Recensie: Hoe pesto de wereld veroverde

30 november 2015 , door Joop Hopster
| | | | |

The Great Sea: alweer een geschiedenis van de Middellandse Zee (zo heet de Nederlandse vertaling van de hand van Margreet de Boer en Herman Feddema dan ook). Maar ditmaal ‘a human history’, door David Abulafia, die zich stevig afzet tegen Fernand Braudel, en iets anders centraal stelt: de mens, menselijk handelen en handel. En die tijdens deze chronologische vertelling overal verrassende verbanden ziet en etymologische, culinaire en andere weetjes vermeldt – met bijna hoorbaar plezier. Tegelijkertijd treurt hij om de verloren eenheid van het Middellandse Zeegebied. Maar waarom? Door joop hopster.

N.B. Dit boek maakt deel uit van Athenaeums Penguin-zomerselectie: een keuze uit nieuwe non-fictie titels die in de zomermaanden met kortingen van € 4 tot € 8 op de gewone prijs verkocht worden.

David Abulafia, hoogleraar Mediterranean History in Cambridge, probeert een andere geschiedenis van mare nostrum te schrijven dan er al bestaat. Anders dan Fernand Braudel met zijn nadruk op geografie, klimaat en economie. Ook anders dan boeken die geschiedenissen zijn van de rijken rond de Middellandse Zee: ‘This book is a history of the Mediterranean Sea, rather than a history of the lands around it; more particularly, it is a history of the people who crossed the sea and lived close by its shores in ports and on islands.’ Dus we verwachten vissers en handelaren, avonturiers en piraten, handels- en oorlogsvloten. En die krijgen we dan ook ruimschoots opgediend, van een Neanderthaler vrouw in Gibraltar rond 22.000 jaar voor Christus tot het huidige massatoerisme op de mediterrane stranden.

Maar minstens zo belangrijk als individuen zijn handel en economie, en daarmee de macht van steden en staten. Opkomst en verval geven het ritme aan van het boek: van steden als Carthago, Alexandrië en Venetië, van eilanden als Sicilië, Malta en Cyprus en van grootmachten als het Romeinse, het Ottomaanse en het Britse Rijk. In het spoor van handel en economische bloei gaan we aan Abulafia’s hand de geschiedenis door. Zonder dat hij alles uitputtend behandelt, weet hij toch bijzonder veel kennis, verbanden en aardige trivia in dit boek te stoppen. (Ik wilde ‘proppen’ schrijven, maar dat zou onterecht zijn, al is het wel degelijk een dikke pil geworden met 650 pagina’s tekst – los nog van de noten).

Terzijdes die je nooit meer vergeet

Wat het boek zo aardig maakt zijn voor mij al die korte terzijdes en bijzinnen, waarin Abulafia even buiten zijn eigenlijke onderwerp treedt. Zo windt hij zich direct al op over de benaming Neanderthaler: de botten van de al genoemde vrouw in Gibraltar zijn eerder gevonden dan de verwante botten in het dal van de Duitse rivier de Neander, maar omdat men pas na die tweede vondst doorhad dat er van een andere mensensoort sprake was, kennen we allemaal de term Neanderthaler. Abulafia: ‘Neanderthal Man should carry the name Gibraltar Woman.’

Ook legt hij graag de oorsprong van termen uit. Over vandalisme: ‘the term ‘Vandalism’ was first coined only in 1794, by a French bishop in despair at the destruction wreaked by the revolutionaries’ (dus meer dan duizend jaar ná de Vandalen pas).Het woord admiraal is van Siciliaans-Arabische origine, ‘currants took their name from Corinth’ en wat de Venetianen stoccafisso noemen heet in het Engels stockfish (en bij ons stokvis). En wie weet er eigenlijk nog dat de letters P&O van de bekende rederij staan voor Peninsular & Oriental? Ik wist het in ieder geval niet – maar ik zal het nooit meer vergeten.

Hoewel Abulafia tamelijk nuchter schrijft (over de Minoïsche beschaving op Kreta: ‘Theories that the island was divided into chiefdoms based at the various palaces are, indeed, theories’), heeft hij een goed oog voor aardige formuleringen. Wanneer een Egyptische farao Israel vermeldt in een document uit de dertiende eeuw voor Christus (‘Israel is desolate and has no seed’), voegt Abulafia toe: ‘the first reference to Israel in an Egyptian document and, as the Pharao clearly hoped, the last’. Soms maakt Abulafia parallellen met onze tijd expliciet door zijn woordkeus: ‘The three great Florentine banks of the Bardi, Peruzzi and Acciaiuoli […] crashed on the eve of the Black Death when it became obvious that they had accumulated too many toxic debts (notably loans to the English king).’

Onverwachte verbanden

En overal kom ik verbanden tegen die ik niet verwacht. Zo legt Abulafia uit hoe de verovering van Jamaica door de Engelsen (1655) uiteindelijk zou leiden tot de Engelse verovering van Gibraltar. Of dat de Egyptische heerser tijdens de aanleg van het Suezkanaal (een project met steeds verder oplopende kosten) ervan overtuigd was ‘that he could use his handsome revenues from cotton to pay his contribution to the building of the canal. Egypt was well placed in the 1860s to benefit from world demand for cotton, which had boomed because the traditional supplier across the Atlantic, the United States, was immersed in civil war’.O ja, denk ik dan opeens, de Burgeroorlog was tegelijkertijd!

In de loop van het boek komen Abulafia’s hoofdpersonen uit steeds verder weg gelegen streken. Na Phoeniciërs, Grieken en Genoezen komen er in recenter eeuwen ook Nederlanders, Engelsen, Russen (vooral na de verovering van de Krim en de bouw van Odessa in 1796), Amerikanen (de eerste oorlog na hun onafhankelijkheid voerden de Amerikanen tegen de kapers van Tripoli, eind 18e eeuw) en zelfs Japanners (die bestreden Duitse duikboten in de Middellandse Zee tijdens de Eerste Wereldoorlog).

Spijt en pesto

In de laatste eeuwen is het economische en politieke belang van de Middellandse Zee veel minder geworden, en je voelt dat Abulafia dat betreurt. Net als dat het gebied geen eenheid meer is – dat was het alleen in de Romeinse tijd. Over het einde daarvan schrijft hij: ‘It is abundantly clear that the unity of the Great Sea had been shattered by 800.’Je hoort de spijt in Abulafia’s woorden. Waarom? ‘Single rule over mare nostrum ensured freedom of movement and resulted in cultural mixing in the Mediterranean on a scale never seen before or since’.Abulafia is duidelijk een fan van culturele vermenging, en de eenheid van het gebied draagt daaraan bij. De huidige pogingen de Europese grenzen dicht te houden voor mensen uit Noord-Afrika waren in de Romeinse tijd inderdaad niet mogelijk geweest.

En nadat Abulafia in een slothoofdstuk is ingegaan op het recente massatoerisme, de betonnen hotelsteden aan de costa’s en de snelle opmars van pesto (uit Genoa) in vrijwel de hele wereld, sluit hij zijn boek (‘further reading’) af met: ‘Lastly, no one with affection for the Mediterranean can ignore Elizabeth David’s A Book of Mediterranean Food (London, 1950) and more recent accounts of Mediterranean cuisine such as Claudia Roden’s Mediterranean Cookery (London 1987)’. Al met al een Brits, overvol, leerzaam en erg sympathiek boek.

Joop Hopster is werkzaam bij Athenaeum Boekhandel als rubrieksbeheerder Geschiedenis en Politiek.

pro-mbooks1 : athenaeum