Leesfragment: Zeven soorten honger

03 juni 2016 , door Renate Dorrestein
|

Vandaag verschijnt de nieuwe Renate Dorrestein: Zeven soorten honger. Lees bij ons een fragment.

Zeven soorten honger speelt zich af in een exclusief kuuroord aan de Nederlandse kust, waar maatschappelijk geslaagde mannen hun overtollige kilo’s proberen kwijt te raken. Voor de gasten staat er veel op het spel: ze mogen pas weg als ze hun streefgewicht hebben bereikt. Wie opgeeft, betaalt een netto jaarinkomen als boete. En díe dreiging blijkt te werken. Tot zich onverwachts tegenslag voordoet.

Zeven soorten honger biedt voedsel voor de geest zoals alleen Renate Dorrestein het kan opdienen. Een spannende, lichtvoetige en energieke roman.

 

Met de telefoon tegen haar oor gedrukt wringt ze haar voeten in haar schoenen.
‘Ik weet dat jij er weinig van verwacht,’ komt Dereks stem van ver, ‘maar ik beschouw mijn presentatie vanmiddag als een grote kans voor ons… Nadine?’
‘Ik hoor je.’ Ze is nog maar net aangekleed, in Reykjavik is het zelfs twee uur vroeger, maar Derek staat al in de hoogste stand, hij klinkt op van de zenuwen. Spreken in het openbaar is bepaald niet zijn sterkste kant, hij zal wel op zoek zijn naar een steuntje in zijn rug. Maar ze houdt haar mond. Het was zijn eigen plan om naar die conferentie te gaan, een onzalig plan wat haar betreft, en bovendien, als hij gewoon thuis was gebleven, zou zij Helmut gisteravond niet hebben aangereden. Het besef hoe onredelijk die gedachte is, maakt haar alleen maar narriger.
‘Wat McDonald’s wereldwijd kan, kunnen wij ook,’ zegt hij, zo te horen om zichzelf moed in te spreken.
‘Ik zou niet over een junkfoodketen beginnen op een congres over toekomststrategieën voor topkuuroorden.’
‘Nee, allicht niet. Maar waar ik je ook over bel, ik kreeg net een bericht binnen van Voetemans, weet je nog, die laatst een offerte vroeg.’
‘Wacht even. Die man uit de Eerste Kamer?’
‘Nee, hij is een van de mensen achter die nieuwe televisiezender. Hij vraagt of we contact met hem kunnen opnemen.’
Ze gaat rechtop zitten. ‘Die gaat boeken.’
‘Die gaat zeker boeken. Bel je hem?’
Dwars door haar opwinding heen hoort ze in de woonkamer iets wat de ochtendhoest van Helmut moet zijn. ‘Zeker. En jij succes vanmiddag, hè?’
‘Haasje,’ zegt hij blij.
‘Ik spreek je later.’ Ze drukt het gesprek weg.
In zijn grijze joggingpak zit Helmut op de bank met overgave te rochelen. Hij ziet eruit zoals iedereen die gewend is om in een doos in een plantsoen te slapen er wel zal uitzien na eindelijk eens een comfortabele nacht: hij lijkt tien jaar jonger. Dat hij schoongeboend is maakt ook een heel verschil. Ze denkt: op dertig graden wassen, liggend laten drogen.
Als hij haar in de deuropening ziet staan, slaat hij een paar keer met de vlakke hand tegen zijn borst en zegt dan raspend: ‘Godsamme, mijn hele bast doet pijn.’
Ze kan de bons van zijn lichaam tegen haar auto nog horen. Maar als hij nuchter was
geweest, had hij zich waarschijnlijk nog erger bezeerd. Dronken mensen zijn te slap
om zich schrap te zetten tegen een val, daardoor blijft de schade beperkt. ‘Ook goedemorgen,’ zegt ze. ‘Dat pak kun je aanhouden, hoor. Je eigen kleren waren niet meer in zo’n beste staat.’
Ongeïnteresseerd kijkt hij even naar zijn mouwen. ‘Maakt mij niet uit. Maar een uitsmijtertje zou er wel in gaan.’
Beneden zitten de gasten nu aan het ontbijt. Levendig ziet ze voor zich hoe ze elkaar over de rand van hun fruitshake met trillende neusvleugels zullen aankijken: wát ruiken zij
in huis? Gebakken eieren? Dat kan ze hun niet aandoen. Ze zegt: ‘Ik geef het door aan de keuken.’ Ze klapt haar telefoon weer open en geeft er in het wilde weg een paar tikken op. ‘Een uitsmijter voor kamer 13.’
‘Met spek,’ stelt Helmut voor. ‘Dat stabiliseert de maag. En een bloody mary, om het systeem weer een beetje op gang te krijgen.’
‘Met spek,’ herhaalt ze in het luchtledige. ‘En een bloody mary, graag.’
Hij krabt aan zijn buik. ‘Komen ze het brengen?’
‘Nee. Ik ga het zo halen.’ Wat moet ze hem in vredesnaam te eten geven? Er is in de keuken uiteraard zelfs geen brood.
‘Je moet niet over je heen laten lopen, Evelien. Het is die lui hun baan.’ Bekommerd kijkt hij haar met zijn waterige ogen aan. ‘Een vrouwtje alleen, zoals jij, wordt altijd de
dupe.’
‘Mijn man is op zakenreis,’ brengt ze uit, ineens op de rand van tranen. Derek gaat zich in Reykjavik belachelijk maken, haar wacht over twee weken een zitting bij de rechtbank met imagoschade voor het William Banting als gevolg, en de enige persoon op aarde die met haar begaan is, is een naamloze zwerver die zij zo snel mogelijk moet zien te lozen.
Hij gnuift. ‘Op zakenreis? Dat zei mijn grootje ook toen haar vent er met iets jongers vandoor was gegaan. Ach, meid, wat kan het je schelen? Je bent soms stukken beter af zonder.’
‘Ik ga even voor je naar de keuken,’ hakkelt ze. Ziet zij eruit als iemand die door haar man is verlaten? Waarom denkt Helmut dat? Ze had geen ongelukkiger moment kunnen uitkiezen om naar beneden te gaan: de gasten komen net de eetzaal uit. Goedemorgen, meneer Peperkoorn, meneer Sand.
‘En, hoe is het vanochtend met de onbestorven weduwe?’ vraagt Sand.
‘U bent bijzonder rolvast, meneer Sand.’
Blaat, blaat. Maar de aannemer heeft nog meer voor haar in petto. ‘We hadden het er aan tafel zojuist over dat voedsel eigenlijk een onmisbaar onderdeel van een uitgebalanceerd
dieet is. Een goed dieet kan niet zonder.’ Triomfantelijk kijkt hij haar aan.
Toom hem een beetje in, wil je, zou Derek tegen haar zeggen, hij zit hier niet bij de Weight Watchers. Leefstijl, leefstijl en nog eens leefstijl, dat is waar het William Banting Instituut voor staat. Wij helpen mensen om tot gezondere en actievere gedragspatronen te komen met behulp van de juiste voeding, gestructureerd sporten en bewegen, bewustwording
van de eigen attitude en valkuilen, en het opbouwen van duurzaam persoonlijk vitaliteitsmanagement.
Druk zegt ze: ‘Sorry, hoor ik de telefoon op kantoor?’ en stapt snel de directiekamer binnen. Nu heeft ze zichzelf hier feitelijk opgesloten, want het duurt zeker nog een kwartier voordat iedereen aan zijn programma is begonnen. Wacht even. Voetemans, van die nieuwe zender.
Ze zet haar computer aan en gaat naar zijn dossier. Hij is geen spectaculair geval, hij wil dertig kilo kwijt, maar ook dat kan een heel karwei zijn. Ze toetst zijn nummer in. Binnen
een halve minuut vloeit alle spanning uit haar weg. De heer Voetemans heeft hun offerte bestudeerd en zou graag nog van de week naar het William Banting komen, als er op
zo korte termijn tenminste plaats is. De heer Voetemans treft het: ze kan nog wel een gaatje voor hem vinden. Zodra hij de borgsom en een aanbetaling voor zijn verblijfs- en behandelkosten heeft voldaan, is hij van harte welkom.
‘Voetemans binnen,’ bericht ze aan Derek. Ze had daarnet een beetje toeschietelijker tegen haar gestreste man moeten doen. Gek hoe zoiets werkt. Je raakt kortaangebonden
omdat je weet dat je zelf tekortschiet. Dat zie je ook altijd bij echtscheidingen. Niemand zo hardvochtig en nors als de bedriegende partij.
Ze zal Dereks telefoontje vanmiddag niet afwachten, ze zal hem na zijn presentatie zelf bellen en zeggen dat ze hem mist. Ze kan zich niet heugen dat ze ooit een nacht apart  hebben geslapen. Hij hoort hier, bij haar, zoals een mes bij een vork. Ze heeft altijd in hem geloofd. Misschien heeft hij het ook nu weer bij het rechte eind en valt de formule van
het William Banting inderdaad internationaal te franchisen. Vooruit, ze wil iemand zijn die genereus haar ongelijk kan toegeven.
Als ze weer van haar bureau opkijkt, ziet ze buiten een gestalte op zijn gemak over het gazon slenteren. Wie van de gasten loopt er tijdens trainingstijd te lummelen? Dan valt haar blik op de versleten bruine schoenen onder de joggingbroek. Op hetzelfde moment doemt in haar andere ooghoek Joey op, die achter Helmut aan stevent, zijn hand al uitgestrekt
om hem op de schouder te tikken.
Ze gooit het raam open. ‘Joey! Joey!’
Hij zwaait. ‘Good morning, Nadine.’
Ze leunt over de vensterbank. ‘Joey, wat zei je gisteren nou dat er mis was met het zwembad?’
‘De pomp.’ Hij gebaart met zijn hoofd naar Helmut. Nee, Joey laat zich niet gauw afleiden of zich door smoesjes inpakken, daarom zijn Derek en zij ook zo tevreden over hem. ‘Nieuwe gast?’ vraagt hij. ‘Not on my list for today. Is hij voor Johnny?’
‘Nee, nee, dat heb ik je toch verteld, mijn neef…’
‘Nice to meet you, Helmut!’ roept Joey.
Helmut draait zich om. Belangstellend komt hij over het gras naderbij.
‘Ik dacht al dat hij hier kwam kuren, want jullie krijgen
zelden zomaar bezoek,’ zegt Joey. ‘Well, he definitely can use it. We krijgen hem wel weer in vorm, honey. Dat heb ik Derek gisteren ook laten weten.’
‘Derek? Hoe bedoel je?’ Ineens is ze beducht voor zo’n soort wending waarvan je je later het onnozelste detail nog herinnert, zelfs wat je op dat moment aanhad. Net zoals toen ze in die politiefuik reed. Toen droeg ze de oorbellen die Derek haar gaf na haar tweede miskraam.
Hij appte me gisteravond dat ik hem in Iceland altijd kan storen als er iets is. Typically Derek.’ Over zijn schouder kijkt hij naar Helmut, die zichtbaar moeite heeft met de glooiing in het gazon. ‘Not to worry, heb ik hem teruggeschreven, Nadines neef Helmut is hier net gearriveerd, and if he needs help, we will gloriously shape him up.’
‘O nee,’ zegt Nadine geschrokken.
Joey haalt een hand door zijn goudblonde haar. ‘Hey, ik begrijp dat het pijnlijk voor jullie is om zo iemand in your own family te hebben. But Derek and you can trust me, Nadine. My lips are sealed. Zal ik je neef een rondleiding geven?’

pro-mbooks1 : athenaeum