Leesfragment: Het boek der tranen

09 september 2020 , door Heather Christle
|

Vier sterren in NRC Handelsblad, en besproken in De Groene Amsterdammer: Heather Christles Het boek der tranen (The Crying Book, vertaald door Koen Boelens en Helen Zwaan) krijgt ruim de aandacht, en terecht! Tijd voor een fragment.

In Het boek der tranen onderzoekt Heather Christle het meest menselijke gedrag dat er is: huilen. In een mozaïek van wetenschap, poëzie, geschiedenis, literatuur, populaire cultuur en gesprekken met vrienden onderzoekt Christle de rol van tranen in onze samenleving. Haar culturele analyse is verweven met het verhaal over haar rouw om het verlies van haar beste vriend door zelfmoord, haar zwangerschap en de geboorte van haar eerste kind, en haar depressie. Haar eerlijke, poëtische en associatieve stukjes leren ons verlies, rouw, kunst, en ook vreugde beter te begrijpen.

 

Woord vooraf

Dit boek begon vijf jaar geleden met een terloops idee om in kaart te brengen waar ik allemaal heb gehuild, een idee dat ik ter sprake bracht bij vrienden, toen nog zonder enig benul van de hoeveelheid jaren en bladzijden die eromheen zouden groeien, van hoe die groei mijn kijk op tranen zou veranderen.
Dit is een verslag van die tijd, van wat ik heb geleerd. En nog steeds aan het leren ben.
Tussen het schrijven door sprak ik met vrienden over huilen en heb ik mogen genieten van hun intelligentie, medeleven, humor en geduld. Zonder hun gezelschap was het me denk ik niet gelukt dit boek te schrijven. In het boek passeren hun namen informeel de revue, zoals dat ook in mijn hoofd en in onze gesprekken gebeurt.
Van alles in mijn leven waarvoor ik dankbaar ben, vormen vooral die vriendschappen heldere lichtpuntjes. Ze maken dat ik me verheug op de toekomst, dat ik fantaseer over de gesprekken die in het verschiet liggen.

 

 

Er zijn vast mensen die zachtjes kunnen schreien en er mooier op worden, maar na een flinke huilbui zijn de meesten afzichtelijk, alsof er zich achter hun vertrouwde gelaat een extra, ziekelijk gezicht heeft ontwikkeld met nauwelijks ruimte voor de ogen. Of ze zien eruit alsof ze in elkaar zijn geslagen. We zien eruit. Ik zie eruit. Toen ik een jaar of elf was moest ik op school een keer huilen om een reden die ik me niet meer kan herinneren, en nadien zei een van de populaire jongens — rattenstaartje, skateboard — dat ik eruitzag ‘als een junkie’, en ik was zo blij opgemerkt te worden dat ik hem vroeg het te herhalen.

***

Ovidius heeft liever dat wij vrouwen ons beheersen:

De kunst dringt tot in alles door: meisjes leren mooi te huilen,
en hun tranen stromen prachtig, wanneer en hoe ze willen.

***

De duur van de huilbui doet ertoe. Een uitgebreide sessie stel ik in het bijzonder op prijs, zodat ik genoeg tijd heb nieuwsgierig te worden, in de spiegel te kijken, mijn fysieke verdriet te bestuderen. Een echt hevige huilbui doorstaat zelfs zo’n wetenschappelijke onderwerping. Je strompelt naar de badkamer, het hoofd gebogen, de kin op de borst, waar je de moed verzamelt in de spiegel te kijken, en ziet dat je hortende ademhaling je schouders doet schokken, dat het lijkt alsof je een drankneus hebt.

Misschien sta je een poosje geboeid je opgezwollen gezicht te betasten, eerst in het ene bloeddoorlopen oog te turen en dan weer in het andere, maar de echte schoonheid schuilt in de beweging, in het aanzicht van je mond die de wanhoop probeert door te slikken. Nadat je eenmaal hebt gekeken is het nog niet eenvoudig de huilbui ervan te overtuigen dat je geen kwaad in de zin hebt, maar als je je stilhoudt en geduld hebt — je waant je Jane Goodall onder de chimpansees — raakt de huilbui op den duur aan je gewend. En dan komt ze terug.

***

Huilen of niet huilen is zo nu en dan een keuze, en dan is het onmogelijk te bepalen wat juist is. Nee, toch niet — als je alleen bent, of met maar een iemand anders, huil dan. Huilen in een groter gezelschap dan dat kan volgens de International Study of Adult Crying het humeur verslechteren, al lijkt dat af te hangen van de reactie van de anderen. Die kan leiden tot schaamte. In de meeste gevallen geeft de huilende aan dat de omgeving medeleven toont, hetgeen in het onderzoek wordt ondergebracht in drie categorieen: ‘troostende woorden, troostende armen, en begrip’. Ook als je alleen bent, beschik je over troostende armen: dan houd je jezelf bijeen.

***

Het is gunstig om een neus te hebben. Tranen vermengen zich met snot, en zie dan je treurnis nog maar eens serieus te nemen. Tetterend snuiten kan niet charmant.

***

Ik ben ooit onverwachts in het openbaar gedumpt. ’s Middags op de parkeerplaats van een universiteitscampus. Ik hoopte al mijn gehuil op in mijn mond, voelde mijn lippen trillen terwijl ik naar mijn auto sjokte en zodra ik zat, liet ik het huilen zich omhoog naar mijn ogen en omlaag naar mijn schokkende buik verspreiden. De auto is een plek voor afgezonderd huilen. Als je iemand in de buurt van een auto ziet huilen, moet je misschien je hulp aanbieden. Als je iemand in een auto ziet huilen, weet je dat diegene al geborgen is.

***

Ik heb twee keer hysterisch gehuild terwijl ik autoreed. De eerste keer, op mijn zestiende, had ik noch geld voor de tol noch enig idee hoe de volgende dag eruit zou zien. De tweede keer, op mijn eenentwintigste, zat ik midden in een verhuizing in een bomvolle auto en besefte ik ineens dat ik al een uur de verkeerde kant op reed. Als het regent terwijl je in de auto zit te huilen lijkt het gepast dat de ruitenwissers zich ook even om je gezicht bekommeren. Troostende woorden, troostende armen, troostende zwiep.

***

Ik huilde toen ik Alice Oswald Memorial hoorde voordragen, haar uitgraving van de Ilias, waarin ze stilstaat bij de dood van elke gevelde krijger. Ik huilde toen een vriendin met haar pasgeboren zoontje in de armen vertelde over een gesprek met haar eigen moeder, Sheila. Het was ineens tot mijn vriendin doorgedrongen dat ze de voeten van haar kind op een dag niet meer zou hoeven wassen, en dat vooruitzicht pijnigde haar. ‘Mam, mis jij dat nog wel eens?’ had ze gevraagd. Waarop Sheila had geantwoord: ‘Ik zou er alles voor overhebben om de voeten van mijn zoon te wassen.’ Nu ik het opschrijf, klinkt het ronduit kruiperig. Destijds kon ik mijn tranen niet bedwingen. Het moederschap raakt me. Ik moet steevast huilen wanneer ik een geboorte zie, of die nu fictief is of niet. Ik heb ook eens in de sportschool gehuild, op de crosstrainer, om een trailer van een of andere stomme, hartverscheurende film. Toen mijn zus naar Maine verhuisde, wachtte ik totdat haar auto honderd meter weg was, en toen huilde ik. Ik heb voor een publiek gehuild — om je dood te schamen — toen ik een gedicht voordroeg ter nagedachtenis van mijn dode vriend Bill. Hij zou hebben gelachen. Hij zou het mooi hebben gevonden.

***

Weet je nog hoe uitzichtloos het allemaal leek wanneer je een van je ouders zag huilen?

***

Toen Bill doodging, ging ik naar een museum en huilde ik.

***

Ik laat me niet meer aan het huilen maken door dode dieren langs de kant van de weg.

[...]

 

© 2019 Heather Christle
© 2020 Nederlandse vertaling Koen Boelens en Helen Zwaan

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum