Recensie: Niet gemaakt van dezelfde stof als andere mensen

25 juli 2018 , door Thomas Heerma van Voss
| | |

Mager en zwak, dat is Tijl Uilenspiegel volgens zijn vader Claus. Ook de rest van zijn omgeving verwacht weinig van hem: Tijl groeit op als molenaarszoon en niemand denkt dat hij dat lot zal ontstijgen, zeker niet wanneer zijn vader wordt opgepakt voor hekserij. Geweldige passages zijn dit, waarin de Duitse Daniel Kehlmann - geboren in 1975, auteur van onder meer de internationale megabestseller Het meten van de wereld - op een bijna achteloze manier onderstreept hoe goed hij kan schrijven: uitgebreid en gedetailleerd en toch nergens langdradig, beeldend zonder dat het overtollig wordt en, misschien wel het belangrijkste, vol mededogen voor de personages van wie hij tegelijk haarfijn de tekortkomingen laat zien.

N.B. Dit is Thomas Heerma van Voss' laudatio voor Daniel Kehlmanns Tijl bij de bekendmaking van de shortlist van de Europese Literatuurprijs 2018. Eerder publiceerden we een fragment uit de roman, een toelichting door vertaler Josephine Rijnaarts en een bespreking door Jerker Spits.

Iets van een jongensboek

Vader Claus wordt meegenomen door twee fanatieke jezuïeten. Tijdens de daarop volgende, en ook zo fijn en scenisch beschreven ondervragingen kneden ze getuigenverklaringen naar hun eigen inzicht en leggen ze gebeurtenissen op zo'n manier uit dat er maar één veroordeling mogelijk is: de doodstraf. Wegens, jawel, ketterij.

Hiermee lijkt ook het leven van Tijl een noodlottige wending te krijgen, maar in zekere zin begint het juist pas met de executie van zijn vader. Hij slaat op de vlucht met bakkersdochter Nele, door het Europa van de Dertigjarige Oorlog, die, zoals we allemaal weten, plaatsvindt tussen 1618 en 1648. Het is een kleurrijk beschreven, nogal onbestemde wereld vol verdwaalde en verwarde soldaten, vol boeren die op de vlucht zijn - en dwars daar doorheen bewegen Tijl en Nele zich.

Zo samengevat heeft het iets weg van een jongensboek. Met zijn soepele retoriek en zijn acrobatische inspanningen windt Tijl de mensen en masse om de vingers, hij laat ze soms zelfs dingen doen die ze helemaal niet willen - zoals in het formidabele openingshoofdstuk, dat ook als een losstaand kort verhaal uitstekend zou werken: Tijl die een Duitse gemeenschap met zijn charisma en bedwelmende woorden opstook en uiteindelijk zover krijgt dat iedereen een schoen uittrekt en naar voren werpt, plok, zonder dat daar ook maar één logische reden voor is.

En dan vertrekt hij. Zoals hij de hele roman doet: Tijl is iemand die zich nergens werkelijk aan hecht, iemand die niet 'van dezelfde stof gemaakt [leek] als andere mensen' - een overlevingskunstenaar van wie men niet eens weet of hij nou protestant of katholiek is. En juist daarom blijkt hij in staat om zich overal naar binnen te wurmen en weer uit te glippen. Om mensen voor zich te blijven winnen. En om voortdurend te intrigeren, dat ook.

Soms hardcore historische roman, soms sprookje

Na dat overweldigende begin bleef ik Tijl vol belangstelling lezen, ook wanneer de titelheld in de loop van de roman weer vaste grond onder zijn voeten krijgt en dienst gaat doen als nar van de gevluchte koning Frederik van Bohemen, en vooral met diens vrouw Liz een nauwe band ontwikkelt. Ik bleef lezen omdat ik wilde weten wat er met Tijl zou gebeuren, omdat ik nooit helemaal dichtbij dit personage kwam of met hem ging meevoelen.

Dat lijkt ook geenszins Kehlmanns bedoeling, de auteur gaat nadrukkelijk boven zijn hoofdpersonage staan en wisselt zelfs meermaals van perspectief, terwijl een alwetende stem soms de overhand krijgt: 'En zo weet hij niet dat zijn moeder werkelijk niet ver van hem vandaan op de grond ligt.' Zulke zinnen versterken de indruk dat het hier om een geschiedenisverhaal gaat, een vrij klassieke vertelling, geen psychologisch portret. Soms voldoet Tijl. Soms voldoet Tijl

Bij historische verhalen als deze rijst bij mij altijd de vraag waarom een auteur uitgerekend voor deze periode heeft gekozen. En waarom maakte de schrijver Tijl tot hoofdpersonage? Volgens de Nederlands-Duitse folklore haalde dit figuur zijn streken al in de veertiende eeuw uit, waarom heeft Kehlmann hem ineens gesitueerd in deze oorlog? Om de eeuwen overstijgende kracht van verhalen te laten zien, van klassieke personages?

Vrijwel foutloos

Het zijn vragen die op de achtergrond spelen bij het lezen van Tijl en het verhaal gelaagd maken, maar die gelukkig nergens expliciet worden: Kehlmann kijkt nergens vanuit het heden, hij laat het allemaal volledig voor zichzelf spreken, dit vroegmoderne Europa waarin wetenschap opkomt en er nog volop magie aanwezig is, waarin bijgeloof wordt gezien als een toppunt van rationaliteit. En overal waar Tijl komt is het enorme effect van vermaak duidelijk waarneembaar, waardoor je deze roman net zozeer kunt lezen als een pleidooi voor kunst als een afrekening met goedgelovigheid, net zozeer een ironische beschrijving van al te zogenaamd rationeel denken als een waarschuwing voor degenen die menen intrinsiek gelijk te hebben.

Het zit er allemaal in, en ja, in zekere zin is Tijl een vrijwel foutloos boek, bijna te perfect misschien, een soort toonbeeld van technische vernuft - maar kun je een auteur dat verwijten? Nauwelijks, en uiteindelijke voelde ik me vooral zoals de toeschouwers na Tijls zoveelste truc: geïmponeerd en overdonderd, en nog altijd zoekend naar een manier om echt dichtbij Tijl Uilenspiegel te komen.

Thomas Heerma van Voss schreef de romans De Allestafel (2009) en Stern (2013). Ook publiceerde hij verhalen, essays en artikelen in onder meer de Volkskrant, nrc.next, Vrij Nederland, Trouw, Tirade, Das Magazin en Hollands Maandblad. In 2014 verscheen de verhalenbundel De derde persoon en vorig jaar de essaybundel Plaatsvervangers. Heerma van Voss is redacteur van Revisor.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum