Recensie: Eigen-aardigheden voor introspectie en verderkijken

30 november 2015 , door Joost Divendal
| | | | | | |

Vingerhoedjes, Klimts appelbomen en giraffen – het zijn de objecten van een niet-alledaagse interesse, van een persoonlijke insteek die het eigenaardige overstijgt. joost divendal las dit is, Boomstang en Dumbo Feather, pass it on. Het zijn de drie tijdschriften die vanaf de schappen van het Athenaeum Nieuwscentrum in het oog springen omdat zij, anders dan de design- en modebladen, over ‘mensen en hun eigenaardigheden’ gaan.

Die even wijdlopige als particuliere ondertitel siert letterlijk het debuut van het inderdaad nieuwe blad dit is (zonder hoofdletters). Concept en ontwerp zijn van Leontien Herkelman die design studeerde aan de Academie voor Popcultuur in Leeuwarden en met haar eersteling het geleerde in praktijk brengt. Op YouTube staat een aardig filmpje, dat hetzelfde effect heeft als het blad (A5-formaat) in de linkerhand leggen en met de rechterhand doorbladeren. Je bladert dan door een interieur. Met style-fotografe Sophia van den Hoek verkende Herkelman het bijna honderd jaar oude Haagse herenhuis van Maud Hofman-Sandtmann, vol meubels, vazen, beeldjes, kussens, foto’s en reistrofeeën.

In feite schrijft dit is de biografie van het huis en zijn bewoonster, die over de 75 jaar is en weduwe van een globetrottende landbouwkundig ingenieur. Zij bleef ook na zijn dood met plezier hun oude huis bevolken met een ongekende hoeveelheid verzamelingetjes: vingerhoeden in alle soorten en maten, theezakjes, sigarenbandjes, doosjes voor zoetjes, waaiers, krissen en dolken, portretten – ditjes, datjes. Met een tuin om te zoenen en een keuken om zo in aan te schuiven voor een glaasje in de namiddagzon toont Maud Hofman de dit is-ontwerpers zomaar een leven – hoewel, niet zomaar, dit is háár leven.

En dat is dan ook een van de weinige manco’s aan dit aardige project. De urgentie van het hebben en houden van gewone ‘mensen en hun eigen-aardigheden’ (sic.) is nu ook weer niet zó groot. Bovendien mag de fotografie een tikkeltje wilder, die volgt nu een rechttoe-rechtaan-stramien à la Volkskrant Magazine.

Boomstang is net zo’n intrigerende nieuweling, A4, grootte De Revisor. Idee en onwerp zijn van illustrator Stang Gubbels. Hij verwezenlijkte zijn droom van een eigen blad over, welzeker, bomen, want ‘ik heb iets met hout met bomen, met bos’. Al googlend kwam hij houtkunstenaar Jos Bregman tegen en vervolgens mailde hij met een schare bomenverzamelaars, -nadenkers en –beschrijvers. Kunstenaars, museumdirecteuren, journalisten, reclamemakers, heel Gubbels’ netwerk klom in de boom. Een gratis milieuvriendelijke papierleverancier en een gratis drukker en binder hebben in het project geloofd en het mag er zijn, sterker, het is er!

Boomsculpturen, boomhuizen, bliksembomen, bomen in het straatbeeld, zomaar een kastanjeboom, de bloeiende appelbomen van Mondriaan en Klimt, droombomen (? Wel een mooi woord), Daphne die in Ovidius’ Metamorfosen op de vlucht voor Apollo in een laurier verandert, bomen rijzen in alle gedaanten voor je op. Bomenbank, Bomenservice, we lezen erover. Over heel veel ook weer niet, zoals de boom die jezelf moet planten om in de joodse traditie een mens te worden, of de bomen die in de regenwouden sneuvelen. Maar: boom genoeg, in Boomstang, een aanwinst voor de boomnieuwsgierige. Of nummer twee wederom over bomen zal gaan of dat initiator Stang een ander adjectief aan de stam van zijn titel toevoegt, zal nummer twee (zomer 2010) uitwijzen.

Van ‘down under’ is Dumbo feather, pass it on. Athenaeum volgt als een van de weinige kiosken de Australische markt (denk aan Russh) en daar hebben we dit vierkante kwartaalmagazine/boek aan te danken, over ‘remarkable individuals and their stories’. De titel refereert aan het vliegende olifantje Dumbo van Walt Disney, dat een magische veer verliest maar die dan helemaal niet nodig blijkt te hebben om door te kunnen vliegen. Drijfveer van het blad is de zoektocht naar individuen en ‘wat hen verenigt in hun creativiteit en passie’: ‘Somewhere they found the courage to fly’.

Een bloeiende site (dumbofeather.com/thenest) toont het groeiende netwerk achter het blad, waarin allerhande kunstenaars zich blootgeven. Eén dumbootje is de Nederlandse culinair fotografe, designer en restaurantbaas Marije Vogelsang, die eten en eters op een geweldige manier rangschikt. Ook in dit nummer staat giraffendeskundige Julian Fennessy, die er eer in legt om alles te weten te komen van dit majestueuze beest, wiens naam van het Arabische ‘ziraafa’ stamt dat staat voor ‘een aantal dieren bij elkaar gevoegd’. ‘We know so little about anything and everything,’ klinkt het wat dooddoenerig uit Fennessy’s mond, maar je begrijpt hem beter als hij zijn giraffenliefde verklaart: ‘If we can’t save the giraffe then how the hell is any other species going to be saved?’

Dumbo feather, pass it on bleek de voorloper van een trend die nu ook Nederland heeft bereikt: grasduinen in de levens van mensen zoals jij en ik, met eigenaardigheden die inspireren tot introspectie oftewel verder kijken dan je eigen neus lang is.

Joost Divendal is journalist en schrijver over onder meer kunst in Venetië en de rest van de wereld. De doge van Venetië is zijn nieuwste boek.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum