Recensie: Vrouwen met veerkracht

05 februari 2021 , door Ilja Velthuis
| |

Evie Wylds Wij zijn de wolven (vertaling Astrid Huisman en Roos van de Wardt) speelt zich grotendeels af aan de kust van onherbergzaam Schotland, in een oud landhuis. We volgen de levens van drie vrouwen, die aanvankelijk los van elkaar staan, maar gaandeweg steeds meer verweven raken. Geweld tegen vrouwen is een belangrijk thema, maar zonder dat ze slachtoffer zijn. Integendeel: de vrouwen in de verschillende verhalen blijken juist te getuigen van een enorme veerkracht. Ondanks de veelal duistere sfeer en setting is het een heerlijke roman die erg goed en met veel vaart geschreven is. Het is een kruising tussen Sally Rooneys werk en De uren van Michael Cunningham, en daarbij is het een flirt met de gothic novel, met veel spooky elementen. En steeds is daar de uitstekende klif van The Bas Rock - zoals ook het oorspronkelijke boek heet - die als een geruststellende aanwezigheid over de vrouwen waakt. Een prachtig boek.

N.B. Eerder lichtte Roos van de Wardt haar vertaling van Wylds Overal vogelzang voor ons toe.

Lees hieronder een fragment in het laatste deel van de roman:

 

II

De klap had maar een heel tijdelijke afdruk achtergelaten en drie dagen later was haar wang genezen, al ging Ruth nog vaak met haar tong langs het plekje. Ze had het gevoel dat ze best wel eens anders in elkaar kon zitten dan andere vrouwen, en misschien was alleen zijn wel haar ware ambitie in het leven. Ze vond alleen-zijn geen beangstigend idee. Als Peter bij haar wegging zou dat uiteraard logistieke moeilijkheden met zich meebrengen. Hoe moest het met het huis? Hoe moest het met de jongens? Maar daar zou uiteindelijk wel een oplossing voor komen, en zij zou het niet erg vinden om zich niet meer te hoeven conformeren aan de grillen van een ander. Ze zou een kluizenaar worden, ze zou een grot zoeken en zich daar terugtrekken, iets beginnen dat niets te maken had met het gezinsleven, of naaien of het organiseren van picknicks. Ze zou brood en kaas eten, ze zou dik en breed en sterk worden, whisky drinken en rubberlaarzen dragen. Ze zou pijp leren roken en een wollen muts dragen, zodat ze haar haar niet hoefde op te steken tegen de wind. Misschien kon ze vanaf de rotsen leren vissen. Het idee sprak haar zo aan dat ze tijdens haar wandeling onwillekeurig de inhammen en kliftoppen afspeurde op zoek naar de ideale plek om een hut te bouwen. Op de Law had je de oude herdershut die uitkeek over het stadje – zonder dak en de pony’s gebruikten hem als schuilplaats. Ze vond het een vermakelijke gedachte dat haar moeder bij haar dikke, gescheiden, kinderloze dochter in een vervallen schapenschuur zou komen logeren. Ze zou haar sardientjes in blik voorzetten en thee in een kommetje.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum