur en de presentator zich de hele dag ophielden. ‘Moet dit echt?’ vroeg ik.
De eindredacteur zuchtte. ‘We hebben Bas Heijne op de één, Tamar. We gaan echt niet én Bas Heijne én Geert Mak in één show doen.’
Ik probeerde een comeback te bedenken.
‘Dat snap je zelf ook wel.’
De samensteller, de eindverantwoordelijke voor de uitzending van de dag, kwam binnen. ‘Tamar, pak jij die bevers dan meteen op? Bel Fanny even, die heeft het bedacht. Er staan al allerlei boswachters opgelijnd,’ zei hij, terwijl hij zijn laptop openklapte. ‘Heel leuk dit. Geestig onderwerp.’
De eindredacteur gaf de samensteller een knipoog. ‘The beaver is back!’
Ik liep terug naar mijn bureau. Geert Mak opbellen, met de deur in huis vallen en zeggen dat we zijn ingehaald door de actualiteit, de bever niet noemen. ‘Dag Geert, ik ga meteen met de deur in huis vallen, het gaat vanavond niet door. We zijn ingehaald door de actualiteit, we willen verder gaan inzoomen op radicalisering naar aanleiding van de aanslag in Nice.’
Omdat Geert Mak heel aardig is, reageerde hij heel aardig. ‘Geen probleem Tamara, heel veel succes met jullie uitzending!’
Ik vergaf hem de extra klinker na mijn naam.
Het was even schakelen van de onvrede onder de Franse arbeidersklasse naar de levensstijl van bevers.
‘Leuk dat jij dit gaat doen, meis!’ zei Fanny aan de telefoon, het was haar mamadag. Ze had het onderwerp op maandag groots gepitcht, maar nu, op het moment suprême, was ze in geen velden of wegen te bekennen. Goed voor elkaar, dacht ik. ‘Dus,’ zei ze, ‘Auke-Florian, die levert sowieso natuurlijk. Mathiska werkt heel veel in gebieden waar bevers zijn. En die Thijmen gaat een opgezette bever meenemen. Succes meis!’
De boswachters en de bioloog hadden er ontzettend veel zin in. ‘Het zijn heerlijke beestjes,’ zei Mathiska aan de telefoon.
‘En wat een geweldig nieuws is het dat ze nu terug zijn?’ antwoordde ik met gespeeld enthousiasme.
‘Terug zijn? Nou ja, ze zijn al dertig jaar terug, hè.’
‘Ze zijn nu toch op steeds meer plekken te zien?’ Ik probeerde de vragen zo gesloten mogelijk te stellen.
‘Ja, dat wel. Ze verspreiden zich steeds iets meer. Maar ze zijn niet terúg.’
Ik legde Mathiska snel uit waar ze kon parkeren en liep weer het hok in.
‘The beaver is níét back,’ zei ik tegen de samensteller.
‘Snap ik, maar we moeten het even groot maken,’ zei hij. Hij pakte de mail van Fanny erbij. ‘De bever is terug, het staat in haar pitch. Komt goed!’ Hij wilde duidelijk door. ‘Hoe reageerde Geert Mak trouwens?’ vroeg hij terwijl ik wegliep.
‘Hij snapte het wel.’
‘Zie je nou wel,’ zei de samensteller. ‘Niet zo denken in problemen. Dit gaat heel erg leuk worden!’

[…]

 

pro-mbooks1 : athenaeum