Recensie: Huisdieren onder elkaar

30 november 2015 , door Pieter Hoexum
| | | | | |

In What's a dog for? neemt John Homans je mee op een reis door de wondere wereld van de 'hondenstudies'. Dat blijkt een klein wereldje, waar men elkaar kent zoals men zijn hond kent, maar dat maakt het er niet minder interessant op. Want uiteindelijk gaat dit boek, zoals alle boeken over dieren, over mensen. Het probleem werd immers al geformuleerd door Montaigne, die zich bij het bestuderen van de eigenaardigheden van dieren afvroeg: 'Speel ik met mijn kat, of speelt zij met mij?' Door pieter hoexum.

Een paar jaar geleden zag ik op het strand een vrouw haar hond uitlaten. Normaal gesproken een scène waar ik slechts met afkeuring (kun je niet lezen?! geen honden op het strand) en vooral afkeer naar zou hebben gekeken, maar die ik nu met interesse bekeek. Ik had namelijk mijn hoofd nog vol van het boek van Saul Frampton over Montaigne, een boek met als titel een mooi maar misschien ook wel overbekend citaat van deze sympathieke moralist: Speel ik met mijn kat of speelt ze met mij?

Dat is deels een oprechte vraag, deels een sceptische opmerking. Montaigne bestudeerde de eigenaardigheid van dieren, zonder te pretenderen die te hebben gevonden, want je kunt dieren niet leren kennen zonder de mens te leren kennen. Mensen zijn ook maar dieren. Al is het wel eigenaardig dat mensen huisdieren hebben: is de mens het dier met huisdieren?

Pavlovreactie

Om terug te komen op die vrouw met die hond op het strand. Hoe langer ik ernaar keek, hoe raadselachtiger het werd. Tijdens het lezen van Homans' boek schoot ze me telkens weer te binnen. De vrouw zag er wat verveeld uit, gooide lusteloos een bal weg, de zee in, die de hond dan vol enthousiasme ophaalde en afgaf. De levendigheid van de hond vormde een mooi contrast met het automatische, robotachtige bewegen van de vrouw.

Het leek er op dat de hond met haar speelde, maar zij niet met hem. Hoewel, had de hond het wel naar zijn zin? Hij straalde enthousiasme en levenslust uit, hij leek er schik in te hebben. Maar ja, weten wij veel... Voor hetzelfde geld was het juist de hond die zich als een robot gedroeg: zodra hij een bal ziet kan hij niet anders dan geestdriftig reageren. Ik begon een beetje medelijden te krijgen met die hond: dat arme beest had misschien helemaal geen zin, maar kon eenvoudigweg geen weerstand bieden aan de 'uitnodiging', hoe armzalig die ook was. Misschien speelde hij wel met tegenzin en was juist híj het die 'automatisch' bewoog. Zoals bij de beroemdste van alle hondenonderzoekers, Pavlov. Misschien was dat 'spelen' slechts een Pavlovreactie.

Huiselijkheid

Als Homans iets duidelijk wil maken, dan is het wel dat de honderonderzoekers het behaviorisme van Pavlov en Skinner, achter zich hebben gelaten, het is uit de mode geraakt. Was antropomorfisme, het projecteren van menselijke eigenschappen op dieren, vroeger een doodzonde, nu is het een methode. Aardige daarbij is dat ze daarmee teruggrijpen op het betrokken, 'diervriendelijke' – je mag wel zeggen: sentimentele – denken en doen van de aartsvader van de moderne biologie, Charles Darwin.

De moderne hond is trouwens, zo maakt Homans duidelijk, is een 'uitvinding' van de Victorianen: voor hen was de hond het beschaafde dier. Een ideaal huisdier voor een beschaafd, zachtaardig en ingetogen mens. Een 'gentle animal' voor een gentleman.

Een belangrijke hedendaagse motivatie om een hond als huisdier te nemen, ook voor Homans, is dat een huisdier zorgt voor huiselijkheid. Nu vooral in Amerika het gezinsleven en het huiselijk leven onder zware druk staan of al verdwenen zijn, is de hond in opkomst. Een hond maakt van een huis een thuis. Het is niet dat wij de hond gedomesticeerd hebben, het is de hond die ons 'huiselijk' maakt. Daarbij komt nog de intrigerende constatering dat uit archeologische vondsten blijkt dat mensen al honden als huisdier hadden voordat ze een huis hadden, toen ze nog half-nomaden waren. Nu we dat weer zijn geworden, grijpen we weer naar terug naar de oude, vertrouwde hond.

De baas spelen

Daar heeft de hond trouwens ook veel baat bij gehad, de hond is misschien wel de meest succesvolle diersoort. Na de mens dan. Honden pikken een graantje mee van ons succes: het lukt ons overal op aarde te wonen, overal lukt het ons de regio te maken tot een omgeving. En de hond loopt mee. Misschien is de hond wel een parasiet?

Ondertussen vroeg ik me, naar aanleiding van die scène op het strand, steeds vaker af of je Montaignes vraag niet kritisch moest opvatten. Misschien was hij wel een moralist die ons erop wilde wijzen dat wij het met die dieren vaak naar onze zin hebben, maar zij misschien wel helemaal niet met ons. Is de hond slachtoffer van zijn succes? Misschien gaat het in werkelijkheid niet om domesticeren, maar om domineren: we hebben een hond om de baas over te kunnen spelen.

Schrale troost is misschien dat ik dit, naar aanleiding van dit boek, kan beschouwen als een list van de natuur. Misschien zit het zo: het succes van de hond schuilt erin dat hij als het ware van nature tam is en eigenschappen heeft die ons doen geloven dat we hem overheersen. In werkelijkheid is het er toch sprake van wederkerigheid: de hond laat zich overheersen in ruil voor veel genegenheid en natuurlijk in ruil voor veel eten. Spelen we dan toch met elkaar?

Homans laat zijn verkenningen van de wereld van de ethologie, volgen door cultuurhistorische hoofdstukken over de hond als huisdier en eindigt het boek met beschouwingen over inteelt, overbevolking van de hond, de hond van de toekomst en dierenrechten. Allemaal de moeite waard en mooi opgeschreven, maar kern van de zaak is wat mij betreft toch dat antropomorfisme. Als ik nóg eens terugdenk aan die scène op het strand, zegt die eigenlijk nog het meest over mij. Ik probeer de scène te begrijpen door me in te leven in de spelers. Het zijn mensen die dieren antropomorfisch beschouwen. Misschien is dat, onze neiging tot antropomorfisme, die ons onderscheidt van de dieren. Honden vragen zich niets af, die spelen gewoon.

Pieter Hoexum is filosoof, publicist (voor o.a. Trouw) en huisman. Hij was boekverkoper bij Athenaeum Boekhandel. Zijn boek Gedenk te sterven. De dood en de filosofen verscheen in 2003, begin 2014 verschijnt Kleine filosofie van het rijtjeshuis. Hij heeft nu een website, pieterhoexum.wordpress.com.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum