De docent aan het woord: Marleen Rensen (Europese Studies)

26 september 2013
| | | | | | |

Athenaeum Boekhandel verkoopt de studieboeken voor verschillende studies aan de HvA en UvA. Een van die studies is Europese Studies, en Marleen Rensen geeft eerstejaars werkcolleges, tweedejaars verdiepingsvakken en een mastercollege De Europese republiek der letteren. We spraken haar, over Franse intellectuelen, Europese schrijversnetwerken in het interbellum, onderzoek, onderwijs, inspirerende boeken, Stefan Zweig, T.S. Eliot, Jean-Paul Dubois.

De brede opleiding, de interdisciplinaire interesse

'Ik ging in Maastricht Cultuur en wetenschapstudies studeren, wat toen (in 1992) een nieuwe, interdisciplinaire studie was. Ik had filosofie overwogen, maar, en dat klinkt misschien gek voor een studie die in wezen alles omvat, dat leek me te beperkt. Cultuur en wetenschap omvatte geschiedenis, letteren, kunstgeschiedenis, het was kleinschalig, en de docenten waren ambitieus en zeer betrokken. Het beviel meteen.

Een van die docenten was Arnold Labrie, een historicus, een bevlogen docent die zich bezighield met de dingen die ik leuk vond, op het snijvlak van literatuur en geschiedenis, in het tijdvak van de negentiende en twintigste eeuw. Na mijn studie en een extra jaar filosofie in Tilburg, wees hij me op de mogelijkheid om te solliciteren naar een promotieplaats in Amsterdam. Eenmaal aangenomen aan de UvA, werkte ik aan een proefschrift (Lijden aan de tijd. Franse intellectuelen in het interbellum), dat voortbouwde op mijn scriptie, waarin ik een een communistische vriend van Jean-Paul Sartre bestudeerde, Paul Nizan, wiens werk gek genoeg qua stijl en thematiek overeenkomsten vertoonde met dat van een 'rechtse' en antisemitische schrijver als Céline.

Dat snijvlak, ja, dat werkt twee kanten op. Wat ik in mijn proefschrift heb gedaan, is literatuur als historische bron gebruiken, als reflectie van de politieke realiteit in een tijdvak. Maar tegelijk heb ik onderzocht hoe sommige literatuur ook sturend kan werken, en vormgevend kan zijn ten opzichte van politiek en maatschappij. Bij zo'n vak als Nationaal denken in Europa laten we zien dat bepaalde geëngageerde auteurs actief bijdragen aan een nationaal bewustzijn. In literatuur, maar ook in opera en muziek.

Als aanvulling en tegenwicht voor die vaststelling in de hoorcolleges, die Joep Leerssengeeft, laten we dan in de werkcolleges juist ook internationale denkers aan het woord: Erasmus, Hugo de Groot, Kant, Marx.

De nieuwe Europese Republiek der Letteren

Erasmus maakte onderdeel uit van de vroege Republiek der Letteren, een gemeenschap van denkers die boven de strijdende partijen in politiek en religie stond. Dat ideaal werd na de Eerste Wereldoorlog door intellectuelen weer opgepakt, en dat is het onderwerp van het mastercollege dat ik nu ook geef. Ik behandel in de eerste twee weken het concept van de Republiek der Letteren, de theorieën daarover, waar en wanneer werd het begrip geïntroduceerd en wanneer raakte het verbreed? Maar het zwaartepunt van het college ligt in het interbellum, mijn periode, de periode waar ik het meest vanaf weet. Het viel me namelijk tijdens mijn onderzoek op dat auteurs in de jaren twintig en dertig naar dat begrip van die Republiek der Letteren verwijzen.

Ontstond er daadwerkelijk zo'n nieuwe gemeenschap van intellectuelen? We zien dat er instituties voor samenwerking worden opgericht, en dat hele netwerken ontstaan rondom literaire tijdschriften met vertalingen en teksten óver andere literaturen, als platform voor uitwisseling. Onder anderen figuren als André Gide en T.S. Eliot zijn daarbij betrokken. Het idee is dat mensen na vier jaar oorlog weer in gesprek moeten gaan met elkaar, dat culturen meer over elkaar moeten leren weten. En het interessante is dat de literaire teksten zelf niet per se ideologisch gekleurd worden.

Een mooi voorbeeld is Ernst Robert Curtius, een Duitse romanist en literatuurcriticus die zichzelf als cultuurbemiddelaar beschouwt. Hij spreekt vloeiend Frans, komt oorspronkelijk uit de Elzas, en neemt de taak op zich het vijandbeeld bij te stellen, te nuanceren. Duitsers begrip bij te brengen. Die teksten zijn niet politiek, hij vertaalt literatuur uit het Frans en schrijft erover. Maar zo geeft hij literatuur wel een politiek bredere betekenis.

Onderzoek en onderwijs

Die periode, en die twee regio's, culturen en literaturen, daar ligt mijn expertise. En het mooie van zo'n mastervak is dat het onderwijs mijn onderzoek beïnvloedt. Dit college begon met een hypothese, en met voorbeelden als Stefan Zweig en Romain Rolland die ik goed ken, maar de studenten gingen ook met andere auteurs aan de slag. Hun presentaties en werkstukken geven me nieuwe inzichten.

Ook op een andere manier wordt mijn onderzoek gevoed tijdens dit college. Toen ik me realiseerde dat mijn collega Dirk van Miert juist met de vroege Republiek der Letteren bezig was, vroeg ik hem gastcollege te geven over de brieven van Scaliger. En Charles van den Heuvel, die ook bij het Huygens Instituut werkt, kwam vertellen over het project Circulation of Knowledge and Learned Practices in the 17th-century Dutch Republic waarin met gedigitaliseerde correspondenties van zeventiende-eeuwse wetenschappers hun onderlinge, en vooral ook internationale netwerk zichtbaar wordt gemaakt. Daardoor ben ik ook weer op de hoogte van hun nieuwste onderzoek.

Cultuur en identiteit

Bovendien geef ik het tweede semester onder andere twee colleges die ook dicht bij mijn eigen onderzoek en interesses staan. De Frans-Duitse As, over die bijzondere Europese relatie, en de Franse cultuur en identiteit in Europa. Dat laatste vak is thematisch opgebouwd, rond de mythe van de unieke, heldere, logische, universele taal die het Frans is, rond de Franse theorieën over de wil een natie te vormen zoals Ernst Renan die formuleerde, rond erfgoed, rond lieux de mémoires, rond migranten...

Het is een mooi, specifiek onderwerp na het brede propedeusejaar, waarin we in het klein onderzoeken wat zelfbeeld en tradities betekenen, en waarin we de Fransen zelf lezen, niet alleen over ze. Zo lezen we Jean-Paul Dubois' Une vie française, een levensverhaal dat zo'n vijftig jaar beslaat, van De Gaulle tot en met Chirac. Het is een mooie schets die regelmatig de vraag oproept wát nu Frans is en wat als Frans gezien wordt.

Als we over de Franse geschiedenis lezen, dan uit Eugen Webers Peasants into Frenchmen: The Modernization of Rural France, 1870-1914, een klassiek boek waar inmiddels wel wat op afgedongen is, maar dat een belangrijke kanttekening zet bij dat Frankrijk dat sinds 1789 één natiestaat zou zijn. Weber wijst erop onder andere dat tot ver in de negentiende eeuw er nog dialect werd gesproken in de grootste delen van Frankrijk, en dat pas onderwijshervormingen en een groeiend leger eenheid bracht.

Een illustratie daarvan brengt de Franse historica Mona Ozouf, die in haar levensverhaal Une composition française, dat begint in het Bretagne dat altijd verzet bood tegen het centralistische Parijs, de spanning tussen natie en regio heel goed uiteenzet.

Enthousiasmerende inleidingen

Maar als ik mijn onderzoeksveld aan leken zou moeten uitleggen, dan denk ik aan andere boeken. Er is de heldere, overzichtelijke inleiding van George L. Mosse, The Culture of Western Europe, dat de belangrijkste culturele ontwikkelingen in de negentiende en twintigste eeuw beschrijft. Maar er is ook het persoonlijke, literaire verhaal van Stefan Zweig, De wereld van gisteren. Dat is een heel mooi boek, inspirerend, dat een idee van Europa geeft. Een elitair idee, natuurlijk, het is een schrijver, en het gaat over cultuur, menselijke waarden, maar het is tegelijk ook een schitterend tijdsbeeld.

De wereld van gisteren maakt duidelijk wat Europa voor een schrijver kan betekenen, en dat is iets waar ik naar op zoek ben in mijn onderzoek: hoe auteurs hun levensverhaal verbinden met een nationale of Europese identiteit.

Ook Modris Eksteins' Rites of Spring is zo'n inspirerende inleiding voor de periode 1913-1945. En voor de periode net daarvoor Philipp Bloms De duizelingwekkende jaren. Europa 1900-1914. Zowel Eksteins als Blom brengt anekdotes met zeggingskracht, verhalen die een verleden tot leven roepen.

Delen op

€ 29,95
€ 35,99
pro-mbooks1 : athenaeum