3 vragen aan... Ton Naaijkens, winnaar van de Martinus Nijhoff Vertaalprijs 2023

08 mei 2023
| | | | | | | |

Ton Naaijkens krijgt de Martinus Nijhoff Vertaalprijs 2023 toegekend voor zijn ‘indrukwekkende en rijke oeuvre’ en zijn ‘decennialange inzet om vertaling in het cultuurleven en vooral in het hoger onderwijs een plek te geven’. Wij vroegen hem een drietal van onze vragen te beantwoorden. ‘Wat zijn moeilijke tijden en wat niet. Ik weet dat ik op zekere momenten, de ellendigste, wel greep naar de gedichten van Celan. Die zijn uiterst emotioneel, ze zijn naarstig op zoek naar waarheid en troost, en ze bieden ook troost.’

Met welke schrijver zou je op date willen? (En waarom.)

Het lijkt me verreweg het leukst om met een levende auteur te daten. Ik zou graag het gesprek met Elke Erb nog eens overdoen waarin ze langdurig stilstond bij mijn vraag waarom er zoveel geiten in haar teksten voorkomen. Binnenkort ontmoet ik Monika Rinck, een sprankelende persoonlijkheid die mijn dag met haar al bij voorbaat goedmaakt. Zij weet alles van bijen. Allebei worden ze de koninginnen van de Duitse poëzie genoemd: majesteitelijker kan het niet. Van de overledenen zouden Robert Musil en Paul Celan meegenomen zijn maar dan het liefst als jongeling – Musil als hij op het punt staat naar de legerschool te gaan en Celan als hij onbezonnen anarchistische liederen staat te zingen in de huiskamers van zijn vriendinnetjes. Waarom? Omdat de last van hun oeuvre nog niet op hun schouders drukt en zíj nog niet weten wat hun in het leven te wachten staat.

Welk boek houdt je op de been in moeilijke tijden?

Wat zijn moeilijke tijden en wat niet. Ik weet dat ik op zekere momenten, de ellendigste, wel greep naar de gedichten van Celan. Die zijn uiterst emotioneel, ze zijn naarstig op zoek naar waarheid en troost, en ze bieden ook troost. Zijn ‘moeilijkheden’ staan (en stonden) in geen verhouding tot de mijne, maar op de een of andere manier werken zijn feilloos geformuleerde gedichten louterend.

Welk boek maakte van jou een lezer?

Ik las altijd alles wat los en vast zat, voorop de krant. Op een gegeven moment (ik ben twaalf), beginnen de reeksen. Ik noem Biggles. Wat ik toen al vreemd vond want vliegtuigen en piloten deden me niets. Daarna 007. Het zal de spanning zijn geweest. Het eerste bewustzijn van hoe boeken in elkaar zitten en hoe je ze kunt bekijken kwam voort uit een boekje over James Bond: O.F. Snellings James Bond onder het mes. De auteur vertelt waarom Fleming in zijn tien Bonds tot dan toe (1964) steeds uitgaat van hetzelfde: hij behandelt ‘zijn voorgangers’, ‘zijn portret’, ‘zijn vrouwen’, ‘zijn tegenstanders’ en ‘zijn toekomst’ en komt uit op patronen, hang-ups, oerscènes.

pro-mbooks1 : athenaeum