Leesfragment: Patroon

21 januari 2023 , door Marco Kunst
|

Marco Kunsts jeugdroman Patroon kwam op de 74ste plaats in de Grote Vriendelijke Honderd, werd in drie kranten als een van de beste boeken genoemd, én maakt nog kans op De Boon 2023. Tijd voor een fragment.

Patroon is een indringend boek voor jongeren vanaf 13 jaar, over een heftige gebeurtenis tussen twee beste vrienden en mysterieus familiegeheim. Marco Kunst (bekend van Het verlangen van de prins en Offline) toont zich een veelzijdig auteur met dit diepgaande verhaal.

In een melige bui besluiten Mylo en zijn beste vriend Mees tot een experiment: met niets anders dan een hamer en een tang vuren ze een kogel af. Het gaat gruwelijk mis, Mees krijgt de kogel in zijn hoofd en sterft. Mylo moet verder leven zonder zijn vriend en mét een enorm schuldgevoel. Mylo’s opa blijft hem steunen en samen gaan ze op reis. Naar Amerika, het land waar opa’s roots liggen en waar Mylo’s vader woont, die hij nooit eerder heeft ontmoet. Maar een reis die bevrijdend zou moeten zijn na de onvoorstelbare gebeurtenissen thuis, legt juist een gruwelijk geheim bloot. Een geheim waarin opa al zijn hele leven gevangen zit en dat alles te maken blijkt te hebben met de dood van Mees. Lukt het Mylo om te ontsnappen aan het patroon dat zijn familie al drie generaties in zijn greep houdt?

N.B. Lees ook Neeltje Velthuis & Jasmijn Verhees over Het verlangen van de prins.

 

Deel 1
De patroon

1
Mees is dood

Mees is vanmiddag gecremeerd.
Verbrand.
Ik was er niet bij. Mocht er niet bij zijn. Kon er niet bij zijn. Dat zouden Mees’ ouders niet aan hebben gekund. Dat zou niemand aan hebben gekund.
Ik ook niet.
Ik denk dat verder iedereen er was. Zijn familie natuurlijk. De hele school, alle leerlingen en leraren, de halve buurt, kennissen, vrienden van de familie en zelfs die gieren van de lokale omroep. Denk ik. Maar niet zijn beste vriend.
Ik was er niet bij.
Mam zat beneden in de woonkamer. Ik zat boven op mijn kamer. Regen droop als snot langs het raam. Ik plofte op de rand van mijn bed en keek de rest van de middag naar mijn voeten. Maar ik zag mijn voeten niet.
Ik zag de hele tijd die smerige kabouter voor me. Die fikkende tuinkabouter van Mega Jimmy. Hoe zijn blozende wangetjes zwart kleurden. Hoe zijn oog smolt. Hoe er een gat in zijn voorhoofd brandde. De geur van brandend plastic in mijn neusgaten. En ik moest denken aan dat kutverhaal dat Mega Jimmy vertelde, het verhaal waar het allemaal mee begon. Vertel ik je verderop nog wel.
Later zag ik weer voor me hoe Mees viel. Ik wilde dat niet zien. Ik wil zoiets nooit meer zien. Maar ik zag het. Het was het enige wat zich in mijn hoofd bleef herhalen: hoe Mees vooroverviel. Ik zie dat de hele tijd, alsof ze het op mijn netvlies hebben getatoeëerd.
Mam riep of ik een boterham wilde. Ik gaf geen antwoord. Ik bleef naar mijn voeten staren.
Het heelal is veertien miljard jaar oud, zeggen ze. Een middag kan even lang duren. De hele tijd klonk die knal in mijn oren. Een echo van de oerknal waarmee het heelal ontstond. De knal waarmee voor Mees de wereld eindigde. En ook voor mij.
Mees keek zo verbaasd terwijl hij viel. Zo ontzettend verbaasd. Hij kwam neer op de tuintegels. Bleef daar liggen. Roerloos. Mond open. Toen keek hij niet meer verbaasd. Hij keek helemaal niet meer. Uit zijn hoofd stroomde bloed. Het vormde een plas. Stroomde in een gootje tussen twee tegels naar het zentuintje van zijn vader. Bloed droop tussen het grint.
Veertien miljard jaar lang.

 

2
Zwieber, niet flippen!

Ken je Dora? Vast wel. Dora is dat veel te blije, vrolijke, kleurige meisje uit die peutertekenfilms. Haar vijand heet Zwieber. De sprekende kaart die ze altijd bij zich heeft is haar bondgenoot. Boots het aapje is haar vriendje. Dora leeft in een wereld waar alleen avonturen light voorkomen: als ze drie keer zegt dat Zwieber niet moet stelen, dan betert Zwieber zijn leven. Als de zingende stenen opzij moeten, dan vraag je dat en dan gáán de zingende stenen opzij! Dora’s problemen zijn nooit heftiger dan een lichte kriebel, en de oplossing is altijd te vinden door het volgen van een stappenplan: óver de blije bergen, lángs de zingende stenen en dan náár het kleurige bloemenveld.
Dora is totaal infantiel, onschadelijk, en saaier dan een blokuur Frans.
Behalve als je stoned bent. Dan is het epische shit. De kaart wordt God, Boots het aapje zijn profeet en Dora verandert in een heilige profeet of een siliconenbimbo of zo – weet ik veel, als het maar melig is.
En de avond voor de dag dat Mees stierf hadden we stevig zitten smoken. Bij mij thuis. Mam was werken. Wij keken Dora. Zochten op YouTube naar de aflevering waarin mister Toekan zijn bril kwijt is.
‘Óver het Veld, lángs Mega Jimmy, naar de coffeeshop!’ We bleven het maar herhalen, in de slapste varianten, tot we hikkend van het lachen over de vloer rolden. ‘Zwieber, niet flippen! Zwieber, niet flippen! Zwieber, niet flippen!’
Ze zeggen dat wiet zeker drie weken in je bloed aanwezig blijft. Ben ik dan juist extra schuldig of juist niet? Of extra dom?

© Marco Kunst

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum