Recensie: Coverartiest

30 november 2015 , door Martin Smit
| | | |

Undergroundstrips tekent de Amerikaanse striptekenaar en illustrator Robert Crumb (1943) allang niet meer. Met het ingaan van de jaren tachtig verdween dit in de jaren zestig opgekomen en in de jaren zeventig florerende fenomeen. Robert Crumb, ooit in de jaren zestig begonnen als tekenaar van wenskaarten, is bedenker van stripfiguren als Fritz the Cat, Mr. Natural en Devil Girl. Enkele jaren geleden baarde hij opzien met zijn getekende versie van het oude testament, Het boek Genesis, getekend door R. Crumb. Tijdens zijn lange tekencarrière maakte hij tientallen elpeehoezen, cd-hoesjes en -boekjes, platenlabels en illustraties van honderden old-time musicians. Dat werk is nu gebundeld in R. Crumb: The Complete Record Cover Collection. Door martin smit.

Liefhebbers en verzamelaars van muziek uit de jaren zestig en zeventig kennen ongetwijfeld de legendarische hoes van de elpee Cheap Thrills van Big Brother and the Holding Company, met zangeres Janis Joplin uit 1968. Voor Robert Crumb was dit het voorlaatste opstapje naar zijn definitieve reputatie als undergroundtekenaar. Zijn strips over zijn creatie Fritz the Cat bevestigden vervolgens die status. Tekenaars als Crumb en Gilbert Shelton - maker van de strip The Fabulous Furry Freak Brothers - publiceerden in die jaren in alternatieve bladen als The East Village Other, High Times en de Los Angeles Free Press. In Nederland verscheen zijn werk onder andere in Aloha, het baanbrekende alternatieve tijdschrift van Willem de Ridder. Al gauw maakte hij echter zijn eigen tijdschriftje Zap Comix en diverse andere tijdschriften zoals Snoid, Weirdo en Home Grown Funnies, waar vaak maar enkele nummers van verschenen. Crumbs gebruik van LSD en voorliefde voor andere drugs kwam in zijn strips volop tot uiting. Zijn werk kenmerkte zich ook door expliciete seks, en zeker voor die tijd, grof taalgebruik. In zijn strips over de immer peinzende en filosoferende goeroe Mr. Natural kon Crumb zijn maatschappijkritische bespiegelingen kwijt over de toenemende anonimiteit en ongelijkheid in de Amerikaanse samenleving, de industrialisatie en het teloorgaan van het oorspronkelijke Amerika, bijvoorbeeld gesymboliseerd in Mr. Natural's 719th Meditation, waarin het lege, weidse Amerika opgeslokt wordt door een steeds uitdijende stad.

Vergeten artiesten

Het is mogelijk dat de zoektocht van Crumb naar dat oorspronkelijke, zorgeloos lijkende, weidse Amerika, zijn interesse heeft gewekt in vooroorlogse old-time music: folk, blues, country en jazz. Crumb stortte zich op het verzamelen van 78-toeren platen van vergeten artiesten in deze genres. Voor platenlabels Yazoo en Blue Goose stelde hij elpees en cd's samen met opnames van diverse artiesten - uit zijn eigen duizenden titels tellende collectie - en tekende hij de hoezen. Muziek van artiesten als Memphis Minnie, Jaybird Coleman, Deford Bailey, Blind Boy Fuller, Eddie Lang en Roy Smeck werd op die manier aan de vergetelheid ontrukt. Vooroorlogse 78-toerenplaten zijn een gewild verzamelobject en veelal uiterst zeldzaam. De Amerikaanse regering vroeg tijdens de Tweede Wereldoorlog de bevolking deze in te leveren - de grondstof bakeliet waarvan de platen waren gemaakt kon in de oorlogsindustrie worden gebruikt - en veel platen verdwenen in de smeltovens.

Helden

Diverse hoezen tekende Crumb - een niet onverdienstelijk banjospeler - voor platen van The Cheap Suit Serenaders, de groep waarin hij zelf speelde en zong. De groep reproduceerde op perfecte en aanstekelijke wijze oude blues- en countrysongs, maar ook Hawaïmuziek uit de jaren twintig en dertig.

Zijn hoezen uit de jaren zeventig hebben nog de sfeer van zijn undergroundstrips, met karikaturale stripfiguurtjes, vet aangezette lijnen en komisch getinte situaties. Eenmaal in ruste, zo leek het althans toen Crumb zich in de jaren tachtig vestigde in het Franse dorpje Sauve, leek hij zich over te geven aan een rustiger tekenstijl, maar daarom niet minder gedreven. Veelal op basis van oude foto's maakte hij een honderdtal prachtige portretten van zijn favoriete vooroorlogse jazz-, blues-, en countryartiesten, die als trading cards in een drietal doosjes verschenen: Heroes of the Blues, Early Jazz Greats en Pioneers of Country Music, later gebundeld in zijn boek R. Crumb's Heroes of Blues, Jazz & Country (2005). Zijn tekenstijl werd in die jaren preciezer, meer natuurgetrouw en uiterst gedetailleerd.

Opstapje

In Frankrijk werd Crumb bevangen door de mussette, oude Franse café-muziek waarin de accordeon een hoofdrol vervult. Hij maakt hoesjes voor Les Primitifs du Futur, een groep die deze muziek nieuw leven in blaast. Incidenteel speelt hij met de groep mee.

In 1994 verscheen R. Crumb: The Record Cover Collection, maar die uitgave blijkt achteraf slechts een beperkt overzicht van Crumbs hoezenwerk te hebben gegeven. In het nieuwe, op het formaat van een 78-toeren platenhoes uitgegeven The Complete Record Cover Collection (die, zo meldt Crumb zelf, waarschijnlijk niet compleet is) zijn ruim tweehonderd illustraties opgenomen: elpeehoezen, cd-hoesjes en -boekjes, platenlabels, visitekaartjes voor muzikanten, affiches, tientallen tekeningen van vooral vooroorlogse muzikanten, maar ook van bijvoorbeeld Frank Zappa en Woody Guthrie voor tijdschriften als The New Yorker en Rolling Stone.

Het fraai uitgevoerde boek is niet alleen onmisbaar voor de liefhebber van het tekenwerk van Crumb. Het bevat veel onbekende en niet eerder in boekvorm gepubliceerde illustraties. Het boek kan zeker ook als opstapje dienen voor het ontdekken van inmiddels vergeten muzikanten uit de blues, jazz en country. Een uitstekende selectie daarvoor biedt de door Robert Crumb uit eigen collectie, samengestelde dubbel-cd The Stuff That Dreams Are Made Of (Yazoo), die enkele jaren geleden verscheen.

Crumb tekent nog steeds driftig door. Vier jaar lang werkte hij aan Genesis, waardoor weinig ander werk werd gepubliceerd. Zijn huidige werk is van een andere orde dan zijn werk uit de jaren zestig en zeventig: in zijn schetsboeken tekent hij het dorp waar hij woont, landschapjes, huiselijke beelden, natuur, (zelf)portretten en vaak zijn vrouw Aline en dochter Sophie. In een interview, enkele jaren geleden, bekende hij dat hij zich alsnog de haren uit zijn hoofd kon trekken omdat hij destijds de rechten voor de elpeehoes Cheap Thrills voor enkele honderden dollars had verkocht.

Martin Smit is redacteur van het anarchistische tijdschrift De As, publiceerde artikelen in De As, Buiten de Orde en En Route, is redacteur bij uitgeverij De Vooruitgang en medewerker van Athenaeum Nieuwscentrum.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum