Leesfragment: Staat & Slavernij

| | | | |

Nu in onze boekhandels: Staat & Slavernij. Het Nederlandse koloniale slavernijverleden en zijn doorwerkingen, onder redactie van Rose Mary Allen, Esther Captain, Matthias van Rossum, Urwin Vyent, met medewerking van Myrthe Kraaijenoord, Eva Thielen. Lees bij ons een deel van de inleiding.

Staat en slavernij laat zien hoe de Nederlandse staat en haar voorlopers betrokken waren bij het koloniale slavernijverleden. Het beschrijft hoe verschillende betrokkenen, zoals slaafgemaakten, bestuurders en ondernemers in de metropool en in de gekoloniseerde samenlevingen, hiermee omgingen. Aan de hand van actuele kwesties bespreken ruim dertig auteurs de doorwerkingen van het slavernijverleden, slavernij als systeem in de negentiende en twintigste eeuw, de omvang ervan wereldwijd en de vorming van belangen bij slavernij en kolonialisme sinds de zestiende eeuw.

Staat en slavernij roept de huidige vertegenwoordi­gers van de Nederlandse staat in het herdenkingsjaar 2023 op om ruimte te maken voor voortgaande dialoog en de mogelijkheid van herstel.

N.B. Lees op onze site ook fragmenten uit De slavernij in Oost en WestKarwan Fatah-Blacks Slavernij en beschaving. Geschiedenis van een paradox en de Rijksmuseumcatalogus Slavernij. Het verhaal van João, Wally, Oopjen, Paulus, Van Bengalen, Surapati, Sapali, Tula, Dirk, Lohkay. En Annemarie de Wildt over Leo Balai's Geschiedenis van de Amsterdamse slavenhandel.

 

Het koloniale slavernijverleden en doorwerkingen: inleiding

Glimmend van trots liet premier Rutte de Amerikaanse president Barack Obama, die in 2014 een bezoek aan Nederland bracht, het Plakkaat van Verlatinghe zien. Normaal wordt dat zorgvuldig bewaard in het Nationaal Archief in Den Haag, maar voor deze bijzondere gelegenheid lag het document voor Obama klaar op een kussentje in de pronkzaal van het Rijksmuseum. Hoewel het er volgens een journalist op televisie ‘niet erg aantrekkelijk uitzag’, is het van onschatbare waarde voor Nederland. Het Plakkaat van Verlatinghe is de officiële verklaring van een aantal Nederlandse provincies waarin zij in 1581 de Spaanse koning Filips ii afzetten als hun heerser en kan als zodanig worden beschouwd als de Nederlandse onafhankelijkheidsverklaring. Twee eeuwen later gold het document als inspiratiebron voor de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring van 1776. Dat is de reden waarom het bij het bezoek van de Amerikaanse wereldleider zo prominent werd getoond.
Waarschijnlijk is tussen Rutte en Obama niet ter sprake gekomen dat het Plakkaat van Verlatinghe een paradox behelst die tot de dag van vandaag doorwerkt. De Republiek der Verenigde Nederlanden ontstond zoals gezegd uit verzet tegen politieke overheersing door een vreemde mogendheid, die door tijdgenoten, en ook in het Plakkaat, met ‘slavernij’ werd vergeleken. Na de onafhankelijkheidsverklaring groeide Nederland echter zelf uit tot een van de grootste koloniale machten. Zo werd een land dat zichzelf als vrijhaven bleef zien tegelijkertijd een land dat wereldwijd slavernij en andere koloniale machtsmiddelen exploiteerde. Voor de Nederlandse staat is inmiddels duidelijk dat dit ‘slavernijverleden een zeer pijnlijk, belangrijk en tot voor kort onderbelicht onderdeel van onze gedeelde geschiedenis is’, aldus de rijksoverheid bij het uitroepen van het Herdenkingsjaar Slavernijverleden. Vlak voor het herdenkingsjaar bood de Nederlandse regering op 19 december 2022 excuses aan voor haar aandeel in de praktijken die wereldwijd de slavernij in stand hielden.
Aan dat inzicht en dat berouw is een decennialang proces van bewustwording – op gang gebracht en bevorderd door activisme van herinneringsgemeenschappen – voorafgegaan. Dit is de laatste jaren in een stroomversnelling beland. Zo werden in de Tweede Kamer op 8 juli 2021 maar liefst zes moties ingediend die betrekking hadden op het slavernijverleden. In de betreffende moties werd onder meer opgeroepen om excuses aan te bieden voor het slavernijverleden en 1 juli als nationale herdenkingsdag en feestdag te erkennen. In een aangenomen motie van Don Ceder en anderen werd verzocht om een onafhankelijk onderzoek uit te voeren naar het Nederlandse slavernijverleden. Het doel: inzicht krijgen in het slavernijverleden en de doorwerkingen ervan (‘wat’), vaststellen wie de betrokkenen waren (‘wie’) en welke uiteenlopende effecten slavernij had (‘hoe’) om zo ‘te komen tot een proces dat de maatschappelijke eenheid binnen het Koninkrijk der Nederlanden versterkt’. Staat en slavernij: het Nederlandse koloniale slavernijverleden en zijn doorwerkingen is het resultaat van deze motie. De hier opgenomen teksten laten zien hoe de Nederlandse staat en zijn voorlopers betrokken waren bij het koloniale slavernijverleden en staat stil bij de doorwerking ervan in het heden.
Dit boek brengt de bestaande kennis van het slavernijverleden en zijn doorwerkingen samen, weegt deze en houdt ze tegen het licht. Waarom weten we over sommige aspecten van het slavernijverleden en zijn doorwerkingen eigenlijk zoveel meer dan over andere? Dit boek wil niet alleen zichtbaar maken wat we weten, maar ook hoe die kennis is gevormd, en wat dus relevante vervolgvragen en onderzoeksonderwerpen zijn om tot een beter inzicht te komen in het Nederlandse koloniale slavernijverleden. Staat en slavernij verkent waar Nederlandse koloniale betrokkenheid bij slavernij en slavenhandel bestond, van het Atlantisch gebied, de Indonesische archipel en de Indische Oceaan tot in Nederland zelf. Slavernij kwam in grote delen van het Nederlandse koloniale rijk voor, en over een zeer lange periode. Door deze gebieden en verschillende periodes samen te onderzoeken worden de overeenkomsten en verschillen duidelijk. Ook zorgt deze aanpak ervoor dat verbindingen en uitwisselingen in geografie en doorwerkingen in de tijd zichtbaar worden. Dit boek biedt dus nog niet de veelgevraagde nieuwe en fundamentele vervolgonderzoeken die nodig zijn voor de bestudering van de verschillende aspecten van het Nederlandse koloniale slavernijverleden en de doorwerkingen daarvan. Daar is meer tijd voor nodig. Het vormt wel de opstap naar verder onderzoek. Staat en slavernij geeft op wetenschappelijk verantwoorde en toegankelijke wijze duiding aan de bestaande kennis en draagt bij aan de reflectie die nodig is voor verdere kennisvorming en voor het creëren van mogelijke vormen van herstel en heling. Het kan zodoende dienen als een kompas voor samenleving, politiek en wetenschap.

De volgende vragen staan in Staat en slavernij centraal:

  • Wat waren de sociaaleconomische, politieke en maatschappelijke omstandigheden en de gevolgen van de betrokkenheid van de (voorlopers van) Nederlandse staat en samenleving bij het koloniale slavernijverleden en de doorwerking, zowel in Nederland als in de gekoloniseerde samenlevingen?
  • Hoe is daar in het verleden en het heden op gereageerd en mee omgegaan door verschillende betrokkenen, zoals slaafgemaakten, bestuurders, ondernemers en anderen in de gekoloniseerde samenlevingen?
  • Hoe kan ten aanzien van deze geschiedenissen en hun doorwerkingen ruimte ontstaan voor herstel en heling?

Een nieuwe blik

Het Nederlandse koloniale slavernijverleden heeft decennialang in de marges van het publieke domein verkeerd, hoewel het van grote betekenis was voor de diverse gemeenschappen van nazaten. Momenteel staat het in het brandpunt van de belangstelling. Dit boek bouwt voort op verschillende projecten die dit thema bij een groter publiek en tevens bij de rijksoverheid onder de aandacht hebben gebracht, zoals het hoofdstuk van Nancy Jouwe laat zien. De vier eerder gepubliceerde onderzoeken naar de betrokkenheid bij koloniale slavernij van de steden Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag hadden daarin een vliegwieleffect: ze hebben het bewustzijn vergroot, waardoor steeds meer gemeenten en provincies, musea, kastelen en landgoederen hun betrokkenheid bij het slavernijverleden hebben onderzocht, of dat nog zullen doen. Studies naar De Nederlandsche Bank (dnb) en abn amro hebben families, fondsen en academische en financiële instellingen ertoe aangezet om vergelijkbaar onderzoek te (laten) verrichten. Ook het koningshuis kondigde in december 2022 een onafhankelijk onderzoek aan naar de rol van het Huis Oranje-Nassau in de koloniale en postkoloniale geschiedenis.
Deze onderzoeken zijn midden in de Nederlandse samenleving te plaatsen. Ze zijn een gevolg van en geven mede vorm aan discussies over de viering van Sinterklaas en de rol van Piet daarin, het gebruik van de Gouden Koets, de opkomst van Keti Koti-tafels, de Black Lives Matter-beweging in Nederland, de toeslagenaffaire, racisme en etnisch profileren. Het Nederlandse koloniale slavernijverleden is dus zeker niet alleen geschiedenis. Ook in de Caribische delen van het Nederlandse Koninkrijk wordt het slavernijverleden bevraagd, zoals tijdens de jaarlijkse Tula-herdenking op Curaçao en als onderdeel van de toenemende discussies rondom herstelbetaling op Curaçao, Aruba en Sint-Maarten en in Suriname. Daar is een decennialang proces aan voorafgegaan waarin het slavernijverleden en de doorwerking daarvan in Nederland, de Caribische eilanden, Suriname en Indonesië in politieke en maatschappelijke zin onder de aandacht is gebracht. De afgelopen jaren zijn al deze thema’s door persoonlijk betrokkenen bij dat verleden en hun medestanders nadrukkelijk op de agenda van de Nederlandse staat gezet. Op 19 december 2022 bood het kabinet publiekelijk excuses aan voor het handelen van de Nederlandse staat in het verleden. Postuum aan alle slaafgemaakten die wereldwijd onder dat handelen hebben geleden, aan hun dochters en zonen, en aan al hun nazaten tot in het hier en nu.
Het ‘voorwerk’ dat in de afgelopen decennia is verzet, is met name in het tijdperk na de excuses onverminderd relevant vanwege het gevaar dat in de huidige stroomversnelling belangrijke inzichten over het hoofd worden gezien, of dat dadendrang wordt gebaseerd op eenzijdige of oppervlakkige denkbeelden. Het blijft van belang om zorgvuldig te kijken naar wat we wel weten, maar ook zichtbaar te maken dat nog lang niet alles goed genoeg onderzocht is om stellige uitspraken te kunnen doen. Staat en slavernij kan zo hopelijk bijdragen aan inzicht en bewustwording, en misschien ook aan het creëren van ruimte voor herstel en heling in de delen van het huidige Nederlandse koninkrijk, te weten Aruba, Curaçao, Sint-Maarten, Bonaire, Sint-Eustatius, Saba en Nederland. De bevindingen kunnen ook van betekenis zijn voor Suriname, Indonesië en andere landen die door het Nederlandse koloniale slavernijverleden zijn geraakt.
De focus van Staat en slavernij ligt op het Nederlandse koloniale slavernijverleden. Dat wil zeggen dat dit boek zich richt op koloniale slavernij, het koloniale verleden en de doorwerkingen daarvan (zoals koloniale dwangarbeid). De grens ligt bij het einde van het koloniale verleden: in de hoofdstukken vinden we geen referenties aan moderne slavernij. De hier bedoelde slavernij kan worden gedefinieerd als een extreme vorm van individuele onvrijheid en gedwongen arbeid waarin zowel de persoon als de arbeid van de slaafgemaakte als eigendom wordt geclaimd. Systemen van slavernij bestaan in verschillende vormen al duizenden jaren op vele plekken in de wereld. Met de verwijzing naar het koloniale slavernijverleden worden de vormen van slavernij bedoeld die voortkwamen uit de Europese koloniale expansie van de vijftiende tot het einde van de negentiende eeuw. Die leidde tot een ongekende schaalvergroting van slavenhandel en slavernij, waarbij Afrikanen, Aziaten en anderen tot eigendom werden gemaakt en als goederen werden verhandeld in een door Europese koloniale overheden georganiseerd juridisch systeem. Ook in de koloniale gebieden die onder het bewind van (voorlopers van) de Nederlandse staat stonden werden op grote schaal mensen van hun vrijheid beroofd, tot slaaf gemaakt en tot arbeid gedwongen. Slavernij bestond naast, en in combinatie met, andere vormen van gedwongen arbeid, die ook door koloniale overheden werden ingezet. Kenmerkend voor koloniale slavernij was dat slaafgemaakte mensen eigendom werden van een ander mens, en konden worden gekocht en verkocht. Zij konden geen rechten uitoefenen en hadden geen zeggenschap over lijf en leden. De status van leven in slavernij was in principe levenslang en ging van moeder over op kinderen. Deze vorm van koloniale slavernij wordt in het Engels ‘chattel slavery’ genoemd (chattel: roerend goed, bezitting).
De vormgeving, werking en gevolgen van slavernij en slavenhandel zijn altijd nauw verweven geweest met de bredere structuren van kolonialisme waarmee de Nederlandse overheid in verschillende delen van de wereld macht uitoefende. De betrokkenheid van de Nederlandse staat en zijn voorlopers bij het slavernijverleden wordt in Staat en slavernij dus steeds verkend in relatie tot de geschiedenis van kolonialisme. Daarnaast zijn ook de geschiedenis en de doorwerkingen van slavernij met elkaar verbonden. De impact van slavernij op politiek, economie, cultuur en samenleving – en in het bijzonder op slaafgemaakten en andere betrokkenen – begon al tijdens de totslaafmaking in Afrika, werd versterkt tijdens de slavernijperiode, en werkte ook daarna nog door.
Overal waar we in dit boek spreken van ‘de staat’ bedoelen we tevens de voorlopers van de Nederlandse overheid. En als we het hebben over het slavernijverleden hebben we het dus ook over de doorwerkingen. De doorwerkingen worden in Staat en slavernij op twee manieren opgevat: ten eerste als manieren waarop koloniale slavernij economisch, maatschappelijk, cultureel en bestuurlijk invloed heeft uitgeoefend op mens en samenleving vanaf de periode van de wettelijk toegestane slavenhandel en slavernij tot in de negentiende, twintigste en eenentwintigste eeuw. Ten tweede heeft het betrekking op de hedendaagse omgang met dat koloniale slavernijverleden, de langdurige gevolgen en voortdurende effecten ervan. In beide genoemde vormen van doorwerking zijn de afterlives van slavernij duidelijk zichtbaar, even vaak zijn ze verweven geraakt met doorwerkingen van andere aspecten van kolonialisme.
De complexiteit van de wisselwerking tussen de geschiedenis van slavernij, het kolonialisme en de doorwerking vormt in dit boek een rode draad. De grote en langdurige stiltes die ooit bestonden rond de latere gevolgen van deze geschiedenissen zijn in het publieke domein eindelijk doorbroken door de inzet van activisten uit kringen van nazaten van het slavernijverleden en koloniaal verleden, wetenschappers en intellectuelen. Maar het verdiepen en verbreden van kennis, bewustwording en begrip ten aanzien van slavernij en haar effecten is een proces dat tijd vergt. De samenleving staat wat betreft de ontwikkeling van kennis, (her)interpretatie, verwerking en omgang met dat verleden en zijn doorwerkingen in veel opzichten nog slechts aan het begin.

[…]

 

Copyright © 2023 de respectievelijke auteurs / Athenaeum—Polak & Van Gennep, Weteringschans 259, 1017 XJ Amsterdam

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum