Over het vertalen van de eerste zin van Merethe Lindstrøms Dagen in de geschiedenis van stilte door Sofie Maertens en Michiel Vanhee

08 augustus 2023
| | | | |

Sofie Maertens en Michiel Vanhee vertaalden Merethe Lindstrøms Dager i stillhetens historie als Dagen in de geschiedenis van stilte. Op ons verzoek licht Sofie Maertens hun vertaling toe. Lees bij ons over de spanning en lichtheid in de roman, en hoe om te gaan met de utbrytning, de klem, in de eerste zin.

Dagen in de geschiedenis van stilte van Merethe Lindstrøm heb ik samen met mijn echtgenoot Michiel Vanhee vertaald. We werken al jaren samen als vertaalduo en nemen afwisselend de eerste vertaalronde voor onze rekening, afhankelijk van het boek dat voor ons ligt. Tijdens het lezen van het Noorse origineel voelde ik meteen dat dit er eentje voor mij was, en gelukkig – zoals het in een goed huwelijk past – ging Michiel meteen akkoord.

Det var jeg som slapp ham inn.
Inntrengeren kalte jeg ham senere, men han brøt seg ikke inn. Han ringte på som hvem som helst kunne gjort, og jeg åpnet døra. Det uroer meg fremdeles når jeg tenker på det. Egentlig er det kanskje det som plager meg mest. Han ringte på, og jeg åpnet.
Ik had hem zelf binnengelaten.
De indringer, zoals ik hem later noemde, al had hij niet ingebroken. Hij had aangebeld, zoals om het even wie had kunnen doen, en ik had de deur opengemaakt. Het verontrust me nog steeds als ik eraan terugdenk. Misschien vind ik dat nog het pijnlijkst van allemaal. Hij belde aan, en ik deed open.

Zo begint Dagen in de geschiedenis van stilte van Merethe Lindstrøm. Deze eerste zinnen bliezen me meteen omver en bleven me nog wekenlang achtervolgen. Als je als auteur met je openingszinnen de lezer tot aan het einde van de roman en ver daarna kunt vasthouden, ben je een meester in je vak. Merethe Lindstrøm noem ik een meester in haar vak. Zonder schroom.

Spanning en lichtheid

Al tijdens het vertalen van de roman had ik een heel goed gevoel. Ik vond meteen aansluiting, zowel bij de stijl van de auteur, als bij haar woordkeus en zinsritme. Dat betekent niet dat het vertalen een gemakkelijke opdracht was, maar het betekent wel dat ik me heel comfortabel voelde en me nooit echt zorgen heb gemaakt over het eindresultaat. Ik heb dan ook beseft dat het een groot geluk was dat ik uitgerekend deze roman in handen kreeg – dankjewel, Martijn van uitgeverij Oevers!

De beginscène is een van de vele herinneringen die de hoofdpersoon, de gepensioneerde Eva, over het hele boek verspreidt. Het is een herinnering aan de tijd waarin haar drie dochters nog klein zijn en er op een dag een jongeman aanbelt. Hij is verward en het is onduidelijk wat hij van haar wil, maar ondanks de onrust die ze voelt bij zijn aanwezigheid, laat ze hem binnen. Hij gaat de woonkamer in waar haar drie dochters aan het spelen zijn. Heel even wordt ze afgeleid door een van haar kinderen en wanneer ze zich omdraait, is de indringer verdwenen, samen met een van de andere dochters. Terwijl je je het hele boek lang afvraagt waaróm die indringer daar aanbelde, er binnen ging en met het dochtertje naar buiten verdween, kom je na het lezen van het boek uit bij de vraag wíe die indringer was. Zo maakt Lindstrøm de cirkel rond. Pas ná het lezen van het boek vallen allerlei puzzelstukjes op hun plaats, wat het geheel een extra dimensie geeft. Ondanks de spanning, die soms aan het ondraaglijke grenst, stopt Lindstrøm toch een soort lichtheid in het boek. Hoe ze daarin slaagt, is me een raadsel. Misschien ligt het aan de manier waarop ze schrijft, de woordkeus?

De klem in de eerste zin, maar dan frisser

Als vertaler weet je dat de eerste zin, en bij uitbreiding de eerste pagina, er moet staan, anders haakt de lezer misschien meteen af. Dus hier lette ik extra goed op de naturel van de tekst. De eerste zin is grammaticaal al op een typisch Noorse manier geconstrueerd. We noemen het in jargon: ‘utbrytning’, een soort ‘klem’. Letterlijk staat er: ‘Het was ik die hem binnenliet.’ Of beter: ‘Ik was het die hem binnenliet.’ Het is typisch voor het Noors om dat soort van aanloopjes te nemen: ‘Ik was het die…’, ‘Het was vandaag dat…’

Soms kunnen we die constructie behouden, als vertaler, maar meestal blijkt dat als je erin knipt en ze korter maakt, het resultaat veel frisser is. Ik twijfelde dan ook niet om in deze eerste zin meteen te knippen en er het woordje ‘zelf’ aan toe te voegen: ‘Ik liet hem zelf binnen.’ Na het aanpassen van de tijd van het werkwoord (van onvoltooid verleden tijd in het Noors naar voltooid verleden tijd in het Nederlands), leidde dat tot de uiteindelijke versie: ‘Ik had hem zelf binnengelaten.’

Ik heb Merethe Lindstrøm alvast in mijn literaire universum binnengelaten, en ik hoop van u hetzelfde! Meer (door ons) vertaald werk van deze grande dame van de Noorse literatuur, die in één adem met Jon Fosse wordt genoemd als de grootste Noorse kanshebber op de Nobelprijs voor Literatuur, komt er volgend jaar aan...

Sofie Maertens en Michiel Vanhee (allebei °1981) leren elkaar in 1999 kennen aan de Hogeschool voor Vertaalkunde in Gent. Na jarenlange omzwervingen in Duitsland en Noorwegen en een handvol hersendodende kantoorbanen in België kozen ze zo’n twaalf jaar geleden voor een voltijds kluizenaarsbestaan als literair vertaler. Samen vertalen ze Noors werk van onder meer Karl Ove Knausgård, Erika Fatland, Simon Stranger, Karin Fossum, Matias Faldbakken, Rune Christiansen, Merethe Lindstrøm en (in 2024) Knut Hamsun. Eerder lichtte Michiel Vanhee voor ons Matias Faldbakkens roman Wij zijn met vijf toe.

pro-mbooks1 : athenaeum