Over de titel van Daar op het plein is niemand van Dolores Prato, vertaald door Jan van der Haar

08 maart 2022
| | | |

Jan van der Haar vertaalde Dolores Prato’s Giù la piazza non c’è nessuno als Daar op het plein is niemand, een titel uit de herfstselectie 2021 van Schwob. Op ons verzoek lichtte hij zijn vertaling toe. Over de geheel authentieke stijl en hoe de vertaalproblematiek al bij de titel begint.

Een van de moeilijkst te vertalen boeken uit mijn vertaaloeuvre – en in ruim dertig jaar tijd heb ik er zo’n zestig voorbij zien komen – is Giù la piazza non c’è nessuno van Dolores Prato. In 1980 debuteerde de schrijfster op 88-jarige leeftijd met deze autobiografische roman over haar jeugd bij uitgeverij Einaudi. Ze is ontdekt door de al even bijzondere schrijfster Natalia Ginzburg, die toen redacteur bij Einaudi was. Natalia Ginzburg heeft Prato’s magnum opus echter grondig aangepakt door het met meer dan de helft in te korten. Dit omdat het boek zou verschijnen in een reeks met romans van maximaal 300 pagina’s.

Dolores Prato was blij met de uitgave en de literaire erkenning, maar ontzet over wat zij ervoer als een verminking van haar levenswerk. Ze is er verder in zijn volle omvang aan blijven schaven. En al heeft ze het zelf niet meer kunnen beleven, gelukkig is in 1997 een integrale editie verschenen, die verschillende herdrukken heeft gekend.

Stijl, afkomst, taal   

Waarom was het bewuste boek zo lastig te vertalen? Dat zit hem om te beginnen in de geheel eigen authentieke stijl, die met geen andere te vergelijken is. De schrijfster dwingt de vertaler om geheel in haar solipsistische gedachtewereld te kruipen en zich volstrekt met haar en haar obsessies te vereenzelvigen. Een eerste obsessie is haar afkomst, een tweede de taal waarmee ze die afkomst zou kunnen duiden.

Prato stelt meerdere malen dat ze altijd al heeft kunnen lezen en schrijven. Haar boek gaat in wezen over taal en behandelt allerlei vormen ervan: het algemeen beschaafd Italiaans, het dialect, het idiolect. De taal der dingen. Namen van mensen, plaatsen, planten. Intertekstualiteit. Citaten. Allusies. Volkswijsheden, spreekwoorden, rijmpjes, poëzie. Prato proeft de taal in geuren en kleuren en klanken. Soms moest ik mijn toevlucht nemen tot een voetnoot.

Een problematische titel…

Prato’s vertaalproblematiek begint al bij de titel. De titel is, zo blijkt uit het boek, een regel uit een versje dat haar tante Ernestina zingt tijdens een van de zeldzame spelletjes met de kleine Dolores op schoot: ‘Maagdekijn, marsepijn, laten we vallen daar op het plein.’ Dat ‘Maagdekijn, marsepijn’ is een vrije variant op ‘Staccia minaccia’ (balk, dreiging), waarin het zaak was om het rijm te behouden. Dolores maakt het versje zelf af: ‘Daar op het plein is niemand.’ De immens treurige conclusie verraadt de desolate eenzaamheid van de hoofdpersoon. Het spelletje in kwestie is vergelijkbaar met wat bij ons ‘Gat in de weg’ heet. De aardigheid voor het kind is dat het ondersteboven geraakt, met het hoofd omlaag.

Dat laag zit hem in het woordje Giù, dat ‘laag’, ‘beneden’ betekent. Eigenlijk is de titel niet in correct Italiaans gesteld, maar om er ook incorrect Nederlands van te maken leek me niet opportuun. Ik las dat ‘Giù’ als Laggiù’ en dan krijg je ‘daar’ (eigenlijk ‘daarginds’): Daar op het plein is niemand. Het suggereert een intrigerende leegte.

… en een gebeeldhouwde eerste zin

Na de lastige titel begint Dolores Prato haar roman met een gebeeldhouwde monumentale zin: Sono nata sotto un tavolino: Ik ben geboren onder een tafeltje. Daar is geen speld tussen te krijgen.

Dit is een eenzaam, ontroerend, maar niet treurig boek. Daarvoor zorgt de zelfspot en de lichte pen van de auteur, die met deze verwerking van haar jeugd alle mysteriën van dien probeert te duiden. Ik heb al met al twee jaar met dit boek geleefd. Graag had ik met de schrijfster op de goede afloop geproost.

Jan van der Haar is dichter en literair vertaler. Hij publiceerde drie dichtbundels, Vrolijks scheppen (IJzer, 2012), Ouderliefde (BK18 Uitgevers, 2014) en Eerst de bries, daarna de bomen (IJzer, 2019). Daarnaast vertaalde hij uit het Italiaans poëzie van Elsa Morante (Alibi, Serena Libri, 2012) en Giorgio Bassani (Epitaaf, Koppernik 2019), en romans van klassieke auteurs als Giorgio Bassani, Curzio Malaparte, Gabriele d’Annunzio, maar ook van moderne schrijvers als Roberto Saviano, Francesca Melandri en Antonio Scurati. Daar op het plein is niemand van Dolores Prato is zijn zestigste vertaling.

pro-mbooks1 : athenaeum