Recensie: Lachen en huilen in Kurt Vonneguts klassieke sciencefiction Cat’s Cradle

25 februari 2024 , door Ivana Kalaš
| | | |

Kurt Vonnegut zei ooit: ‘Lachen en huilen zijn beide reacties op frustratie en uitputting. Zelf geef ik de voorkeur aan lachen, omdat er daarna minder opgeruimd hoeft te worden.’ Wellicht dat hij vanuit dit gevoel Cat’s Cradle schreef, zijn vierde en persoonlijk favoriete roman over een mogelijk aanstaande Apocalyps, vrije wil, en de onbeholpenheid van de mens. En omdat de wereld soms een uiterst frustrerende en uitputtende plek kan zijn, is dit mijn keuze voor klassieker van de boekverkoper.



Baanbrekend over de lelijkste kant van de mens

Cat’s Cradle, geschreven net na de Cubacrisis in 1962, is een baanbrekend werk in de postmoderne sciencefictionliteratuur waarin de hoofdpersoon een boek gaat schrijven over wat mensen aan het doen waren op de dag dat de atoombom op Hiroshima werd gegooid. Het boek leidt hem naar het equivalent van Oppenheimer in de roman, een wetenschapper genaamd Felix Hoenikker, wiens apathie jegens de mensheid tot uiting komt in zijn creatie van niet alleen de atoombom, maar ook ijs-9, een stof dat elk water waarmee het in aanraking komt onmiddellijk transformeert in ijs. Hij bedenkt dit als iets meer dan een gedachte-experiment nadat hem door het Amerikaanse leger is gevraagd of hij er iets aan kan doen dat ze in gevechtsgebieden vast komen te zitten in de modder en daarmee minder efficiënt kunnen vechten.

Cat’s Cradle is een studie van de mensheid en haar meest lelijke en destructieve kant. Het werd gezien als een dusdanig verhelderend boek over de menselijke conditie dat het hem een masterdiploma opleverde aan de universiteit van Chicago, dezelfde universiteit die Vonneguts masterscriptie twee keer eerder had afgewezen. Wat een ongelooflijk zwaar boek had kunnen zijn over moeilijke onderwerpen, is niets van dien aard in de handen van ome Kurt, zoals hij liefdevol wordt genoemd door zijn meest trouwe fans.

Diep menselijk, ironisch, sentimenteel

De bijzondere stem van Vonnegut is behalve ironisch ook sentimenteel, naast kritisch toch ook diep menselijk. Cat’s Cradle kan je zeker wanhopig achterlaten, maar door de droogkomische toon waar de ironie vanaf spat zal je toch ook een beetje gelachen hebben.

Laat me eindigen met een van de beroemdste regels uit het boek van Bokonon, een verzonnen en verboden religie in Cat’s Cradle, die onze menselijkheid zo kien weet te vatten:

Tiger got to hunt, bird got to fly;
Man got to sit and wonder why why why?
Tiger got to sleep, bird got to land;
Man got to tell himself he understand

Ivana Kalaš is boekverkoper bij Athenaeum Boekhandel Spui en redacteur bij Hard//hoofd.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum