Recensie: Kroniek zonder opsmuk

30 november 2015 , door Roos van Rijswijk
| | |

Hoe jaag je ongewenste patiënten een instelling uit? Door de verwarming onklaar te maken. En hoe bewijs je jouw liefde aan de vrouw van je dromen? Door een kraai uit de lucht te grijpen. De personages in De wanden van Oeverhorst zijn alles behalve aangepast, maar misschien juist daardoor ontzettend menselijk. De wanden van Oeverhorst is de tweede roman van D. Hooijer (1939). Eerder bracht zij drie verhalenbundels uit. Waar haar romandebuut Catwalk (voorpublicatie) door de korte hoofdstukken en fragmentarische verteltrant nog aanschurkte tegen de korte vorm van eerder, heeft Hooijer met haar nieuwste roman een afgerond geheel neergezet. Door roos van rijswijk.

Torretjes en een vierhoeksverhouding

Begin jaren tachtig of de ‘jaren tussen breinaald en pil’: Antoinette is negenentwintig jaar en ongelukkig. Terwijl de kunstschilderes mentaal wankele patiënten in de instelling Oeverhorst hoestbonbons leert schilderen, worstelt ze zelf met haar ‘hart van steen’ en het verwerken van twee abortussen. Ze besluit dat ze zelf opgenomen wil worden in de instelling. Van haar voormalige collega Olaf (een weemoedige psychiater met een zwak voor Antoinette) krijgt ze therapie, die ze betaalt met maken van een wandschildering in Oeverhorst. Antoinette verzamelt begeleiders en patiënten en gaat aan de slag, wat komische maar ook schrijnende situaties oplevert. Zo wordt het creatieve proces gedwarsboomd door een patiënt die compulsief torretjes op de wand schildert en offert Antoinette een groot deel van haar nachtrust op om ’s nachts stiekem wijzigingen aan te brengen in het werk.

Antoinette wordt genezen verklaard. Ze verlaat Oeverhorst, om er tien jaar later weer terug te keren als docente. Haar echtenoot is in de tussentijd gestorven en naast haar werkzaamheden als lerares maakt ze met Jan, de vriend van haar wijlen man, schilderijen in opdracht. Het eerste wat ze doet op Oeverhorst is haar oude wand overschilderen (de torretjes zijn terug!). Ze blijft er wonen, en gedurende de roman blijven er wanden geschilderd worden door haarzelf, patiënten of Olaf.

Met die laatste gaat Antoinette een relatie aan. Dat kan, want Olafs vrouw Louise heeft nu een relatie met Wibold: die is muziektherapeut ter plaatse en Olafs beste vriend. Het duurt niet lang voor Antoinette haar samenwerking met Jan vaarwel zegt en alleen nog maar voor Oeverhorst, haar vrienden en de wand leeft. Olaf, Wibold en Louise maken een onderlinge afspraak: samen zullen ze oud worden en bij te veel kwalen kiezen voor ‘een pillendood’. Antoinette – twintig jaar jonger dan Olaf – ziet een zelfverkozen dood vooralsnog niet zitten, maar blijft. Zo ver is het nog lang niet immers.

High definition

Hoewel de vierhoeksverhouding voer is voor psychologen en de beperkte leefomgeving van een instelling benauwend klinkt, doet de roman allerminst naargeestig aan. Sterker nog; de personages nemen het leven zoals het komt en zeggen elkaar altijd onomwonden waar het ze om gaat. Dat vinden ze helemaal niet gek van elkaar. Antoinette is dan ook niet gechoqueerd als haar vroegere scharrel Gert haar op komt zoeken met een vrijpostig verzoek:

‘“Ik moet je meedelen dat mijn moeder overleden is.”
“Gert, wat ellendig. Je moeder.”
“En ik wilde vragen of je nog vrij bent, of we samen een kind kunnen maken. Je kunt bij mij wonen, gratis. We zouden heel veel lol kunnen hebben.”
“Ga even zitten, hang niet zo eng over het hekje. Nee, dat kan nooit. Ik kan geen kinderen krijgen. En ik woon al samen.”’

Hooijer gunt de lezer een blik op de mens zonder opsmuk. Deze naakte mens maakt geen onderscheid tussen hoofd- en bijzaken: een wand is even belangrijk als een relatie of de lichamelijke ongemakken die muziektherapeut Wibold te verduren krijgt. Zo doet de roman een beetje denken aan de High Definition-foto’s die sinds een paar jaar populair zijn onder fotobewerkers: iedere schaduw en elk straaltje licht wordt even dik aangezet, waardoor het resultaat een hyperrealistisch maar daardoor ietwat absurd, droomachtig beeld is.

Met de tijd mee

Hiermee toont Hooijer aan dat ze – in tegenstelling tot in Catwalk – niet alleen maar volledig geschifte personages neer kan zetten. In De wanden van Oeverhorst hebben ze diepgang, ondanks hun transparantie. De auteur beschrijft subtiel de ontwikkeling van personages die in hun onmogelijke zoektocht naar innerlijke rust leren van hun fouten of deze – heel menselijk – gewoon nog eens maken.

En, heel mooi: hiernaast schetst Hooijer haast terloops het verstrijken van de tijd. Dat is het duidelijkst te zien in het beleid van Oeverhorst. Daar heten patiënten aanvankelijk gewoon patiënten, vervolgens cliënten en nog later (als de instelling verandert in een exclusieve opvang voor overwerkte kunstenaars ) worden ze ‘internen’ genoemd. Op een andere manier slaagt Hooijer erin de tijdsgeest fijntjes door de roman te weven, bijvoorbeeld door het invoegen van zijdelingse opmerkingen van Olaf over een nieuwe geslachtsziekte (AIDS) die opeens de kop opsteekt in de buitenwereld of in diens korte bespiegeling over de legalisering van abortus. Ook de kledij van de personages verandert met de tijd mee en internet doet zijn intrede als communicatiemiddel.

De wanden van Oeverhorst is geen roman om van spanning bijna van het puntje van je stoel te schuiven. Wel is het een prachtige kroniek waarin Hooijer de ruimte neemt een mensenleven te stileren tot kunstwerk, zoals een blinde muur ruimte biedt aan nieuwe schilderingen – en torretjes.

Roos van Rijswijk werkt voor Athenaeum Boekhandel, is masterstudent Literatuurwetenschap aan de VU en schrijft voor Recensieweb.nl, waar deze recensie ook zal verschijnen.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum