Leesfragment: Als je naar dit lied luistert. Een nacht in het Achterhuis

09 april 2023 , door Lola Lafon
| |

Donderdag 13 april verschijnt Lola Lafons Als je naar dit lied luistert. Een nacht in het Achterhuis (Quand tu écouteras cette chanson), vertaald door Katrien Vandenberghe, en 14 april om 14.15 signeert ze haar boek bij Athenaeum Boekhandel & Nieuwscentrum. Kom langs - en lees eerst een fragment.

Op 18 augustus 2021 brengt Lola Lafon de nacht door in het Anne Frank Huis. Preciezer: in het Achterhuis. De schrijfster realiseert zich dat Anne Frank en Het Achterhuis een verhaal vormen dat zo wereldwijd bekend is geworden dat eigenlijk niemand het meer kent. Het is getransformeerd in een of meerdere mythes die de werkelijkheid vervormen of overschaduwen. Is Anne Frank een verhaal van hoop? Is haar dagboek een getuigenis of misschien toch eerder het manuscript van een ambitieuze jonge schrijfster? De leegte die de museumbezoeker kan ervaren, bestaat niet echt. Lafon komt daar achter tijdens haar nacht waarin het nodige tot leven komt in het Achterhuis.

N.B. Lees ook Renée van Heerwaardens aanbeveling van Quand tu écouteras cette chanson.

 

Zij is het. Een gestalte die is opgedoken bij het raam, een kleine meid. Ze leunt naar buiten, hand op de vensterbank, waarschijnlijk aangelokt door lachende geluiden op straat – een chique stoet uitgedost in satijnen jurken en grijze pakken.
Ze draait zich om, lijkt iemand erbij te halen: een bruiloft, kom, kom kijken. Ze dringt aan, wenkt ongeduldig met haar hand, roept opnieuw, ze moeten komen, en snel. Het is zo mooi, die schitterende stoffen, dat glanzend opgestoken haar. Zij is het, op de tweede verdieping van een onopvallend pand, een kleine gestalte die door een toevallige beweging van de camera weer haar plaats inneemt in de geschiedenis.
Ze blaakt van leven, ze is opgewonden, terwijl we haar alleen kennen in verstarde poses, van zwart-witfoto’s. Ze is twaalf. Ze heeft nog maar vier jaar voor zich.
Het zijn de enige bewegende beelden van Anne Frank. Klankloze beelden, van een amateurfilmpje uit 1941, waarschijnlijk gemaakt door bekenden van het bruidspaar. Zeven seconden leven, heel even voorbijflitsend.

Wat is ze geliefd, dat Joodse meisje dat er niet meer is. Het enige Joodse meisje dat zo waanzinnig geliefd is. Anne Frank, de denkbeeldige zus van miljoenen kinderen, die, als ze nog leefde, zo oud zou zijn als een oma; Anne Frank de eeuwige tiener, die vandaag wel mijn dochter had kunnen zijn – je houdt voor altijd de leeftijd die je had toen je ophield met leven.
Anne Frank, zo wereldbekend dat mensen haar verhaal niet echt kennen. Een beeld, dat van een bleek meisje met brave haarspeld, achter haar schrijftafeltje, pen in de hand. Een symbool, maar waarvan? De adolescentie? De Shoah? Het schrijven?
Hoe moet je haar beroemde dagboek noemen, dat alle scholieren hebben gelezen en dat geen enkele volwassene zich goed herinnert? Is het een getuigenis, een testament, een literair werk? Het literaire werk van een tiener die tussen vier muren zat om niet te sterven, en van wie de woorden uit hun voegen barstten.
Van een meisje voor wie reizen betekende: de trap op en af gaan, rondlopen in een ruimte van nog geen veertig vierkante meter groot, zevenhonderdzestig dagen lang.

Anne Frank, aan wie chansons, gedichten en romans, requiems en symfonieën zijn gewijd. Haar gezicht staat op postzegels, mokken en posters, haar portret werd op muren gekalkt en in medailles gegraveerd. De gevel van honderden scholen en bibliotheken draagt haar naam, in 1995 is een planetoïde naar haar vernoemd.

Haar geschriften zijn in 2009 opgenomen in de Unesco- Werelderfgoedlijst voor documenten, naast de Magna Carta.
Anne Frank, die in de zomer van 2021 het Nederlandse nieuws haalt: betogende tegenstanders van de coronapas zwaaien in Amsterdam met haar portret en scanderen: ‘Vrijheid, vrijheid.’
Anne Frank, op handen gedragen en onder de voet gelopen.

Op 18 augustus 2021 overnachtte ik in het Anne Frank Huis, in het Achterhuis.
Ik kwam de ruimte ervaren, want de tijd valt niet meer te ervaren. De drukkende uren, de slepende weken, daar kun je je geen voorstelling van maken. Hoe krijg je een idee van wat het betekent om vijfentwintig maanden met zijn achten in die krappe kamers ondergedoken te leven?
Dus zal ik de hele nacht van de ene kamer naar de andere lopen. Ik loop van de kamer van haar ouders naar de badkamer, van de zolder naar de kleine gemeenschappelijke woonkeuken, en ik tel het aantal stappen dat Anne Frank kon zetten – zo weinig stappen.

Hoe moet ik haar noemen? Ik zeg ‘Anne’, maar die valse vertrouwelijkheid voelt ongemakkelijk. Het lukt me niet om ‘Anne’ te zeggen, iets houdt me tegen, iets wat in de loop van mijn nacht gestalte zal krijgen in de onmogelijkheid haar kamer in te gaan. Dus zeg ik ‘Anne Frank’, zoals je een naam afroept, zoals je de briljante oud-leerlinge van een spookcollege ter sprake brengt. Drie lettergrepen.
Ik stelde me voor dat de nacht zou lijken op een bezinning, een stilte. Ik dacht dat de nacht de afwezigheid van Anne Frank voelbaar zou kunnen maken, ik nam me voor me af te stemmen op de leegte, de leegte tot me door te laten dringen.
Ik vergiste me. De nacht werd bewoond, verlicht met reflecties – in het hart van het Achterhuis hield zich nog een urgentie schuil die ik terug moest vinden.

 

Copyright © 2022, Lola Lafon
Copyright Nederlandse vertaling © 2023 Katrien Vandenberghe/ bv Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam

pro-mbooks1 : athenaeum