Leesfragment: Waarom we huizen bouwen

19 april 2020 , door Renée Kapitein
|

20 april verschijnt Waarom we huizen bouwen, de debuutroman van Renée Kapitein. Lees bij ons de proloog!

In Waarom we huizen bouwen van Renée Kapitein is Anna op weg naar een housewarming als ze strandt in en afgelegen restaurant. Daar ontmoet ze Bor. Hij kampeert op een parkeerplaats, beter gezegd: hij staat in een rij van caravans, campers en tentjes voor een leeg stukje grond, op misschien wel het allerwinderigste stukje van de stad. Hij mag er een huis bouwen. Die nacht blijft Anna bij Bor en de volgende ochtend ontbijten ze op de parkeerplaats. Anna is op slag verliefd. Vanaf het moment dat Bor haar vraagt zijn plek in de rij te bewaken, hoort Anna bij hem. Samen vragen ze vergunningen aan, overleggen ze over bouwmaterialen en zien ze de eerste heipalen de grond in gaan. Ze verhuizen zo snel mogelijk naar hun nieuwe huis, of eigenlijk naar de caravan die ze nu in het betonnen casco hebben geparkeerd. Maar tijdens de prehousewarming is Bor weg. En hij blijft ook weg. En dan neemt Anna voor het eerst in haar leven een ferm besluit: dit huis komt af.

Waarom we huizen bouwen van Renée Kapitein verweeft op prachtige wijze de bouw van het nieuwe huis met de groei van Anna: tijdens de bouwvak en stukadoordagen, terwijl langzaam het geld opraakt, vindt zij zichzelf opnieuw uit.

 

Je moet je fiets laten maken. En je tanden poetsen, en nieuwe tandpasta kopen en ook een nieuwe tandenborstel of eigenlijk moet je een elektrische van de tandarts. Bij wie je een afspraak moet maken, bij de tandarts of bij de mondhygiënist of meteen bij allebei. Je moet een verzekering hebben die dat betaalt, of eentje die het niet betaalt en dan het geld opzij zetten zodat je het zelf betalen kunt. Sowieso moet je geld opzij zetten, voor als je wasmachine kapotgaat of je fiets. Of als je een paar maanden niet kunt werken en voor later. Vooral voor later. Denk vooral ook aan later. En zorg dat je pensioen opbouwt. Je moet gezond eten en niet te dik worden, maar ook genieten en er niet te veel mee bezig zijn. Je moet je huur betalen. En het internet. Gas, water en elektriciteit. En de elektriciteit moet van een energiebedrijf zijn dat de wereld niet verpest met kolencentrales en sjoemelstroom. Je geld moet op een bank staan die niet investeert in wapenhandel en je moet een afspraak inplannen met Waternet. Je moet je fiets laten maken. Je fiets laten maken. Je fiets laten maken. Niet je huis uit gaan in vieze of kapotte kleren. Deo opdoen 's ochtends en als je net heel hard hebt gefietst. Die moet dus in je tas zitten, net als iets tegen een slechte adem. Want een slechte adem, dat wil je niet. Je moet je moeder bellen. Je moet een aansprakelijkheidsverzekering hebben, je rijbewijs vernieuwen en je paspoort laten verlengen en zorgen dat je precies genoeg niet lacht op je paspoortfoto. Je moet zorgen dat je geen zorgtoeslag meer ontvangt, daar heb je geen recht meer op, maar je moet wel zelf weten dat je daar geen recht meer op hebt en dat vertellen aan de mensen die bepalen dat je er geen recht meer op hebt. Anders krijg je een boete. En ook al heb je geen recht meer op zorgtoeslag, die boete kun je niet betalen. Je moet goed voor jezelf zorgen. Niet te veel drinken, maar wel genoeg water. En groenten en fruit eten. Vooral groenten, fruit is eigenlijk natuurlijk snoep, vol met suikers en van suikers word je dik. En dik worden mag niet, ook al vind je het zelf niet erg, andere mensen vinden dat wel en die denken dan dat je lui bent, ook al sta je iedere dag uren in de keuken om zo dik te worden. Eet dus niet te veel, maar krijg wel genoeg vitamines en vezels binnen. En vergeet de eiwitten niet. Je moet onthouden wanneer je ongesteld wordt, onthouden tampons te kopen en ze bij je hebben, op een discrete en schone plek in je tas. In elke tas. Je moet de krant lezen en niet alleen de koppen en het liefst ook een andere krant zodat je niet te veel in je bubbel leeft. Je moet een mening hebben, een onderbouwde mening hebben, achter deze mening staan, maar die van anderen respecteren. En af en toe twijfelen. Twijfelen is intelligent en sympathiek. Je moet dagcrème smeren, nachtcrème smeren en vergeet vooral de zonnebrand niet. Ook in de winter. Vooral in de winter. Je moet je haar wassen, je haar moisturizen, kammen en regelmatig laten knippen. Je moet een afspraak maken met een kapper en nadenken over een gespreksonderwerp, ook al heb je nog geen vakantieplannen. Je moet op vakantie. Vakantie heb je nodig. Om even bij te komen. Even tot jezelf te komen. Je moet een vakantie uitkiezen en iemand hebben om mee te gaan, op vakantie ga je liever niet alleen. Je moet de vakantie boeken. Zorgen dat je vakantiedagen hebt. En geld. Je moet naar de dokter als je je niet goed voelt. Alleen als je je echt niet goed voelt, een beetje niet goed is niet niet-goed genoeg, daar komen volle wachtkamers van. Je moet je fiets laten maken. Je fiets laten maken. Je fiets laten maken. Je moet je telefoon opladen. En een oplader meenemen, want je batterij is oud en moe en moet eigenlijk vervangen. Je moet je telefoon opnemen als mensen bellen. Of de mensen terugbellen. Contact onderhouden, verjaardagen onthouden. En wiens moeder ziek is. Je moet cadeaus kopen. Cadeaus die niet op een verlanglijstje staan, maar die echt iets betekenen, die jouw band met de jarige representeren. Je moet verjaardagen van kinderen onthouden. En hoe ze ook weer heten. Als ze geboren worden moet je een kaartje schrijven, een postzegel kopen - nee, sorry, die verkopen we all een per tien. Zei ze dat de vorige keer niet ook al? Er moeten hier dus nog ergens negen zegels liggen, waarschijnlijk niet daar waar je zoekt. Je moet niet vergeten het kaartje op de bus te doen. Je moet kraamcadeaus kopen, het liefst een beetje genderneutraal en zonder te veel plastic. Je moet je medicijnen bestell en, je medicijnen ophalen en je medicijnen slikk en, iedere dag. En de pil, vergeet de pil niet. Anders is het je eigen schuld. Je moet goed slapen, regelmatig slapen en vooral niet te kort. Maar ook niet te lang. En niet op verkeerde tijden. Je moet boodschappen in huis hebben. En geen eten weggooien. En niet vertrouwen op de datum op het pak, gewoon op je gevoel, ook al heeft niemand je dat ooit geleerd. Je moet een passie hebben. En goed zijn in die passie. Het liefst de beste van iedereen. Je moet het besturingsprogramma van je computer updaten en regelmatig een back-up maken. Unieke wachtwoorden verzinnen, met hoofdletters, cijfers en symbolen, die je moet onthouden en niet op moet schrijven en voor maar een website mag gebruiken. Je moet je afval scheiden en niet te veel afval produceren. Een tas meenemen naar de supermarkt. En de statiegeldflessen niet vergeten. En de statiegeldbon doneren aan de kinderboerderij. Sowieso moet je geld doneren, maar alleen aan de juiste doelen. Doelen die echt goeddoen en waarvan de directeur geen miljoenen verdient, maar wel genoeg, anders kan het nooit een goede bestuurder zijn. Je moet buitenkomen. In de natuur zijn. En in het moment. De boel zo nu en dan de boel laten. Adem in, adem uit. Je moet sporten en het leuk vinden. Fanatiek zijn. Tot het gaatje gaan. En er een beetje goed uitzien als je dat doet. Je moet vrienden hebben. Genoeg vrienden hebben. Interessante vrienden met drukke banen en spannende carrières, die toch genoeg tijd hebben om tot diep in de nacht heel erg veel wijn met jou te drinken. En het over belangrijke zaken te hebben. Alleen over belangrijke zaken, niet over dagelijkse kost. Je moet discussies met ze hebben, niet altijd hetzelfde over de dingen denken, maar aan het eind van de avond met elkaar door één deur kunnen, wankelend. Je moet een liefde hebben. Een mooie, lieve, intelligente liefde. Met die liefde moet je een relatie hebben die fantastisch is, maar nooit moeite kost. Waarin je elkaar loslaat en ondersteunt en er samen op uit gaat en ieder een eigen leven leidt. Een relatie waarin je niet burgerlijk bent, maar wel jezelf kunt zijn, ook als je zelf met je hand in je broek op de bank wil liggen. Je moet seks hebben, goede seks hebben, meer dan gemiddeld en nooit tegen je zin. Je moet kinderen krijgen op het juiste moment, maar het niet te veel plannen. Stabiliteit is belangrijk maar overschat, al moet je voor zo'n baby wel tijd, geld en ruimte hebben en het liefst een vast contract. Maar wacht ook niet te lang. Je moet voor kwaliteit gaan. Voor kwaliteit en lokaal en eerlijk geproduceerd. Zorgen dat iedereen genoeg betaald heeft gekregen, maar dat jij niet te veel geld uitgeeft. Sowieso moet je niet te veel geld uitgeven. Maar ook niet te gierig zijn. Je moet weten hoeveel geld je hebt. Hoeveel er binnenkomt en wanneer. Wat je vaste lasten zijn en wat je dan nog overhoudt. Zodat je nooit met je mond vol tanden, zonder saldo, bij de kassa staat. Je moet op je ademhaling letten en op je houding. Rechtop staan en je schouders naar achter. Naar je lichaam luisteren, rust pakken en je geestelijke gezondheid serieus nemen. Je moet stofzuigen, stofzuigerzakken kopen en weten welk type stofzuiger je hebt. Je moet de wc schoonmaken, de douche schoonmaken, je matras omdraaien en snappen hoe je in godesnaam een bed opmaakt. Je moet je handdoek niet meer dan vijf keer gebruiken. Je moet wassen, je was sorteren en zorgen dat je schone sokken hebt. Het liefst in paren en zonder gaten en dat ze leuk bij je schoenen passen. Je moet je af en toe vervelen. Dat is belangrijk voor de creativiteit. En creatief, dat moet je zijn. En praktisch, pragmatisch, zakelijk, niet naïef en bijzonder. Je moet jezelf blijven. Vooral jezelf blijven. En je eigen risico betalen. Niet bang zijn om risico's te nemen. Maar andere mensen niet in gevaar brengen. Je moet muziek luisteren, nieuwe muziek ontdekken en vooral ook bijzondere bandjes. Je moet af en toe een boek lezen. En een film kijken. De juiste gezien hebben. En er een mening over hebben. Je moet onthouden wanneer het kerst is. Iets moois aanhebben bij het kerstdiner. Een cadeautje hebben voor de gastvrouw en een antwoord op de persoonlijke vragen van je oom. Je moet zelfstandig zijn. Je mannetje staan. En hulp durven vragen, niet alles alleen willen doen. Anderen toelaten in je leven. Je moet niet te lang douchen. Schoon ondergoed hebben. En aanhebben. Schoon ondergoed dat goed zit en niet te klein is en het liefst ook een beetje sexy. Je moet onthouden wc-papier te kopen. En een baan hebben. Je op je plek voelen. En uitgedaagd. Je moet kletsen met je collega's en werk en privé gescheiden houden. Je moet geld verdienen, genoeg geld verdienen en niets voor het geld doen. Maar voor de wereld, de maatschapp. en je eigen ontwikkeling. Je moet met de mode meegaan en dragen wat bij jou past. Bij je figuur en bij je leeftijd en in de kleuren die jou staan. Je moet niet te veel kleren kopen. En geen zuivel drinken, en liever ook geen sojamelk. Niet roken, maar als je rookt niet alleen bietsen. Gewoon zelf een pakje kopen. En niet vergeten een vuurtje op zak te hebben. Je moet je fiets laten maken. Je moet je fiets laten maken. Je moet je fiets laten maken.

 

© 2020 Renée Kapitein

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum