Recensie: De macht van de trillende neusvleugel

30 november 2015 , door Esther Wils
| | | |

Karin Johannisson is geen romantica maar een gedegen wetenschapper, en toch hangt de lezer aan haar lippen. Haar studie De kamers van de melancholie (vertaald door Elina van der Heijden en Wiveca Jongeneel) combineert een weelde aan literaire, autobiografische, medische, filosofische en psychologische bronnen met inleving en gezond verstand. Een parade van dierbare bekenden komt voorbij - Kafka, Nietzsche, Proust, Wilde, Woolf - met wie de hedendaagse melancholicus zich graag zielsverwant zal voelen, ook omdat Johannisson intelligentie, zin voor avontuur en scheppingskracht als keerzijden van de zwartgalligheid benadrukt. door esther wils.

De geschiedenis van een gevoel

De ambitie van de Zweedse hoogleraar ideeën- en wetenschapsgeschiedenis, die eerder onder andere publiceerde over de gouden onderwerpen hypochondrie en nostalgie, is het beschrijven van de vormen die melancholie door de eeuwen heen heeft aangenomen, of liever: hoe de tijdgenoten de melancholicus beschouwden en hoe zijn imago veranderde onder invloed van culturele ontwikkelingen. Johannisson benadrukt herhaaldelijk dat het haar om het gevoel gaat, niet om een complex van gedragingen en symptomen dat tegenwoordig bijna automatisch het stempel depressief krijgt opgedrukt.

De oude Grieken waardeerden de melancholicus als creatiefste onder de denkers, in de zeventiende eeuw was men beducht voor deze 'pose voor mensen die hogerop wilden komen' - Shakespeare spotte ermee maar maakte zijn eigen held Hamlet tot een prototype van de melancholieke persoonlijkheid. Pas aan het eind van de negentiende eeuw begon het stigma van hysterie en zwakte de melancholie sterk aan te kleven, tot het verschijnsel in de loop van de twintigste eeuw steeds meer gediagnosticeerd werd als een ziekte.

Johannisson wijst erop dat de neergang in status van melancholie gelijk opging met de groeiende associatie met vrouwelijkheid; was het voorheen een teken van prijzenswaardige verfijning, zozeer gewaardeerd dat het modes ontketende in het openbaar vertoon van tranen en trillende neusvleugels, dat de bijbehorende nervositeit een accessoire werd voor de man van betekenis, zodra het rond 1900 als vrouwenkwaal schrikbarende vormen ging aannemen was de exotiek eraf en werden de lijdsters weggezet als oversekst en niet toerekeningsvatbaar, onmachtig om hun verschillende vormen van honger te bedwingen.

Honger is een thema voor de melancholicus; de bekende voorbeelden leden allemaal aan een obsessieve omgang met eten. Zo vermeden beroemde mannen als Wittgenstein en Darwin openbare diners omdat ze hun eigenaardige eetgewoontes daar niet konden handhaven, adopteerde Kafka de methode van honderd keer kauwen op één hap, zodat hij niet meer met de familie aan tafel hoefde en leefde Nietzsche dagenlang op biscuits. Extreme magerte werd ook als accessoire beschouwd, van intelligentie - zelfs doktoren bevalen het hongeren aan, als je scherp wilde blijven.

De anekdotes en Italiaanse schoenen

Johannisson kent de anekdotes maar maakt er geen grap van; ook curieuze uitwassen van melancholie als de Wanderlust - sommige mannen waren niet op hun plek te houden en werden herhaaldelijk op honderden kilometers van huis gesignaleerd, terwijl ze zonder plan of besef van hun ongewone gedrag op pad waren gegaan - of extreme slapeloosheid - Max Webers vrouw rapporteerde er in detail over aan haar schoonmoeder - krijgen van de auteur een serieuze behandeling en dragen bij aan het veelzijdige beeld dat van melancholie wordt geschetst in het boek. Johannisson blijft niet staan bij de opvallende gedragingen van haar hoofdrolspelers maar doorgrondt het complex van gevoelens, het temperament dat ook zo veel spannends, dieps en krachtigs te bieden heeft. Ze staat daarbij net als de Nederlandse psychologe Trudy Dehue - auteur van De depressie-epidemie - aan de kant van de mens met zijn mogelijkheden en onmogelijkheden in de worsteling met de condition humaine, niet aan de kant van de dokter.

Haar analyse van recente tijden en de toename van het aantal mensen dat klaagt over ontheemding en knagende somberheid, wijst dan ook naar de samenleving en naar de miskenning van de menselijke behoefte aan normen die een identiteit afbakenen, met dank aan Emile Durkheim en de term 'anomie' die hij muntte, en die iets betekent als wetteloosheid, vervreemding of, in Johannissons versie, 'sociale melancholie'.

'…de moderne verhalen gaan nauwelijks over narcisme, eerder over verlies: buiten mijzelf bestaat niets. En hier openbaart zich de melancholie in haar modernste vorm: als leegte. De afwezigheid van rebellie is opvallend. De hoofdpersonen [van een roman die KJ beschrijft] zijn gevangen in codes en rituele gedragingen die ze doorzien of zelfs verafschuwen, maar ze zien geen alternatief. (Het is trouwens de vraag of een individu dat helemaal vormbaar is gemaakt wel opstandig kan zijn.) De gevoelens van neerslachtigheid worden genormaliseerd en opengebroken door angst en abrupte wisselingen tussen controle en afwezigheid van controle, ascetisme en hedonisme. Vaak is de boulimische relatie tot voedsel een deel van de slingerbeweging; hier zien we wederom een rehabilitatie van de oeroude triade van gevoelens die bij de melancholie horen: verdriet, vrees en honger. Wat overblijft zijn de legitieme verdovingen: een paar Italiaanse schoenen, een duur kasjmieren vest, de euforie van de roes.'

Johannisson zelf ziet eruit als een vrolijke tuinkabouter, getuige de foto op het omslag - geen gedistingeerd trillende neusvleugels als die van Martha Nussbaum - maar ze overtuigt met gemak, in de heldere vertaling van Elina van der Heijden en Wiveca Jongeneel.

Esther Wils is redactiesecretaris van De Gids, samensteller van Wonen in Indië (2000) en co-auteur van Tropenecht. Indische en Europese kleding in Nederlands-Indië (1996).

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum