Leesfragment: Notities van een theoreticus

10 april 2024 , door Shi Tiesheng
|

Een van de beste boeken van 2024 (tot nu toe): Shi Tieshengs Notities van een theoreticus (Wuxu biji), vertaald uit het Chinees door Mark Leenhouts. Lees bij ons een fragment en bestel!

Voor Shi Tiesheng, als gerolstoeld schrijver, is lichamelijke beperking altijd een uitgangspunt geweest voor bespiegelingen over het menselijke gebrek in het algemeen. Zo ook bij Notities van een theoreticus, zijn ‘autobiografie van de geest’, die tot de invloedrijkste filosofische romans uit het hedendaagse China wordt gerekend. ‘Hardop nadenkend’ laat hij in dit eigenzinnige zelfportret zijn eigen herinneringen samenvloeien met herinneringen aan een handvol anderen, mensen van wie hij het leven op verschillende manieren door het lot getekend ziet: de gehandicapte C en de emotioneel verlamde dokter F, de gekwetste dichter L en de in de liefde teleurgestelde lerares O, de verbeten schilder Z en de politieke banneling WR. Hij legt die levens naast elkaar, schuift ze zelfs over elkaar, om op even verrassende als indringende wijze te laten zien wat ze gemeen hebben, en hoe zij, als personages die zijn ‘schrijversnachten’ bevolken, allemaal samenkomen in zijn eigen ‘ik’. Tegelijkertijd is deze magistrale roman ook een kennismaking met het contemporaine Chinese denken en de heftige recente geschiedenis van het land.

 

I
Mijn schrijversnachten

1

In mijn verdere leven zal ik die twee kinderen wel nooit meer tegenkomen. Zij zullen ook vast niet vermoeden, nooit vermoeden denk ik, dat ze na toevallig een keer met mij te hebben gespeeld nu zomaar in een roman terecht zijn gekomen, zelfs de opening van die roman zijn geworden. Ze weten vast niet eens meer wie ik ben. Ze weten vast niet eens meer dat er op die herfstavond, in dat oude park waar de wandelaars bijna allemaal vertrokken waren, op dat stille paadje waar een straatlantaarn een heldere cirkel licht in het donker aftekende, waar een oude cipres een gelijkmatige harsgeur verspreidde en waar de grond bezaaid lag met sterk riekende espenbladeren, dat daar een man met een boek zat die eventjes met hen gespeeld heeft en met hen over van alles en nog wat heeft gekletst. Het is vast vergeten, uit hun geheugen verdwenen, alsof het nooit is gebeurd.
Of misschien weten ze het nog wel. Misschien is die eenzame gestalte onder het lantaarnlicht, op die herfstavond vol dwarrelende bladeren, een van hen beiden wel zijn leven lang bijgebleven.
Maar dat ben ik dan niet meer. Hoe die avond ook in zijn herinnering bewaard is gebleven, het is voortaan zijn verhaal. Misschien zal hij ooit fantaseren over de eenzaamheid van die man, over waar hij vandaan kwam en waar hij naartoe ging, wie weet komt die man ooit wel in een boek van hém terecht. Maar dat heeft dan niets meer met mij te maken, dat zijn dan zijn eigen herinneringen en fantasieën; het is allemaal een deel van zijn eigen leven geworden.
Het jongetje was denk ik een jaar of zeven. Het meisje heb ik gevraagd – vijfenhalf, zei ze, en ze stak vijf vingers op, telde ze een voor een af, maar kon vervolgens niet bedenken hoe ze dat halve jaar moest aangeven. Op datzelfde moment wist ik dat we elkaar algauw weer uit het oog zouden verliezen, die twee kinderen en ik, dat we elkaar in die rumoerige stad vlakbij ons, in die chaotische wereld rondom ons, binnen de kortste keren weer uit het oog zouden verliezen. En elkaar nooit meer zouden vinden.
En zo is het ook met ons, met jou en mij. Hebben wij elkaar ooit ontmoet? Nee, zeg je, nou goed, dat zou best kunnen, maar misschien is dat wel omdat we het vergeten zijn, of omdat het destijds langs ons heen is gegaan. Wat we vergeten zijn of wat langs ons heen is gegaan, is toch eigenlijk nooit gebeurd?

2

Nu begon het me te dagen, hij wilde weten wat dat was, doodgaan. Waarom je leven had, en dan opeens dood. Hoe zat dat met de overgang daartussen, hoe ging dat? Wat was dat, doodgaan? En dood zijn? Hoe voelde dat?
Maar al begreep ik wat hij bedoelde, een antwoord had ik niet. En dat zou ik nog altijd niet hebben. Weet jij het? Wat doodgaan is? Nee, jij ook niet. Wat dat betreft zijn we net als die kinderen. We weten alleen dat hij op onze weg ligt, de dood, maar verder, verder hebben we weinig anders te bieden dan die jongen: wild giswerk. Het klinkt een beetje als zeggen: we weten niet waarnaartoe we uiteindelijk op weg zijn, waar we kennelijk onze laatste toevlucht zoeken.

3

Buiten valt de eerste herfstregen van het jaar, in stukjes en beet- jes, het zet niet eens door. Vanochtend hoorde ik op de radio dat we in het noorden een uitzonderlijke droogte hebben dit jaar, nog nooit kwam er in de periode van juli tot nu zo weinig hemelwater naar beneden, een historisch laagterecord. Water, overal heerst ongerustheid om water.
Het is door de jaren heen mijn gewoonte geworden om ’s ochtends bij het opstaan en aankleden naar de radio te luisteren. Daarna, de verdere dag, zit ik hier, als er niemand langskomt, te lezen, te denken en, dat wil het lot, te schrijven aan mijn verhalen, noem het literatuur. Het is alsof er met die paar dozijn verhalen die ik geschreven heb zomaar enkele tientallen jaren voorbij zijn gaan. Tientallen jaren voorbij, weg en verdwenen. Toen het meisje me die dag zowaar opa noemde, zei het jongetje gelukkig (hij was per slot wat ouder): ‘Het is oom, niet opa.’ Ik slaakte een zucht van verlichting, wilde hem bijna bedanken. Hoe wordt een mens eigenlijk ouder? Op een dag noemen ze je ineens meneer, dan noemen ze je ineens oom, en dan, als ze je op een dag ineens opa noemen, tja, wat denk je dan, hoe voelt dat dan? De zon trekt van de ene naar de andere kant van de hemel. Elke dag kan ik hier wel een troep duiven zien, elke dag, koerend op het dak van de buren of vliegend, zwevend in de lucht, vlakbij of verder weg. Als je er verder niet bij stilstaat, zou je kunnen denken dat het al tientallen jaren dezelfde troep is, witte, grijze, bruine, vliegend, koerend, levend, altijd hetzelfde, altijd dezelfde, altijd die troep waaraan niets lijkt te veranderen. Maar eigenlijk hebben ze er al vele, vele levens op zitten, hebben ze elkaar al duizenden jaren leven na leven afgelost.

 

© © Copyright 2021 Chen Ximi (Erven Shi Tiesheng)
© Copyright 2023 Vertaling: Mark Leenhouts en Uitgeverij Van Oorschot

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum